De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 22 september 2006,
Doorkiesnummer 2060700140
Ons kenmerk SV/R&S/2006/91332
Onderwerp Kamervragen van het lid Van Hijum Datum 9 november 2006
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Hijum (CDA) over een
pilot met het participatiebeleid voor chronisch zieken en gehandicapten (uw kenmerk:
2060700140).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage(n): Antwoorden op Kamervragen (kenmerk 2060700140)
Ons kenmerk SV/R&S/2006/91332
2060700140
Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over een pilot met het participatiebeleid voor chronisch zieken en gehandicapten. (Ingezonden
21 september 2006)
Vraag 1
Kent u de uitkomsten van het onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) uit 2005, waaruit
blijkt dat de wens van het kabinet om te komen tot één participatiebudget voor mensen met een
chronische ziekte of handicap die maatschappelijk willen participeren, goed te realiseren is? 1
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van het rapport "Startnotitie Participatiebudget" van november 2005
van Andersson Elffers Felix, geschreven in opdracht van Per Saldo, belangenvereniging van
mensen met een persoonsgebonden budget. In het AEF-rapport worden de wensen van cliënten
beschreven op gebied van het participatiebudget.
Vraag 2
Deelt u de mening dat één participatiebudget de kansen van mensen met een chronische ziekte
of handicap op maatschappelijke participatie vergroot omdat deze mensen meer keuzevrijheid
krijgen en zij tegelijkertijd een sterke vermindering van de administratieve lasten ervaren?
Antwoord 2
Het kabinet heeft eerder aangegeven positief te staan tegenover verlichting van administratieve
lasten en het vergroten van de keuzemogelijkheden van de burger en te willen onderzoeken
wat in het verlengde van het project tot stroomlijning van de indicatiestelling de
mogelijkheden zijn om te komen tot verdere stappen op het gebied van keuzemogelijkheden
voor de burger.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het kabinet zich eerder2, een warm voorstander heeft getoond van het
verkennen van de mogelijkheden van het participatiebudget?
Vraag 4
Kunt u voorts bevestigen dat op basis van de uitkomsten van eerder genoemd onderzoek van
AEF de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en van
1 Brief van Per Saldo d.d. 12 september 2006 aan de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, (ingenomen onder kenmerk SZW0600647)
2 O.a. in het IBO-rapport "Toekomst AWBZ", juni 2006 en in de voortgangsrapportages Administratieve
Lastenverlichting, juni 2006
---
Ons kenmerk SV/R&S/2006/91332
Volksgezondheid, Welzijn en Sport reeds in het voorjaar van 2006 aangegeven hebben met het
participatiebudget te willen experimenteren door middel van het starten van een pilot?
Vraag 5
Klopt het dat u (nog) geen start wilt maken met een pilot, maar nogmaals een onderzoek wilt
laten uitvoeren naar de mogelijkheden van een participatiebudget of naar de vraag of er
überhaupt een pilot gestart moet worden?
Antwoorden 3, 4 en 5
Zoals is toegezegd aan de TK in het schriftelijk overleg op 8 juni 2006 (Vergaderjaar 2005-
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid