Den Haag, 13 november 2006
Vragen van de leden Eijsink (PvdA) en Van Baalen (VVD) aan de staatssecretaris van Defensie
over de nazorg voor veteranen
1. Bent u bekend met het artikel 'Kapot voor het leven'? ?
2. Is het waar dat in het vliegtuig terug naar Nederland officieren hun dienstplichtig soldaten en korporaals de dienstopdracht gaven om na thuiskomst van de Unifil-missie te zwijgen tegen familie, vrienden en de pers?
3. Kan een overzicht gegeven worden van alle internationale missies, waarbij na afloop een dergelijke dienstopdracht aan de deelnemende militairen verstrekt is? Zo nee, waarom niet?
4. Waarom werd zo'n dienstopdracht gegeven, gezien de algemeen geldende heilzame werking van praten over (traumatische) ervaringen op de verwerking van deze ervaringen? Bent u nog steeds van mening dat zo'n dienstbevel terecht werd gegeven?
5. Kunt u de garantie geven dat ook veteranen die tegen Defensie een zaak onder de rechter hebben lopen, alle recht en aanspraak behouden op een volledige en adequate (na)zorg?
6. Kan in dit licht aangegeven worden de stand van zaken bij de uitvoering van de motie Eijsink en Veenendaal (30139, nr. 6) inzake het afsluiten van een convenant over een nazorgnorm en het entameren van een onafhankelijk onderzoek naar de kwaliteit van de nazorg aan veteranen vanaf 1990?
7. Acht u het rechtvaardig om in de situatie van P.R. met terugwerkende kracht de ontvangen ziekte-uitkering alsnog te verrekenen met zijn militaire pensioen?
8. Welke concrete structurele acties gaat u n.a.v. de casus P.R. alsnog nemen voor veteranen uit oudere missies die geen volwaardige debriefings en nazorgopvang kenden? En in hoeverre kunt u deze acties koppelen aan de Veteranenregistratie vanaf Libanon die per 1 januari a.s. gereed moet zijn?
De Telegraaf 11 november 2006
Partij van de Arbeid