Gemeente Delft
Ruimte voor spelen in de wijk
Het college wil op interactieve wijze een visie ontwikkelen op het onderwerp 'spelen in de openbare ruimte'. Bewoners, ook kinderen, en organisaties in de stad kunnen deelnemen aan de discussie. Uiteindelijk krijgt elke wijk een eigen speelplan.
Vraag en aanbod van speelvoorzieningen in Delft moeten beter op elkaar afgestemd worden. De gemeente krijgt van bewoners steeds meer verzoeken en vragen over speelvoorzieningen. De speelplekken worden intensiever gebruikt voor onder andere brede school- en BOS- (Buurt Onderwijs Sport) activiteiten. Kinderen spelen steeds minder spontaan buiten en het is juist gezond voor kinderen om buiten te spelen. Anne Koning (wethouder wijkzaken en openbare ruimte): "In een stad als Delft is het belangrijk dat kinderen overal kunnen spelen en veilig kunnen spelen, de gemeente moet hier ruimte voor maken".
Het beleidskader 'Ruimte voor spelen in de wijk', dat het college op 2 november heeft vastgesteld, omvat vijftien basispunten voor de te
ontwikkelen visie. Daarin staat onder meer de typen speelplekken beschreven (trapvelden, ingerichte speelplekken, speelstraten etc.), de leeftijdscategorieën (0-6, 0-12, 10-18, 16-24 jaar), de afstandsnorm van woning naar speelplek (bijvoorbeeld 150 meter voor 0-6 jaar) en de nodige afstemming van speelplekken op de leeftijden van kinderen in de wijk of buurt.
De nog te benoemen vijf grootste knelpunten van speelplekken op dit moment, worden gewoon aangepakt en dienen als leerpunt voor de te ontwikkelen visie.
Noot voor de redactie (