Jos Nijhuis (PwC): gedragscode diversiteit verkeerde oplossing
Pwc
http://www.pwc.com/nl
Meer diversiteit nodig voor innovatie
Jos Nijhuis: 'Gedragscode niet juiste manier om cultuur te veranderen'
'De Nederlandse innovatiekracht stijgt wanneer meer vrouwen doorstromen naar de top van
het bedrijfsleven. Daarvoor is het wel nodig dat de politiek de discussie over gratis
kinderopvang in relatie tot verhoging van de arbeidsparticipatie verbreed.' Dat zegt Jos
Nijhuis, voorzitter Raad van Bestuur PricewaterhouseCoopers, vanmiddag tijdens de
slotmanifestatie van het Ambassadeursnetwerk 2005/2006. Met zijn toespraak sluit Jos
Nijhuis zijn voorzitterschap van het Ambassadeursnetwerk 2005/2006 af.
Uit een vandaag door PricewaterhouseCoopers gepubliceerd onderzoek onder leidinggevenden
blijkt dat een ruime meerderheid vindt dat de innovatiekracht van Nederland ten opzichte
van andere landen achterblijft. Driekwart zegt dat er meer actie moet worden ondernomen
om de innovatiekracht te vergroten. De relatie die leidinggevenden leggen tussen
diversiteit en innovativiteit is opvallend: een grote meerderheid van 73% vindt dat het
Nederlandse bedrijven aan innovatiekracht wint door meer gebruik te maken van
diversiteit. Daarnaast is 64% van mening dat door meer gebruik te maken van de kracht van
diversiteit, producten en diensten beter gaan aansluiten bij de wensen van de afnemers.
Het onderzoek is uitgevoerd door B&N PanelWizard.
Ruim 70% voelt niets voor wetgeving die diversiteit zou moeten stimuleren. Ook voor een
gedragscode tussen overheid en bedrijfsleven bestaat weerstand: 43% gelooft niet dat het
doorvoeren van een dergelijke gedragscode vrouwen een reëler uitzicht biedt op
hogere functies. Ook Jos Nijhuis is geen voorstander van nieuwe regelgeving of een
gedragscode. 'Het is typisch Nederlands om de cultuur te willen veranderen door
regeltjes, zonder ons daarbij af te vragen waarom vrouwen nog altijd minder snel
carrière maken dan mannen. Bovendien roepen convenanten weerstand op, waardoor we
het risico lopen dat het bedrijfsleven in zijn diversiteitsdenken een paar jaar
teruggeworpen wordt. Het benutten van het vrouwelijke talent is vooral zaak van het
bedrijfsleven zelf. Als Nederland echt werk wil maken van een betere doorstroming van
vrouwen naar de top, dan moeten bedrijven leren de verschillen tussen mannen en vrouwen
beter te omarmen. Hoe meer verschillen hoe groter onze denkkracht, hoe beter onze
ideeën, dienstverlening en kwaliteit. Die denkrichting moet een plek krijgen in de
bewustwording van de top van het bedrijfsleven.'
Nijhuis vervolgt: 'Het gebrek aan diversiteit is geen vrouwenprobleem. Het is een
vraagstuk dat direct terug te leiden is naar de cultuur van de samenleving. En via die
weg moet het ook aangepakt en benaderd worden. Diversiteit gaat over barrières
weghalen en organisatiecultuur veranderen, maar bovenal duidelijk maken dat meer
diversiteit leidt tot betere kwaliteit. En dat is meer dan 'dingetjes' regelen.'
Volgens hem kan de Nederlandse overheid zich beter richten op hervorming van het aloude
schoolsysteem. 'De discussie rond kinderopvang in relatie tot de arbeidsparticipatie van
vrouwen moet worden verbreed. Te lang is verzuimd om het archaïsche schoolsysteem -
van crèche tot en met de middelbare school - te hervormen naar Frans voorbeeld.
Het is niet meer van deze tijd dat ouders om 8.15 uur hun kinderen naar school moeten
brengen, ze rond het middaguur moeten ophalen, om ze vervolgens om 13.00 weer terug te
brengen en om 15.30 weer op te halen.' In Frankrijk is de voor-, tussen- en naschoolse
opvang zo ingericht dat kinderen 's morgens worden opgehaald, tussen de middag samen eten
en andere activiteiten ondernemen, na school samen sporten of muziek maken en 's avonds
weer thuis worden afgezet. 'Het mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds zijn er minder
barrières voor ouders om deel te nemen aan het arbeidsproces en anderzijds brengt
het ouders rust en daardoor meer toewijding tijdens hun zorguren', aldus Jos Nijhuis.