Gemeente Rotterdam

Datum 8 november 2006
Kenmerk

Persbericht

Persbericht
Vier grote steden willen jeugd meer kansen kunnen bieden Oproep aan het Rijk in het Jeugdmanifest

Meer ruimte om lokale regie te voeren op het onderwijs- en jeugdbeleid, resultaatgerichte samenwerking met lokale partners, gerichte inzet van middelen voor de jeugd en méér investeren in preventie. Dat is de oproep van het Jeugdmanifest waarmee wethouders Aboutaleb (Amsterdam), Geluk (Rotterdam), Dekker (Den Haag) en Den Besten (Utrecht) zich op 8 november aan het huidige en komende kabinet richten.

De vier grote steden zijn als pijlers in de Randstad de economische motor van Nederland. Om mee te blijven doen in de veranderende wereldeconomie, moeten deze steden volledig gebruik kunnen maken van het arbeidspotentieel. De economie heeft steeds grotere behoefte aan geschoolde arbeid. Daarvoor is cruciaal dat de jongeren in de grote steden zich verbonden voelen met hun stad en dat zij met een afgeronde opleiding aan de start verschijnen.

In de grote steden missen te veel jongeren die start. Gebrekkige samenwerking tussen scholen en jeugdinstanties laten jongeren glippen en maken het systeem inefficiënt. Ook de hulp en zorg voor jongeren die buiten de boot dreigen te vallen kan veel beter en efficiënter. In het Jeugdmanifest geven de vier grote steden aan dat zij meer kunnen doen aan het ontwikkelen van kansen voor hun jeugd, als zij daarvoor meer mogelijkheden krijgen.

Concreet willen zij van het huidige en komende kabinet: 1. De bestuurlijke regie op de gehele jeugdketen, waarbij de gemeente desnoods afspraken met instanties moet kunnen afdwingen. Nu zijn de afspraken met schoolbesturen en jeugdinstanties nog te vrijblijvend. 2. Per stad één budget van het Rijk waarbij de gemeente zelf de prioriteiten kan leggen waar zij in wil investeren. Dit is doelmatiger en doeltreffender dan het huidige woud van kleinere budgetten voor specifieke doelen. 3. De komende vier jaar E 625 miljoen extra investeringen van het Rijk in activiteiten die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van de jeugd: zo vroeg mogelijk beginnen met leren (vroeg- en voorschoolse educatie), zo veel mogelijk leertijd per dag (de Brede School) en zo individueel mogelijke begeleiding als jeugd dreigt niet mee te kunnen komen (onder meer opvangvoorzieningen en de Centra voor Jeugd en Gezin).

noot voor de redactie/