Ingezonden persbericht

Persbericht

11 november 2006

Geachte redactie,

Bijgaand sturen wij u de tweede open brief van het burgerplatform 'Openheid over Irak'. Wij verzoeken u daarvan kennis te nemen en er over te publiceren.

In onze eerste open brief d.d. 10 november spraken wij het kabinet aan. In deze tweede brief stellen wij prangende vragen aan premier Balkenende. Vragen die te lang niet gesteld zijn. Vragen die door de politiek gedoofpot zijn, en door de media over het hoofd zijn gezien. Vragen waarop de Nederlandse burger antwoord nodig heeft vóórdat hij op 22 november zijn stem kan uitbrengen. Vragen die de kern van onze democratie betreffen.

Wij horen de premier recent spreken over 'draaien'. Het gaat daarbij altijd om anderen. Maar als er iemand heeft gedraaid is het de premier zelf. Niet over kinderopvang, WAO of een 'g-woord', maar over een oorlog waaraan hij u en ons medeplichtig heeft gemaakt, hoewel wij daar in overgrote meerderheid op tegen waren. En waarover ons, zo kunt u in bijgaande brief lezen, aperte onwaarheden zijn verteld.

Ons streven naar openheid wordt op onze website www.OpenheidOverIrak.nu inmiddels door duizenden mensen gesteund. De PvdA, SP, GroenLinks en D66, alsmede tal van maatschappelijke organisaties, hebben zich actief achter onze actie geschaard.

Met dank voor uw aandacht,

Namens 'Openheid over Irak',
Allard de Rooi en Hein van Meeteren
Initiatiefnemers

Voor de redactie:

Indien u meer informatie wenst of in contact wilt treden met de initiatiefnemers kunt u contact opnemen met Sylvia Pessireron op nummer 06-50 881 036. Gelieve deze contactinformatie niet te publiceren.

Bijlage: Tweede open brief.

---

Open brief aan minister-president Balkenende.

Het burgerplatform 'Openheid over Irak' eist dat de regering verantwoording aflegt voor haar steun aan de oorlog tegen Irak.

11 november 2006

Geachte heer Balkenende,

U heeft ongetwijfeld onze brief van eergisteren aan de regering en de Staten-Generaal ontvangen, waarin wij eisen dat uw regering vóór 22 november a.s. verantwoording aflegt voor haar besluit om de oorlog tegen Irak te steunen. Met dat besluit heeft zij ons, burgers van Nederland, op oneigenlijke gronden medeverantwoordelijk gemaakt voor een roekeloze oorlog die rampzalige gevolgen heeft gekregen. Wij vinden het belangrijk onze eis aan u persoonlijk toe te lichten. U was en bent immers de eerstverantwoordelijke voor het regeringsbesluit.

Uw consequente weigering om verantwoording af te leggen is om veel redenen onacceptabel en verontrustend. Het is een wezenskenmerk van de democratie dat bewindslieden verantwoording afleggen voor hun handelen. Het is een grondrecht van de burger om te worden geïnformeerd. Alleen op deze wijze kan hij beoordelen of de bewindslieden die voor en namens hem werken capabel zijn, of het beleid bij hen in goede handen is en of zwaarwichtige toekomstige besluiten hen wel zijn toevertrouwd.

Deze principes wegen het zwaarst op de terreinen waarop uw besluit betrekking had: oorlog & vrede, terrorisme en de internationale rechtsorde zijn stuk voor stuk thema's waarbij de bestaanszekerheid van de burger direct in het geding is.

Bovendien was uw besluit uiterst omstreden. Alom bestond twijfel aan de inhoudelijke, juridische en morele grondslagen. U stelde dat er in de samenleving geen draagvlak was voor militaire steun. Dat was er óók niet voor de door u uitgesproken 'politieke' steun; maar liefst 89 procent van de bevolking was daartegen. Dat maakte ultieme zorgvuldigheid en openheid tot een dure plicht. Aan die plicht heeft u zich tot dusver niet gehouden.

Dat is des te erger omdat de omstreden redenen die de oorlog 'onontkoombaar' maakten oneigenlijk bleken te zijn. We weten inmiddels dat ze zorgvuldig zijn geconstrueerd en dat de initiatiefnemers tot de oorlog de wereld op tal van manieren hebben misleid. We weten ook dat zij zich geen rekenschap wensten te geven van de ongewenste gevolgen die de oorlog kon krijgen en niet de moeite hebben genomen om een strategie uit te stippelen voor de fase daarna. Ze hebben de spot gedreven met de meest elementaire universele waarden en normen. Hun - en onze - oorlog is een roekeloos avontuur gebleken dat Irak in chaos heeft gedompeld, al 650.000 Iraakse burgers het leven heeft gekost, een groot conflict in het Midden-Oosten naderbij heeft gebracht, de wereld onveiliger en onverdraagzamer heeft gemaakt en de internationale rechtsorde zwaar heeft aangetast. Zijn er méér redenen te bedenken waarom in álle betrokken landen politieke verantwoording dient te worden afgelegd?

Daar komt nog bij dat uw bewering dat de besluitvorming in Nederland met de grootst mogelijke zorgvuldigheid heeft plaatsgevonden aantoonbaar onjuist is. In de bijlage bij onze brief van eergisteren tonen we onomstotelijk aan dat uw regering op een aantal punten juist uiterst ónzorgvuldig heeft gehandeld. Ook Nederlandse bewindslieden hebben meermalen informatie aangedikt met de kennelijke bedoeling het parlement en de publieke opinie te misleiden. Bovendien is de Tweede Kamer meermalen niet correct geïnformeerd en lijkt er in zeker één geval door de regering opzichtig te zijn gelogen. Van meet af aan heeft u geweigerd de vele noodzakelijke vragen hieromtrent afdoende te beantwoorden, en mede daardoor zijn die in gewicht en aantal alleen maar toegenomen. Alleen al de schijn van onzorgvuldigheid, misleiding en andere onvolkomenheden zou reden moeten zijn volledige opening van zaken te geven.

Primair dient helderheid te worden geboden rond de leugenachtige bewering van de regering dat zij voorafgaand aan de oorlog geen informatie heeft gehad waarin het bestaan van massavernietigingswapens in Irak werd betwijfeld. Is die twijfel soms niet breed in de media uitgemeten? Los daarvan blijkt uit de bijlage bij onze brief van eergisteren onomstotelijk dat de regering door VN-wapeninspecteurs expliciet en meermalen van die twijfel op de hoogte is gebracht. Sterker nog: volgens de inspecteurs vormde Irak geen acute bedreiging voor zijn buurlanden, laat staan voor de wereld. De beweringen van onder meer minister van Buitenlandse Zaken Bot dat de regering hiervan geen weet had is niets anders dan een leugen.
En in het ondenkbare geval dat de regering de informatie over de twijfel aan verboden wapens niet kende, is dat dan niet een onvoorstelbaar brevet van onvermogen? Had zij er gezien haar verantwoordelijkheid niet hoe dan ook voor moeten zorgen dát ze die kende?

Wezenlijk zijn ook de vragen rond de gegevens die de regering bij haar afweging ten dienste stonden. Welke apert onjuiste informatie heeft de regering tot haar besluit gebracht? Wat zegt het feit dat die informatie doorslaggevend is geweest over het functioneren van onze inlichtingendiensten? Welke rol speelde de manipulatie van gegevens door bondgenoten in dit proces? Antwoorden op deze vragen zijn noodzakelijk om een herhaling van de geschiedenis te voorkomen en de burger het elementaire vertrouwen te geven dat zijn regering verantwoord opereert.

Het zijn geenszins onze enige vragen op dit punt. Wat heeft u ertoe gebracht in te stemmen met een volstrekt ondoordachte missie, die zelfs de meest elementaire benodigde kennis van de Iraakse samenleving ontbeerde? Het is dit gebrek aan kennis en voorbereiding dat Irak aan de rand van de afgrond heeft gebracht en wereldwijd tot een toename van radicalisering en terreur heeft geleid. Gezien uw zorgvuldige besluitvorming was u uiteraard op de hoogte van dit verschrikkelijke manco. Gezien uw verantwoordelijkheid had u er in elk geval van op de hoogte móeten zijn.
Schokkend vanuit Nederlands oogpunt is in dit verband ook het ontbreken van een exit-strategie. Had Nederland niet na het drama-Srebrenica plechtig besloten nooit meer met zulke halfslachtige missies in te stemmen? Wat heeft u ertoe gebracht dat toch te doen?

Waarom heeft u zich, voor u uw finale afweging maakte, niet terdege op de hoogte gesteld van alle elementaire aspecten van de riskante onderneming? Waarom zijn wij medeverantwoordelijk geworden voor tal van onverteerbare uitwassen? Het schenden van de mensenrechten door onze bondgenoten is daarvan een voorbeeld. Maar ook de diefstal van de oude Iraakse voorraad yellowcake en van 400 ton zware explosieven, gebruikt ter ontsteking van kernwapens, is schokkend; de bewaking daarvan werd in de eerste fase van de oorlog door de IAEA aan Amerikaanse soldaten overgedragen, maar die lieten ze onder hun neus verdwijnen, vermoedelijk richting Iran. Was de oorlog niet juist begonnen om het gevaar dat zulke wapens in handen van 'schurkenstaten' vormen te bezweren? Welke garanties hebt u in de aanloop naar uw besluit eigenlijk bedongen om deze en andere uitwassen te voorkomen?

In vrijwel alle landen die bij de oorlog waren betrokken zijn onderzoeken naar de besluitvorming ingesteld, maar uitgerekend niet in het als open en democratisch bekendstaande Nederland, dat nota bene de vestigingsplaats is van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof en een grote reputatie heeft als beschermer van de internationale rechtsorde - een rechtsorde die door de oorlog enorme schade heeft geleden. Waarom niet? Uw antwoord dat 'alles over dit onderwerp al is gezegd', gegeven tijdens de recente Algemene Beschouwingen, is even oneigenlijk als de redenen achter de oorlog. Wij bonken al jaren vergeefs op uw deur met een waslijst vragen die om antwoord schreeuwen.

Waarom gaat u die vragen zo opzichtig uit de weg? Is het niet in ieders belang dat glashelder wordt waarom het door u geformuleerde doel van de oorlog, juist dóór die oorlog, verder weg is dan ooit? In uw officiële verklaring op de dag dat de oorlog begon zei u toch dat 'Vrijheid en veiligheid, ook voor de burgers van Irak zelf, het hoogste doel is'. Zijn in Irak sinds het begin van de oorlog volgens conservatieve schattingen niet al meer dan twee maal zoveel burgers gedood als in ruim twintig jaar Saddam-terreur? En liet u, terugblikkend op de wankele rechtsgrond en oneigenlijke redenen waarop de oorlog is aangegaan, de Eerste Kamer niet weten: 'Wij moeten vooral leren uit wat is geschied. De regering wil ook lessen trekken uit het gebeurde.' Wat houdt dat in als u iedere vorm van waarheidsvinding blokkeert?

U laat zich publiekelijk voorstaan op de transparantie van uw beleid en heeft in het spoor van Pim Fortuyn een 'nieuwe, open politiek' bepleit, die burger en politiek dichter bij elkaar moesten brengen. Hoe rijmt u deze zaken ins hemelsnaam met uw jarenlange weigering om de vragen rond 'Irak' te beantwoorden? Uw Irak-beleid heeft het karakter van een ordinaire doofpot. Het is een vorm van 'oude achterkamertjespolitiek' zoals we die zelden hebben gezien. U maakt publieke belangen opzichtig ondergeschikt aan persoonlijke en partijpolitieke belangen. U laadt bovendien de ernstige verdenking op u dat u zaken te verbergen heeft, en dat doet het door uw Irak-beleid toch al ernstig geschade vertrouwen in de politiek en de democratie geen goed. Waar bent u zo bang voor als uw beleid zo zorgvuldig is geweest als u beweert? Bevat uw doofpot soms een 'smoking gun'?

Hoe rijmt u uw consequente weigering om de vragen rond 'Irak' te beantwoorden met uw bij herhaling verkondigde boodschap dat het u 'om de toekomst van Nederland' gaat? Is die toekomst niet juist bij uitstek gediend met het functioneren van de democratie en met het uitsluiten van het risico dat de geschiedenis rond 'Irak' zich herhaalt? Is die toekomst niet gediend met het voorkomen van de toenemende verharding en versluiering die als direct gevolg van 'Irak' de debatten rond terreurbestrijding, privacywetgeving, de islam en integratie & inburgering vervuilen?

Hoe rijmt u uw consequente weigering om de vragen rond 'Irak' te beantwoorden met uw niet-aflatende pleidooi voor 'fatsoen', 'respect' en 'normen en waarden'? Is het niet hoog tijd dat u uw woorden in daden omzet en zelf het goede voorbeeld geeft? Is de oorlog tegen Irak niet het onderwerp bij uitstek waarbij de meest elementaire universele normen en waarden met voeten zijn getreden? Is uw weigering om verantwoording af te leggen niet regelrecht in strijd met de meest elementaire normen en waarden van de Nederlandse samenleving, die van de democratie? Is het niet serieus nemen van ernstig verontruste burgers die tegen hun wil medeverantwoordelijk zijn gemaakt voor een onbezonnen oorlog en de rampzalige gevolgen daarvan niet juist uitgesproken respectloos en onfatsoenlijk?

Wij hebben keer op keer naar uw pleidooien geluisterd. Wanneer luistert u naar ons? Wij eisen dat u, conform uw democratische plicht en onze democratische rechten, onze vragen vóór 22 november a.s. publiekelijk beantwoordt.

Met dank voor uw aandacht,

Allard de Rooi en Hein van Meeteren
Initiatiefnemers 'Openheid over Irak'