Verklaring Verbond over berichtgeving beleggingsverzekeringen
Voor verzekeraars is het vertrouwen van de consument cruciaal. Daarom
heeft de branche in het verleden, in samenwerking met de
toezichthouder, diverse initiatieven genomen om de
informatievoorziening omtrent beleggingsverzekeringen te
optimaliseren.
Te denken valt aan de Wet financiële dienstverlening, met
aangescherpte kwaliteits- en zorgplichteisen, die op 1 januari 2006 is
ingegaan. Ook is de Financiële Bijsluiter vernieuwd.
De instelling van de commissie Transparantie Beleggingsverzekeringen
(commissie De Ruiter) is eveneens een recent voorbeeld van een
initiatief om de transparantie te verbeteren.
Om deze commissie de ruimte te bieden tot gedegen en onafhankelijk
advies te komen, heeft het Verbond van Verzekeraars zich tot op heden
terughoudend opgesteld in de discussie die in de media is ontstaan.
Wel heeft het Verbond al aangegeven de aanbevelingen van de commissie
De Ruiter, die immers door de branche zelf is ingesteld, voor de
nabije toekomst zeer serieus te zullen nemen. Naar verwachting zal de
commissie De Ruiter eind 2006 advies uitbrengen.
Wij kunnen ons echter voorstellen dat de recente berichten in de media
tot ongerustheid hebben geleid bij degenen die in het verleden een
beleggingsverzekering hebben gesloten. Voor zover ons beeld strekt,
voldeed de informatievoorziening aan deze klanten door verzekeraar
en/of adviseur aan de eisen die daar op dat moment aan werden gesteld.
Zo zijn de in rekening gebrachte kosten doorberekend in de
gepresenteerde voorbeelden aan de klanten. Dit betekent dat de
uitkomsten alleen in negatieve zin kunnen afwijken van de
voorbeeldkapitalen indien het beleggingsrendement tegenvalt, en niet
door onverwachts opgevoerde kosten.
Daarbij geldt dat beleggingsverzekeringen naar hun aard tot relatief
gunstiger uitkomsten leiden naarmate de looptijd toeneemt, omdat de
kosten zwaarder op de eerste jaren drukken. Tussentijdse beëindiging
van de overeenkomst is in de regel ongunstig voor de klant. De kosten
van een beleggingsverzekering zullen in de regel hoger liggen dan die
van een beleggingsfonds. Dit wordt veroorzaakt doordat in de kosten
van de beleggingsverzekering doorgaans ook de kosten van advies, het
overlijdensrisico en/of het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn
meegenomen. Bovendien zijn hierin de kosten van aanpassingen van de
polis aan nieuwe wet- en regelgeving meegenomen, waar deze kosten bij
andere beleggingsproducten doorgaans apart in rekening worden
gebracht.
Voor de goede orde merken wij op dat er in de Nederlandse
verzekeringssector een grote diversiteit van aanbieders en producten
bestaat. Het Verbond van Verzekeraars gaat daarom niet op concrete
gevallen in.
Consumenten die zich zorgen maken over hun beleggingsverzekering,
kunnen zich melden bij hun adviseur of verzekeraar en zich daarna
eventueel wenden tot de onafhankelijke Ombudsman Verzekeringen.
7 november 2006
Verbond van Verzekeraars