Provincie wil het lozen van zilt grondwater zoveel mogelijk terugdringen
Glastuinbouw- en boomteeltbedrijven in Zuid-Holland die gebruik maken van ontzilt grondwater als aanvullend gietwater dienen voortaan voor het lozen van de overgebleven ingedikte zoutoplossing - brijn - in de bodem een ontheffing aan te vragen.
Brijnlozingen in de bodem kunnen nadelige effecten hebben op de kwaliteit van het grondwater. Wie brijn wil lozen op grote diepte in de bodem heeft daarvoor een ontheffing van de overheid nodig. De provincie Zuid-Holland wil het aantal brijnlozingen zoveel mogelijk terugdringen omdat het schadelijk kan zijn voor het milieu. Het is bovendien in strijd met de huidige wetgeving omdat het in beginsel verboden is om op grond van het Lozingenbesluit Bodembescherming en de Europese Kaderrichtlijn Water afvalstoffen te lozen in de bodem. Voor het onttrekken van grondwater geldt overigens altijd al dat dit gemeld dient te worden bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Hier komt dus nu het melden van brijnlozingen bij.
Gedeputeerde Staten hebben besloten tot 4 juli 2013 een overgangsbeleid te hanteren zodat de tuinders genoeg tijd krijgen om over te kunnen schakelen op alternatieven. Het Lozingenbesluit Bodembescherming behoeft nog niet strikt te worden nageleefd. Na die datum geldt dat het wettelijke kader van het Lozingenbesluit Bodembescherming van toepassing is.
Op korte termijn ontvangen alle glastuinbouw- en boomteeltbedrijven in Zuid-Holland een informatiepakket met het verzoek om te melden of wel of niet brijn lozen. De provincie Zuid-Holland kan er op deze wijze op toezien dat ieder bedrijf de benodigde vergunningen en ontheffingen beschikt.
Bron: afdeling Communicatie 070 - 441 66 22
Provincie Zuid-Holland