Kennisinfrastructuur gevaarlijke stoffen moet beter

Adviesraad gevaarlijke stoffen

Adviesraad krijgt handen op elkaar voor kennis over veiligheid gevaarlijke stoffen

De kennisinfrastructuur op het gebied van gevaarlijke stoffen moet beter, concludeerde de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen onlangs in een verkennend onderzoek. De ruimte in Nederland wordt steeds intensiever gebruikt, maar de kennis over gevaarlijke stoffen blijft achter. Opleidingen besteden onvoldoende aandacht aan veiligheid, terwijl het vervoer van gevaarlijke stoffen de komende jaren alleen maar toeneemt. Chemische bedrijven, belangrijk voor de Nederlandse economie, hebben er baat bij als de overheid een gelijkwaardige gesprekspartner is, maar de kennis bij de overheid blijft achter. En zo zijn er meer zaken die op de urgentie van een betere kennisinfrastructuur duiden. Daarom nodigde de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen twintig 'beslissers' uit de overheid, het bedrijfsleven en onderwijs en onderzoek uit om dit te bespreken, op 31 oktober 2006. Met positieve resultaten, want partijen spraken af te gaan samenwerken. In de nabije toekomst organiseren betrokkenen dat bestaande kennis op de verschillende niveaus beter wordt benut. Bovendien bevorderen zij meer deskundigheid. Verder stellen de gesprekspartners een kennisagenda op voor 2010, met daarin aandacht voor nieuwe kennis. Het ministerie van VROM beloofde het initiatief verder op te pakken.

Waarom is een goede kennisinfrastructuur zo belangrijk? Door de economische groei wordt Nederland alsmaar 'voller'. Wonen, werken en het transport van gevaarlijke stoffen komen steeds dichter bij elkaar. De ruimtelijke ordening wordt daardoor ingewikkelder; hoe dicht op het spoor mag er nog gebouwd worden? En, denkend aan de discussie over de chloortrein, welke risico's zijn acceptabel? En hoe worden die risico's op een betrouwbare en voor iedereen heldere manier berekend? Ook komt de hulpverlening voor complexere situaties te staan; hoe ontwikkelt een gaswolk zich bijvoorbeeld tussen flatgebouwen? En hoe evacueren we een druk treinstation tijdens de spits? Verder brengt de komst van nieuwe energiedragers, zoals waterstof en vloeibaar aardgas, nieuwe veiligheidsvraagstukken met zich mee.

De Adviesraad Gevaarlijke Stoffen constateert dat de kennisinfrastructuur onvoldoende is toegerust om deze ontwikkelingen op een veilige manier het hoofd te bieden. Belangrijke spelers wisselen onderling te weinig kennis uit. Zo investeren onderdelen van de overheid vaak onafhankelijk van elkaar in deelgebieden van veiligheid en gevaarlijke stoffen. Ook is er onvoldoende samenwerking tussen enerzijds de praktijk, van bijvoorbeeld hulpverlening en gemeenten, en anderzijds onderzoeksinstellingen en de centrale overheid. Daardoor is onderzoek vaak onvoldoende afgestemd op vragen uit de praktijk. Ook blijven kansen liggen omdat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek lang niet altijd vertaald worden naar bruikbare gegevens en instrumenten voor de praktijk. Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van veiligheid en gevaarlijke stoffen heeft weinig prioriteit, is vaak versnipperd en afhankelijk van incidenten of een toevallige persoonlijke interesse. Er is onvoldoende zicht op de lange termijn. Evenmin is er overzicht op de in Nederland en internationaal aanwezige kennis.

Bovendien maakt de Adviesraad zich zorgen over het kennisniveau bij overheid en het midden- en kleinbedrijf. Nieuwe wetgeving geeft niet langer gedetailleerde middelvoorschriften op bouten- en moerenniveau, maar algemene doelvoorschriften. Dit vraagt van de overheid een andere manier van toezien op veiligheid, waarvoor ook een ander soort deskundigheid gevraagd wordt. En bij bedrijven is speciale kennis nodig om de doelvoorschriften om te zetten in concrete maatregelen. Grote chemische bedrijven hebben heel gespecialiseerde kennis, maar kleinere bedrijven lang niet altijd.

De Adviesraad besloot een aanzet te geven tot verbetering en nodigde vertegenwoordigers van onder andere chemische bedrijven, grote kennisinstituten, NWO en de betrokken ministeries aan tafel, om spijkers met koppen te slaan. De genodigden onderschreven het het belang van een goede kennisinfrastructuur, zo bleek al snel. Iedereen was het er over eens dat de initiatieven voor kennisontwikkeling op het gebied van veiligheid en gevaarlijke stoffen beter georganiseerd en gebundeld moeten worden. Het ministerie van VROM bood aan om leiding te geven aan de voorgenomen samenwerking. De Adviesraad Gevaarlijke Stoffen zal voor het einde van dit jaar een advies uitbrengen over de contouren van de toekomstige kennisinfrastructuur op het gebied van veiligheid en gevaarlijke stoffen.

Dit initiatief van de Adviesraad is een vervolg op het advies Ruimte voor Expertise, waarin de aanbeveling staat om de afstemming tussen beleid en de kennis over externe veiligheid structureel te verbeteren.

Mededeling voor redactie: Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer N.H.W. van Xanten, algemeen secretaris, tel. 070-3391807

Het verkennend onderzoek van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen is mede gebaseerd op interviews die wetenschapsjournalist Joost van Kasteren met 21 deskundigen 'uit het veld[' voerde. De teksten van deze interviews en ook het position paper dat de Adviesraad opstelde voor de bijeenkomst van 31 oktober kunt u downloaden op www.adviesraadgevaarlijkestoffen.nl. Voor fotomateriaal kunt u contact opnemen via bovenstaand telefoonnummer.