Nieuwe methode om ziekte van Alzheimer vroeg te voorspellen
Bij mensen onder de 65 jaar met geheugenklachten wordt vaak niet
gedacht aan de ziekte van Alzheimer. Bovendien is de ziekte in een
vroeg stadium niet altijd duidelijk te herkennen via hersenscans (MRI)
en neuropsychologisch onderzoek. Uit nieuw onderzoek aan het
Alzheimercentrum van het VU medisch centrum is gebleken dat eiwitten
in het hersenvocht (biomarkers) kunnen aangeven of iemand de ziekte
van Alzheimer heeft. Op 10 november promoveert neuroloog in opleiding
Niki Schoonenboom op dit onderwerp.
Van patiënten die op de geheugenpolikliniek van het Alzheimercentrum
VUmc kwamen met geheugenklachten en verschillende vormen van dementie,
is hersenvocht verzameld. Het bleek dat de concentraties van drie
eiwitten (amyloid ? 42, tau en gefosforyleerd tau) anders zijn in het
hersenvocht van Alzheimerpatiënten dan bij niet-patiënten. Bij de
helft van de patiënten met een voorstadium van de ziekte van Alzheimer
waren de eiwitten al afwijkend in het hersenvocht.
De biomarkers kunnen de ziekte van Alzheimer niet alleen voorspellen,
maar ook uitsluiten. Als tenminste twee van de drie biomarkers
afwijkend zijn, is er hoogstwaarschijnlijk sprake van de ziekte van
Alzheimer. Als alledrie de markers normaal zijn, is de ziekte vrijwel
uitgesloten.
Met de toenemende vergrijzing zal het aantal mensen met dementie de
komende jaren stijgen. Geschat wordt dat er in 2040 een half miljoen
dementiepatiënten zijn in Nederland. De meest voorkomende vorm van
dementie is de ziekte van Alzheimer. Het wordt steeds belangrijker om
de diagnose Alzheimer in een vroeg stadium te stellen, zodat tijdig
kan worden gestart met begeleiding en therapie. Vroegdiagnostiek met
behulp van biomarkers blijkt nu dus mogelijk, al zal zij wel aangevuld
moeten blijven met andere diagnostische methoden.
Vrije Universiteit Amsterdam