CD&V

VLAAMSE WATERKWALITEIT VERBETERD IN 2005

Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur is tevreden dat de algemene waterkwaliteit in 2005 er na jaren stagnatie opnieuw op vooruit gaat, wat blijkt uit het jongste VMM-jaarverslag. "De gedane inspanningen zullen echter verder moeten gezet worden om ook de komende jaren een duurzame verbetering van de waterkwaliteit te realiseren", benadrukt de minister.

Van bij zijn aantreden heeft minister Peeters absolute prioriteit gegeven aan het te voeren waterbeleid. Hij moest immers vaststellen dat er op het vlak van waterzuivering een hele rits knelpunten bestonden die een structurele verbetering in de weg stonden. Daarom heeft hij nog in december 2004 een integraal plan van aanpak aan de Vlaamse Regering voorgelegd, dat onmiddellijk nadien in uitvoering is gegaan.

De investeringen in gewestelijke waterzuivering waren in 2003 teruggevallen tot amper 35 miljoen ¤. Ondertussen heeft minister Peeters deze investeringen opnieuw opgedreven tot meer dan 150 miljoen ¤ per jaar. Ook de komende jaren wil hij dit ritme aanhouden, om zo de doelstellingen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater in te vullen. Wat hierbij vooral van belang is, is dat de sanering van de laatste grote agglomeraties in Vlaanderen wordt gerealiseerd wat in een significante verbetering van de waterkwaliteit zal resulteren.

De voorbije jaren werd echter meer en meer duidelijk dat ook extra aandacht moet besteed worden aan de problematiek van de verdunning van het afvalwater. Sommige collectoren kunnen immers de grote toevloed van aangevoerd water niet slikken, waardoor dit water geloosd wordt via overstorten. Op die manier komt het afvalwater ongezuiverd in onze waterlopen terecht. Bovendien is het verdunde afvalwater ook moeilijker verwerkbaar op de zuiveringsinstallaties. In uitvoering van het Vlaams regeerakkoord heeft minister Peeters daarom resoluut gekozen voor het optimaliseren van de bestaande zuiveringsinfrastructuur, waardoor enerzijds minder afvalwater via de overstorten in onze waterlopen terechtkomt en anderzijds het rendement van de bestaande waterzuiveringsinstallaties verhoogd wordt.

Recent heeft de minister dan ook het derde Optimalisatieprogramma aan de NV Aquafin opgedragen. Dit houdt in dat aan de nv Aquafin voor het investeringsjaar 2008 bijkomend 150 miljoen euro (exclusief BTW) ter beschikking wordt gesteld voor investeringsprojecten in de waterzuiveringsinfrastructuur.

In het Optimalisatieprogramma 2008 gaat de aandacht dus niet alleen uit naar de sanering van grote en verstedelijkte agglomeraties, maar wordt ook de sanering van het afvalwater in een aantal landelijke gebieden voorzien via een 20-tal kleinschalige zuiveringsinstallaties en andere saneringsprojecten.

Ook op gemeentelijk niveau dienen nog erg belangrijke investeringen in de rioleringsinfrastructuur te gebeuren waarbij de verdere uitbouw van het rioleringsnet zich vooral in het buitengebied zal situeren. Voor wat de aanpak van de sanering van het "landelijk" buitengebied betreft zullen de zoneringsplannen gefinaliseerd worden. Deze plannen zullen aangeven wie (gewest, gemeente, burger, bedrijf) voor de sanering van het afvalwater zal moeten zorgen en wat de respectievelijke rechten en plichten zijn. Sommige gemeenten stellen hierbij bepaalde noodzakelijke rioleringswerken uit wegens een gebrek aan voorziene financiële middelen. Met de reorganisatie van de watersector heeft minister Peeters er voor gezorgd dat de gemeenten met dezelfde middelen - door de fiscale optimalisatie (BTW) - naar schatting 54 miljoen meer kunnen investeren in de rioleringen. Bovendien is het nu via de "integrale waterfactuur" voor de gemeenten mogelijk om een structurele financiering van hun rioleringsbeleid mogelijk te maken. Tenslotte laat het Vlaamse Gewest de gemeenten ook financieel niet in de kou staan . Minister Peeters heeft er ondertussen voor gezorgd dat er bovenop de jaarlijkse 67 miljoen ¤ nog eens over de voorbije 2 jaar in totaal 60 miljoen ¤ extra subsidie is vrijgemaakt voor de gemeenten.

Minister Peeters wil echter niet alleen via de zuiveringsinfrastructuur een verdere verbetering van de waterkwaliteit realiseren.


- De waterbodemproblematiek wordt intensief aangepakt. Concreet betekent dit dat de minister hier 10 miljoen ¤ extra voor vrijmaakt. Hiermee zal bijvoorbeeld de sanering (onder meer ruimen van slib) van de waterloop Het Schijn in Antwerpen voltooid worden. Verder zullen in uitvoering van zijn cadmium-actieprogramma een aantal met cadmium verontreinigde waterbodems in de Kempen worden gesaneerd.


- Om de nitraatproblematiek ten gronde aan te pakken kan ook verwezen worden naar het gisteren door minister Peeters en de parlementairen van de meerderheid gelanceerde voorstel van nieuw mestdecreet, ter uitvoering van het met de Europese Commissie besproken actieprogramma dat de nitraatrichtlijn implementeert.

Bedrijven die een tekort aan mestafzet hebben of overbemesten zullen gesanctioneerd worden. De nutriëntenhalte zal vervangen worden door nutriëntenemissierechten, die een noodzakelijke voorwaarde zullen zijn om te mogen uitbaten. De milieuwinst zal gerealiseerd worden door afroming van 25% bij overname van nutriëntenemissierechten.


- In het volgende bemestingsseizoen zal de verplichte registratie en opvolging van mesttransporten via een AGR-GPS-systeem voor erkende voerders klasse C van start gaan. Tevens is het de bedoeling van minister Peeters aan de Vlaamse Regering een ontwerp van besluit voor te leggen om dit systeem in de loop van 2007 ook van toepassing te laten verklaren op erkende mestvoerders klasse B.


- In de voorbije jaren zijn de lozingen van bedrijfsafvalwaters reeds verregaand gesaneerd door de industrie. Op initiatief van de minister besliste de Vlaamse regering met het besluit van 21 oktober 2005 - in het kader van de zogenaamde afkoppelingsproblematiek - over de voorwaarden voor lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie, evenals de procedures tot het bekomen van een contract met Aquafin.


CD&V
Wetstraat 89
1040 Brussel
Tel : 02.238.38.11
Fax : 02.230.43.60
www.cdenv.be
E-mail : inform@cdenv.be