Ministerie van Justitie

Advies RSJ over leeftijdsgrens adoptie

Persbericht | 08-11-2006

De minister van Justitie wil ruimere leeftijdsgrenzen voor mensen die een buitenlands kind willen adopteren. Dat is niet in het belang van die kinderen, aldus de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming in een advies aan de minister.

De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) bepaalt de maximumleeftijd waarop iemand een kind uit het buitenland mag adopteren. De minister wil de maximumleeftijd fors verhogen (50 jaar voor de jongste en 56 jaar voor de oudste of enige adoptiefouder), maar de Raad vindt dat de bestaande maximumleeftijd (46 jaar) gehandhaafd moet blijven. Een groter leeftijdsverschil tussen het kind en de adoptiefouders is niet in het belang van het kind.

Het voorstel tot leeftijdsverruiming komt onverwacht, omdat minister Donner nog maar kort geleden handhaving van de bestaande leeftijdsgrens met tal van argumenten in de Tweede Kamer heeft verdedigd. De Raad meent dat het voorstel om de leeftijdsgrens aanzienlijk te verhogen alleen wordt ingegeven door de belangen van aspirant-adoptiefouders en niet die van de kinderen.

Over het belang van het (te adopteren) kind zegt de Raad onder meer: adoptie van een buitenlands kind is alleen verantwoord als deze een onmiskenbare meerwaarde voor het betreffende kind heeft. De in velerlei opzicht totale `breuk' met het eigen achterland moet in meer dan voldoende mate worden gecompenseerd door het te verwachten toekomstperspectief (in al zijn facetten) voor het kind. Het `belang van het kind' dient dan ook nadrukkelijk te worden ingevuld als het minst schadelijke alternatief, gegeven dat het kind niet in het eigen gezin kan blijven. Zo dient niet alleen te worden gekeken naar de leeftijd van aspirant-adoptiefouders op het moment van opneming van het adoptiekind maar ook naar de toekomst: een 55-jarige adoptiefouder kan op het moment van opneming van het adoptiekind gezond en vitaal zijn, maar zal 70 jaar zijn wanneer het kind 15 jaar is en in de puberteit zit.