European Union



IP/06/1507

Brussel, 6 november 2006

Europeanen volgens EU-enquête klaar voor de uitdagingen op de arbeidsmarkt

Uit een nieuwe enquête, die vandaag gepubliceerd is, blijkt dat het merendeel van de Europeanen een positief beeld heeft van de rol van de EU op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken. Ook zeggen drie van de vier Europeanen dat de Europese Unie positieve invloed uitoefent op de toegang tot onderwijs en scholing, de schepping van nieuwe werkgelegenheid en de bestrijding van de werkloosheid. Uit de enquête komt tevens naar voren dat de overgrote meerderheid van de Europese werknemers er alle vertrouwen in heeft dat zij op korte termijn aan de slag blijven. Een even groot aantal gaat ervan uit dat een "baan voor het leven" verleden tijd is. De meeste respondenten wijzen met nadruk op het grote belang van regelmatige scholing en aanpassingsvermogen om voor nieuw werk inzetbaar te zijn. In dit verband spreekt een groot aantal waardering uit voor het Europees Sociaal Fonds, dat mensen die hun vaardigheden en vooruitzichten op de arbeidsmarkt willen verbeteren steun verleent.

"Het is een positief gegeven dat mensen hoe langer hoe meer gaan beseffen dat zij een leven lang moeten leren om inzetbaar te blijven. Dit is van het allergrootste belang voor zowel flexibiliteit als zekerheid. Uit het verslag "Werkgelegenheid in Europa 2006" komt echter naar voren dat dit juist het meest zwakke punt van de Europese arbeidsmarkt is," aldus het Commissielid voor werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen Vladimír Spidla in een reactie op de enquête (zie ook het IP/06/1506 over werkgelegenheid in Europa). En hij voegde daaraan toe: "Van de Europeanen gaan krachtige signalen uit dat zij zich willen aanpassen aan de noodzakelijke veranderingen op de Europese arbeidsmarkt. De overheid moet daarop in haar beleid inspelen en passende voorwaarden scheppen waardoor alle generaties hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt kunnen inbrengen.''

Zeven van de tien Europeanen is het ermee eens dat "arbeidscontracten ter stimulering van de werkgelegenheid flexibeler moeten worden". 84% van de Europeanen denkt dat zij hun eigen baan in het komende halve jaar zullen houden. Dit is 3 procentpunten meer dan in 2004. Ruim de helft heeft er relatief veel vertrouwen in dat zij na een eventueel ontslag nieuw werk zullen vinden. Dit vertrouwen is echter niet in alle lidstaten even groot. Als geboorteland van de zgn. "flexizekerheid" en als vaak aangehaald model voor de combinatie van flexibiliteit en zekerheid scoort Denemarken op dit punt het hoogst.

Het merendeel van de Europeanen (88%) gelooft dat men de eigen kansen op de arbeidsmarkt door regelmatige scholing kan verbeteren. Een aanzienlijk lager, maar toch nog wel behoorlijk aantal geeft aan in het afgelopen jaar daadwerkelijk de een of andere opleiding te hebben gevolgd (24%). Uit analyses blijkt dat opleidingen positief doorwerken op het vertrouwen van mensen dat zij hun huidige baan zullen houden en op de middellange termijn aan de slag zullen blijven.

In het algemeen heeft het merendeel van de Europeanen een positief beeld van het werk dat de EU op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken doet (56%).

Dit is 4 procentpunt meer (in de EU15) dan eind 2003. Drie van de vier respondenten zijn van mening dat de EU ook positieve invloed uitoefent op de toegang tot onderwijs en scholing (79%), de gelijkheid van mannen en vrouwen (76%) en de bestrijding van andere vormen van discriminatie (75%). 72% geeft voorts aan dat de EU een positieve bijdrage levert aan de schepping van nieuwe werkgelegenheid en de bestrijding van werkloosheid en 71% is van mening dat hetzelfde geldt voor de bestrijding van sociale uitsluiting en armoede.

De Europeanen zijn tevens grote voorstanders van door de EU bepleite maatregelen als regelmatige scholing voor werkenden (87%) en meer kinderopvang (82%). Zij zijn van mening dat méér mensen door dergelijke maatregelen aan de slag komen en blijven.

Ter ondersteuning van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de EU verleent het Europees Sociaal Fonds (ESF) financiële steun. In het positieve beeld van de rol van de EU op deze beleidsgebieden wegen de uitstekende prestaties van het Fonds mee. Een derde van de Europeanen kent het ESF, dat meestal in verband wordt gebracht met een van de talrijke activiteiten waaraan financiële steun is verleend. Zie voor meer informatie over de enquête:

http://ec.europa.eu/employment_social/news/2006/nov/euro_baro_report_e n.pdf
Een samenvatting van de enquête is te vinden onder:

http://ec.europa.eu/employment_social/news/2006/nov/euro_baro_summary_ en.pdf
Zie voor "Werkgelegenheid in Europa 2006":

http://ec.europa.eu/employment_social/news/2006/nov/employment_europe_ en.pdf