Citymarketing gaat aan eigen inwoners voorbij
De vos en jansen
Nijmegen, veel gemeenten zijn volop bezig met marketing en promotie van hun gemeente als
ideale woon- en werkplek of toeristische bestemming. De wensen, verwachtingen, maar
vooral ook de perceptie van de eigen inwoners ten aanzien van wonen en leven in hun
gemeente worden daarbij echter vaak uit het oog verloren. Gemeenten laten daarmee
economisch potentieel onbenut.
Dat zijn enkele conclusies uit een onderzoek uitgevoerd door marktonderzoeksbureau De Vos
& Jansen en advieskantoor EVAR Advisory Services naar de beleving door Nederlanders
van hun stad of dorp. Hoewel citymarketing zeker zinvol is, richten de inspanningen zich
vooral op het nationale en internationale bedrijfsleven en het aantrekken van toeristen.
Wensen, verwachtingen en de perceptie van eigen inwoners en in de gemeente gevestigde
bedrijven zijn veelal geen onderdeel van de marketing- en promotiestrategie, terwijl
juist op dit punt nog veel te winnen is. Inwoners zijn samen met in een gemeente
gevestigde bedrijven de belangrijkste en zo mogelijk de beste ambassadeur van een
gemeente; het is daarom verontrustend dat uit het onderzoek blijkt dat ruim tweederde van
de Nederlanders alleen maar iets heeft met zijn of haar woonplaats omdat de woning daar
staat, zegt Ap Reinders, directeur van EVAR Advisory Services. Volgens Reinders kan de
effectiviteit van citymarketing worden vergroot als ook inwoners en in een gemeente
gevestigde bedrijven in de citymarketingstrategie een plaats krijgen. Nu is sprake van
onbenut economisch potentieel. Indien inwoners zich meer identificeren met hun stad of
dorp zullen zij ook eerder gebruik maken van de voorzieningen die daar zijn. Dat is dan
goed voor gemeenten, want zij zien dat hun investeringen niet voor niets zijn, maar ook
goed voor bijvoorbeeld de lokale horeca en detailhandel., stelt Reinders.
Het onderzoek leert dat wonen, winkelen en een adequaat uitgaansaanbod de belangrijkste
zaken zijn die inwoners in hun gemeente terug willen zien. Winkels, een bioscoop en
evenementen zijn de belangrijkste voorzieningen van het vrijetijdsaanbod die naar het
oordeel van de ondervraagden een gemeente aantrekkelijk maken. Ongeveer 23 procent van de
ondervraagden geeft de eigen woonplaats en gemeente echter een onvoldoende als het om het
vrijetijdsaanbod gaat. Wat betreft de betrokkenheid van inwoners bij de ontwikkeling van
het vrijetijdsaanbod vindt 81 procent dat de gemeente hen niet of nauwelijks hierbij
betrekt. Van de ondervraagden heeft 73 procent de indruk dat de gemeente ook niet open
staat voor hun inbreng op dit terrein. Mogelijk dat dit mede verklaart waarom 69 procent
van de Nederlanders geen invloed op het beleid van gemeenten probeert uit te oefenen. Cor
de Vos, directeur van De Vos & Jansen vindt dat gemeenten meer moeten doen om hun
inwoners te mobiliseren en onderdeel uit te laten maken van hun citymarketing.Goed weten
wat inwoners willen vergroot niet alleen de zichtbaarheid van het lokaal bestuur naar de
inwoners toe, maar kan ook voorkomen dat een gemeente omvangrijke investeringen pleegt
waarvoor uiteindelijk niet of nauwelijks draagvlak onder de inwoners is, aldus De Vos.
In het onderzoek is ook gekeken naar het beeld dat Nederlanders bij de grote steden
hebben. Onder de grote steden zijn Utrecht en Eindhoven volgens de Nederlanders de
woonsteden bij uitstek. Amsterdam wordt door 75 procent van de Nederlanders vooral als
een winkelstad beschouwd. Rotterdam is nog steeds de onbetwiste werkstad, ongeveer 80
procent vindt Rotterdam synoniem voor zaken en industrie. Daarnaast associëren de
ondervraagden de Maasstad nadrukkelijk met evenementen. Utrecht is volgens 60 procent van
de ondervraagden dé studentenstad van Nederland, terwijl 60 procent van de
ondervraagden Eindhoven als kennisstad van Nederland beschouwt. Den Haag is volgens 75
procent van de Nederlanders vooral een stad met historie, zo blijkt uit het onderzoek.