Ministerie van Verkeer en Waterstaat

algemene ledenvergadering van de KVNR

Toespraak | 06-11-2006 | Driebergen | Karla Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Als u mij vraagt `Waarom de Nederlandse vlag?' dan zeg ik natuurlijk `Omdat het de mooiste vlag van allemaal is!'. En zo voel ik dat echt. Ik ben trots op Nederland en ik ben trots op onze nationale driekleur.

Officieel staat het rood-wit-blauw voor de eenheid en onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. Maar u en ik weten natuurlijk dat onze vlag ook het herkenningsteken is van een vloot die overal ter wereld wordt geassocieerd met topkwaliteit. En ook dát is iets om trots op te zijn!

We evalueren bij Verkeer en Waterstaat momenteel de afgelopen tien jaar van ons zeescheepvaartbeleid. En dat is echt meer dan een simpele blik achterom. We onderzoeken werkelijk van alles. We bestuderen bijvoorbeeld - samen met de collega's van Financiën - het effect van de fiscale maatregelen waar u mee te maken heeft gekregen. Dat kost veel tijd en maakt mij wat ongeduldig. Maar de uitkomsten dienen als basis voor onze nieuwe zeescheepvaartvisie, en dan moeten de cijfertjes natuurlijk helemaal kloppen. We zijn inmiddels ver gevorderd. Ik verwacht dan ook dat we in de eerste helft van 2007 met de visie naar buiten zullen komen.

Uit onze evaluatie blijkt tot dusver dat de Nederlandse vloot lekker op koers ligt. Voor zover ik kan beoordelen, behalen de meeste rederijen mooie bedrijfsresultaten. Ook in andere opzichten is er reden tot optimisme. Zo gaat het bijvoorbeeld goed met de veiligheid. Het aantal ongevallen op Nederlandse schepen is flink afgenomen en daardoor waren er minder doden te betreuren. Wie mij een beetje kent weet dat ik dat heel belangrijk vind. Verder zijn we een stuk milieuvriendelijker geworden. Dat zie je onder meer terug in de geslonken hoeveelheid olie die in het Nederlandse deel van de Noordzee wordt geloosd. Ruim tien jaar geleden nog negenhonderdduizend liter, nu nog `maar' vijftigduizend. Ik moet er wel bij zeggen dat deze reductie natuurlijk niet alleen te danken is aan onze eigen vloot. Ook andere schepen die door onze territoriale wateren varen lozen minder dan voorheen. Bovendien: ik zei `maar' vijftigduizend, maar laten we die maar maar gauw tussen aanhalingstekens zetten want het zijn natuurlijk nog wel mooi vijftigduizend liters te veel.

Helaas is er ook minder goed nieuws. Het rood-wit-blauw doet het in vergelijking met andere Europese vlaggen gewoon minder goed dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Andere landen groeien sneller dan wij en dat vraagt om een antwoord. In onze nieuwe scheepvaartvisie komen we dan ook zeker op dit onderwerp terug. Ook in andere opzichten laat de Nederlandse vlag wat steekjes vallen.
Over de prestaties van de Nederlandse vlag in de zogenaamde Port State Control- cijfers wil ik hier een kritische noot plaatsen.

Als ik naar de "white list" van zowel de Paris als de Tokio MOU kijk, en ik tel de posities van de Nederlandse vlag bij elkaar op, dan scoren we niet zo overtuigend. Met name als ik dit vergelijk met de posities van bijvoorbeeld Groot-Brittannië, Duitsland en Denemarken. Met name de twintigste positie op de Tokyo MOU "white lists" doet ons hierbij de das om. En het zijn met name de afgelopen jaren waarin een verslechtering van onze positie is waar te nemen. We kunnen dus met elkaar vaststellen dat we voorlopig nog niet op de voorplecht van het zonnetje kunnen gaan genieten. Ik heb liever nog even alle hens aan dek.

Dames en heren,

Niet alleen het ministerie van Verkeer en Waterstaat ontwikkelt een nieuwe visie, de KVNR heeft dat ook gedaan. En al reageer ik natuurlijk heel verrast als ik zo direct het eerste exemplaar in ontvangst neem, het concept heb ik al doorgebladerd. En ik kan u zeggen: de toon bevalt me! Ik ben het helemaal eens met uw opmerking dat rederijen en brancheorganisaties een eigen verantwoordelijkheid hebben bij het oppakken van bepaalde zaken. Dus niet alleen leunen op de overheid, maar zélf proberen de klus te klaren! Ook veel doelstellingen uit uw visie spreken mij echt aan. U wilt de gemiddelde groei van de zeevaartsector verdubbelen en het aantal schepen dat onder Nederlandse vlag vaart verhogen van 750 naar 1200. Dat is nog eens klare taal!

Voordat u denkt dat ik het op alle punten met de visie van de KVNR eens ben: zo is het ook weer niet. U schrijft bijvoorbeeld dat alle Nederlanders reders een pro-actief veiligheids- en milieubeleid voeren. Dat is mooi! Wat daarbij opvalt is dat u op de volgende bladzijde van uw visie pleit voor een fiscale tegemoetkoming. U stelt dat ex-zeevarenden die aan de wal milieu- en veiligheidstaken verrichten fiscaal bevoordeelt moeten gaan worden. Naar mijn idee hoort een pro-actief veiligheids- en milieubeleid gewoon bij de standaard verantwoordelijkheden van een rederij. Daar hoeft geen subsidie tegenover te staan. Verder vind ik sowieso dat het onderwerp milieu er in uw visie een beetje bekaaid vanaf komt. Het hangt er een beetje bij, daar achteraan in uw visie. Op dit punt zijn zou u best wel iets creatiever kunnen zijn.

En dan viel mij nog iets anders op. U wilt de loonfaciliteit van 40 procent oprekken naar 45 procent. Ik twijfel of we dat er in Brussel door zouden krijgen. Daar moeten we dus nog maar eens goed met elkaar over praten. Ik denk dat we al heel blij mogen zijn dat we de afdrachtvermindering op 40 procent hebben kunnen houden en dat dit percentage straks ook geldt voor zeevarenden uit andere lidstaten. Dat is eerlijk voor de mensen en goed voor de Nederlandse vlag.

Daarmee kom ik een ander punt uit uw visie, namelijk de maatregelen die u oppert om de positie van zeevarenden te verbeteren. Ik kan mij absoluut in de voorstellen vinden. Jaren geleden subsidieerde Verkeer en Waterstaat het project Strategisch Personeelsbeleid en ik zie veel overeenkomsten met die voorstellen die toen ook al zijn gedaan. Door de positie van zeevarenden te verbeteren, maken we het beroep aantrekkelijker en kunnen we de instroom van gemotiveerde en gekwalificeerde mensen vergroten. Dat zal ertoe leiden dat de Nederlandse vlag ook op lange termijn symbool staat voor een vloot van topkwaliteit. Onze neuzen staan op dit dossier duidelijk in dezelfde richting. En dat lijkt me een prima basis om samen verder te gaan.

Voordat ik het woord aan de voorzitter geef, wil ik nog even iets zeggen over de uitgifte van IVW-certificaten. De service moet beter - u heeft dat in eerdere gesprekken die wij met elkaar hadden terecht opgemerkt. We zijn dan ook serieus met dit dossier aan de slag gegaan maar ik moet er meteen bij zeggen: er komt veel bij kijken en we hebben dus tijd nodig. Ik wil u toch vragen eerst de resultaten af te wachten. Ik weet dat de KVNR nadenkt over een ander opzet van de IVW, maar daar wil ik nu zo kort na de reorganisatie van IVW nog niet over nadenken. Laten we eerst maar eens goed kijken naar de tussentijdse resultaten, anders stapelen we reorganisatie op reorganisatie. Ik wil u dus vragen nog even geduld te hebben.

Dames en heren,

Om heel eerlijk te zijn: toen ik uw visie las, speet het mij een beetje dat ik al heb besloten na de verkiezingen niet terug te keren als minister van Verkeer en Waterstaat. Want ik zou best nog even samen met u op de brug willen staan. Maar ik ben ervan overtuigd dat u ook met mijn opvolger in staat bent die Nederlandse vlag weer te laten wapperen zoals we gewend waren.

Dank u wel