'Nederland sloopt te veel huizen'
Door persoonlijke voorkeuren, bestuurscultuur, vooroordelen en verborgen agenda's worden huizen in Nederland te vaak en te snel gesloopt, wat leidt tot extra schaarste op de woningmarkt. En dat terwijl met renovatie en hergebruik voortreffelijke resultaten te behalen zijn die de vergelijking met nieuwbouw glansrijk kunnen doorstaan. Dat constateert prof.ing. André Thomsen op vrijdag 10 november in zijn afscheidsrede als hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.
Thomsen: 'Onze huidige woningvoorraad omvat 6,9 miljoen woningen. Er wordt echter nog maar weinig bijgebouwd. Als we vervolgens kijken hoe lang de huidige woningvoorraad nog tenminste mee moet, dan komen we tot een onthutsende conclusie. Uitgaande van het huidige vervangingstempo van ongeveer 0,25 % per jaar, is dat zo'n 400 jaar!'
We zullen volgens Thomsen dus heel lang met onze woningen moeten doen. Toch wordt er in Nederland flink gesloopt - vooral sociale huurwoningen - en hebben woningcorporaties plannen voor ruim een verdrievoudiging van de afbraak. Dat is volgens Thomsen merkwaardig omdat de technische kwaliteit van Nederlandse sociale huurwoningen bepaald niet slecht is en er inmiddels weer een toenemende schaarste op de woningmarkt is. Bovendien is levensduurverlenging uit milieuoogpunt een veel betere keus.
Prof. Thomsen geeft in zijn rede diverse oorzaken voor het vele slopen in Nederland. 'Naast verkoop is sloop een middel om van een overmaat aan goedkope, minder gewilde sociale huurwoningen af te komen. Ook spelen niet-rationele invloeden als persoonlijke voorkeuren, bestuurscultuur, vooroordelen en verborgen agenda's een belangrijke rol.'
'In de categorie vooroordelen hoor ik elke keer weer zeggen dat nieuwbouw beter en goedkoper is. Feit is echter dat met renovatie en hergebruik voortreffelijke resultaten te behalen zijn die de vergelijking met nieuwbouw glansrijk kunnen doorstaan.'
'Verborgen agenda's spelen vaak een bepalende rol. Gemeenten hebben belang bij sloop als de infrastructuur van oudere buurten aan vervanging toe is: bij nieuwbouw worden de kosten daarvan in de grondkosten verdisconteerd, bij levensduurverlenging moet de gemeente het uit eigen zak betalen. Sloop is ook een simpele manier van spreiding van kansarme bewoners. Het benutten van de grondwaarde van mooie locaties komt als sloopmotief vaak voor en lijkt in de koopsector zelfs de belangrijkste reden voor sloop te zijn.'
Ook architecten, bouwbedrijven en ontwikkelaars hebben volgens Thomsen hun verborgen agenda's, al of niet verweven met vooroordelen. Thomsen: 'Renovatie en hergebruik hebben geen flitsend imago, je haalt er niet snel mooie plaatjes in de vakbladen mee, het zijn lastige gecompliceerde processen met lastige bewoners die veel tijd, aandacht en vakmanschap vragen en in de bouw kiest men liever voor de makkelijkste weg: business as usual.'
'Zelfs de bewonerskant is niet vrij van verborgen bedoelingen: sloop geeft extra kansen op de woningmarkt, soms met een leuke vertrekpremie. Voor oudere autochtone bewoners is sloop het ultieme bewijs dat hun buurt door al die asociale nieuwkomers naar de verdommenis is
gegaan en in ieder geval een makkelijke manier om daar van af te komen.'
'Feit is ook dat renovatie en hergebruik er in de vakliteratuur meestal bekaaid afkomen en dat er in het onderwijs nog steeds bedroevend weinig aandacht is voor de bestaande stad en de transformatieopgave. Wellicht nog erger is de allesoverheersende gerichtheid op het nieuwe waarvoor het bestaande moet wijken.'
Thomsen constateert verder dat, ondanks dertig jaar bewonersacties, onderzoek, politieke beloften en regelgeving, de besluitvorming over de gebouwde omgeving bepaald niet democratischer is geworden en de invloed van bewoners daarop minimaal. Hij pleit daarom voor een betere controle op woningcorporaties, onder meer door de belanghouders - in ieder geval de bewoners - instemmingsrecht te geven en de afweging met op levensduurverlenging gerichte alternatieve ingrepen verplicht te stellen.
Verder zou de gemeentelijke sloopvergunning, nu een nauwelijks inhoudelijk gehanteerd instrument, volgens Thomsen gebonden moeten worden aan een sloopeffectanalyse, waarin naast milieueffecten ook sociale, cultuurhistorische en volkshuisvestelijke effecten, zoals het effect op de goedkope woningvoorraad, worden beschouwd.
Technische Universiteit Delft