Persbericht
6 november 2006
Van Geel: meer doen voor Afrika
Klimaatconferentie
Op de klimaatconferentie in Nairobi moet het grondwerk worden verricht voor het toekomstig klimaatbeleid. Ook moeten de prioriteiten van ontwikkelingslanden meer aandacht krijgen. Zo vindt hij dat er in Afrika meer klimaatprojecten moeten komen. Ook wil hij dat het fonds voor de armste landen, om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, operationeel wordt. Dat is de inzet van staatssecretaris Van Geel (milieu) voor de VN-klimaatconferentie die deze week start in Nairobi.
Volgens Van Geel is het belangrijk dat er in Nairobi stappen worden gezet. Van Geel: "Snelle actie is nodig, het klimaat verandert sneller en ernstiger dan verwacht. Het wordt steeds duidelijker dat abrupte, snelle wijzigingen mogelijk zijn. Vooral het smelten van poolijs en het ontdooien van toendra's zijn bedreigend. De gevolgen van klimaatverandering zijn desastreus, vooral voor ontwikkelingslanden".
In Nairobi zijn 189 landen vertegenwoordigd. De conferentie duurt van 6-17 november en wordt voorgezeten door de Keniaanse minister van milieu Kivutha Kibwana. Staatssecretaris Van Geel vertegenwoordigt Nederland tijdens het ministeriele deel van de conferentie van 15-17 november.
Nairobi moet basis leggen voor toekomstige afspraken
In Nairobi staat het klimaatbeleid na 2012 op de agenda. Omdat de afspraken uit het Kyoto protocol in 2012 aflopen, is het van belang om uiterlijk in 2008 afspraken te maken over wat er daarna moet gebeuren. Vorig jaar is op de klimaatconferentie in Montreal de discussie gestart over het toekomstig klimaatbeleid.
Volgens Van Geel zijn de afspraken uit het Kyoto protocol een bescheiden eerste stap. Er moet veel meer gebeuren om de risico's van klimaatverandering te beperken. "Om uiteindelijk afspraken te maken die verder gaan dan het Kyoto protocol moet er in Nairobi een stevige discussie worden gevoerd over de toekomst", aldus Van Geel.
Om te voorkomen dat de wereldtemperatuur met meer dan 2 graden stijgt moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch omlaag. De EU stelt daarom voor dat industrielanden de uitstoot terugdringen met 15-30% in 2020. Dit is in 2004 tijdens het Nederlands voorzitterschap voorgesteld. Maar de EU kan wel het goede voorbeeld geven, maar niet alleen het klimaatprobleem oplossen. Daarvoor is ook de deelname van de Verenigde Staten en snelgroeiende ontwikkelingslanden nodig. Volgens Van Geel is het van belang om ontwikkelingslanden te helpen hun energievoorziening milieuvriendelijker te maken. Ook vindt hij dat bij toekomstige afspraken met ontwikkelingslanden rekening moet worden gehouden met het ontwikkelingsniveau van het land.
Steun voor ontwikkelingslanden
De gevolgen van klimaatverandering zijn met name ernstig voor ontwikkelingslanden. Zij hebben niet de middelen om zich snel aan te passen aan bijvoorbeeld zeespiegelstijging, overstroming en droogte. Daarom zijn er in het verleden afspraken gemaakt over steun voor de armste landen om de effecten van klimaatverandering op te vangen. In Nairobi zullen deze afspraken nader moeten worden uitgewerkt. Volgens Van Geel is het een goede zaak dat de prioriteiten van ontwikkelingslanden meer aandacht krijgen.
Jongerenpersconferentie maandag 13 november
Op maandag 13 november zal staatssecretaris Van Geel zijn inzet en verwachtingen voor Nairobi op de jongerenklimaatconferentie toelichten. Op 13 november zullen jongeren van 13-14 uur in Nieuwspoort met staatssecretaris Van Geel in discussie gaan over de urgentie van het klimaatprobleem naar aanleiding van de klimaatfilm van Al Gore.
Meer informatie
http://unfccc.int (website organisatie VN-Klimaatconferentie)
Zie ook
Zie het
Dossier Klimaatverandering
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=25042 )