Provincie Drenthe

Gedeputeerde Tanja Klip-Martin: Provincies baas in eigen bodem 08 Nov 2006

"De provincie moet baas blijven in eigen bodem en kernafval past er niet in. Nu niet en in de toekomst niet." Met deze woorden sloot gedeputeerde Tanja Klip-Martin (VVD) haar betoog af tegen de mogelijke opslag van kernafval in Drentse zoutkoepels. De milieu- en energiegedeputeerde hield haar betoog op uitnodiging van de Noordelijke Milieufederaties op landgoed Overcinge in Havelte waar ook staatssecretaris Van Geel en voorzitter van het Klimaatverbond Hetty Hafkamp spraken.

Gedeputeerde Klip geeft aan dat de provincie veel betere plannen heeft met de Drentse bodem. Zij noemde de opslag van CO2 waarvoor Drenthe onlangs samen met marktpartijen en andere overheden het eerste on-shore onderzoek ter wereld van start heeft laten gaan. Dat onderzoek moet de milieueffecten van die opslag in beeld brengen. Andere plannen zijn de winning van aardwarmte en warmte- en koudeopslag.
"De bodem biedt zoveel mogelijkheden, waar we eigenlijk nog zo weinig van af weten. Daarom bereidt Drenthe op dit moment als eerste provincie een 3-dimensionaal omgevingsplan voor waarbij we de bodem in samenhang ontwikkelen met ons beleid boven het maaiveld. Zo zien wij de toekomst en daar hoort provinciale zeggenschap over de bodem bij," zo zegt de portefeuillehouder milieu en energie. De bevoegdheden over de bodem dreigen opnieuw van de provincies aan het rijk te vervallen door wetvoorstellen van het ministerie van VROM. Vorig jaar hebben de provincies succesvol een stokje gestoken voor de veegwet van 2005, maar nu moeten ze weer hun zeggenschap over de bodem verdedigen.

De zeggenschap is nodig om de 3D-plannen voor de bodem te kunnen uitvoeren. "De plannen die ik noemde zijn mogelijke oplossingen voor hetzelfde energievraagstuk waar staatssecretaris Van Geel ook mee worstelt, alleen die van ons zijn duurzaam en veel minder gevaarlijk. Het spreekt voor zich dat wij die niet willen laten dwarsbomen door kernafval in onze bodem," aldus Klip-Martin. Als het kernafval eenmaal in de Drentse zoutkoepels zit, belemmert dat de ontwikkeling van de bodem voor andere doeleinden. Het Rijk is ondanks de terugneembaarheid van het afval niet van plan dat ooit weer naar boven te halen. Met die term stelt het Rijk volgens de gedeputeerde burgers onterecht gerust.

Gedeputeerde Klip noemt nog een reden voor het afwijzen van radioactief kernafval in de Drentse ondergrond. In haar ogen zijn de risico's niet voor 100% uitgesloten. Het is bijvoorbeeld niet zeker of de zoutkoepels volledig stabiel zijn. In Duitsland blijkt dat ook enorm tegen te vallen en dat is voor Klip reden genoeg om de Drentse bodem niet beschikbaar te stellen voor opslag van het gevaarlijke kernafval.