KNHS


BTW op paarden blijft 6% 2/11/2006

Actie Sectorraad Paarden succesvol.

Deze week werd in de Tweede Kamer een amendement aangenomen, waarin is vast gelegd dat de voorgenomen verhoging van het BTW-tarief voor paarden, van 6 % naar 19 %, niet wordt opgenomen in het belastingplan 2007 en dat Financiën met nadere gegevens moet komen. Als Financiën de verhoging toch wil doorzetten, dan kan dit slechts via een separaat wetsvoorstel of in een volgend belastingplan (2008).

In het belastingplan 2007 van Minister Zalm was een verhoging voorzien van het BTW-tarief van 6% naar 19% voor paarden, rundvee, schapen, geiten en varkens voor zover niet bestemd voor voortbrenging of productie van voedingsmiddelen, dan wel voor gebruik in de landbouw. Deze verhoging treft voornamelijk sport- en recreatiepaarden en leveringen van landbouwhuisdieren aan hobbydierhouders. De afgelopen periode is vanuit de Sectorraad Paarden, mede in overleg met de FNHO en LTO Nederland, een vuist gemaakt tegen het voornemen om de BTW te verhogen. Naast een geslaagde publiciteitscampagne vanuit de sectorraad is er veel contact geweest met Tweede Kamerleden. Met het amendement van CDA en VVD (De Nerée tot Babberich en Dezentjé Hamming
- Bluemink) vervalt de voorgenomen bepaling. Het amendement heeft verder als doel dit onderwerp grondiger te onderzoeken. De volgende vragen worden onder meer gesteld: Waarom leggen andere lidstaten de EU-regels anders uit en hebben zij geen verhoging? Is er geen afwijking mogelijk in Europees verband? De komende periode zal vanuit de sectorraad actie worden ondernomen om dit plan ook definitief van tafel te krijgen. De FNRS (Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra), die zich de laatste 10 jaar hard heeft gemaakt voor een transparante en duidelijke btw regeling, wil nu graag ook de bredere fiscale problematiek in de paardensector aan de orde stellen. Hierbij wordt onder meer gedacht aan de gecompliceerde situatie met de BTW op de africhting van paarden en op pensionstalling. Ook deze problematiek zal bij de Tweede Kamer aanhangig worden gemaakt teneinde ook hiervoor een structurele oplossing te verkrijgen.