Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Toespraak tijdens de uitreiking van de Gouden Kaasboor

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dr. C.P. Veerman, uitgesproken door DG mevrouw drs. R.M. Bergkamp tijdens de uitreiking van de Gouden Kaasboor op 3 november 2006 in Gouda

Dames en heren,

Kaas is en blijft een belangrijk product, niet alleen voor de Nederlandse zuivelsector, maar ook voor de Nederlandse economie. Kaas bepaalt immers ook een beetje ons imago in het buitenland. En het gaat goed met onze kaas. De export nam in de eerste helft van 2006 met 6% toe. En Nederlanders gingen met een stijging van 2,2% nog meer kaas eten dan ze al deden. Dat terwijl de totale aankopen van melk en melkproducten juist met 3% daalden.

Maar de concurrentie rukt op. Wie op vakantie in de Franse supermarkt een stukje Gouda (spreek uit: koeda) bestelt, kan er niet vanuit gaan een Nederlands product op z'n croissantje te leggen. Want 'Gouda' en 'Edam' worden inmiddels wereldwijd geproduceerd. En ook in de Nederlandse supermarkten stijgt het aandeel van buitenlandse kazen.

Het ziet er naar uit dat de concurrentie in de komende jaren alleen nog maar sterker wordt. Als gevolg van de afspraken binnen de WTO en het nieuwe beleid op Europees niveau zullen interne steun, exportsubsidies en importheffingen verder afnemen. Als dan ook nog de melkquotering in 2015 eindigt, zoals wij bij LNV verwachten, dan wordt de zuivelwereld nog dynamischer. Het Landbouw Economisch Instituut heeft berekend dat de melkproductie in Nederland waarschijnlijk zal toenemen. Dat heeft gevolgen voor kaasmarkt. Nu al gaat immers maar liefst vijftig procent van de melk in de kaasbak, heb ik mij laten vertellen.

Daarom blijft aandacht voor kwaliteit en innovatie geboden. De sector is zich daar gelukkig van bewust. Er zijn veel goede voorbeelden. Neemt de Bettine Grand Cru uit Etten Leur, die onlangs in Engeland uitgeroepen tot de beste zachte geitenkaas ter wereld. En de Fransen ons maar l'autre pays du fromage' noemen. Wij weten wel beter.

Bij LNV hebben wij de vaste overtuiging dat de landbouwsector zelf verantwoordelijk moet zijn voor zijn toekomst. Dat neemt niet weg dat wij waar wij kunnen ons best doen om de ontwikkelingen een handje de goede kant op te helpen.
Ik wil daarvan twee voorbeelden geven. Ten eerste hebben we de landbouwkwaliteitsregeling voor kaas versoepeld. Daardoor is er meer ruimte gekomen voor innovaties in het traditionele Gouda en Edamsegment. Bij LNV hebben wij er alle vertrouwen in dat de sector daarbij de kwaliteit van deze kazen hoog weet te houden. Ten tweede ondersteunen wij de aanvragen voor Europese bescherming van boerenkaas als een zogenaamde 'Gegarandeerde Traditionele Specialiteit'. Het ziet ernaar uit dat boerenkaas vanaf begin 2007 erkend zal zijn.

Kortom: zowel vanuit de sector als vanuit de overheid zijn we druk bezig om de kwaliteit van de Nederlandse kaas hoog te houden. En bij kwaliteitsdenken hoort mijns inziens ook een mooie prijs. Het Kaaskeurconcours, dat sinds 1960 het symbool is van het kwaliteitsdenken van de sector, is uiteraard een prachtige gelegenheid om zo'n prijs uit te reiken. Het thema van de prijsuitreiking dit jaar 'Nederlandse kaas een wereldkaas', spreekt mij erg aan. Ik ben vereerd dat ik namens minister Veerman de honneurs waar mag nemen.