Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : IZ. 2006/2181
datum : 06-11-2006
onderwerp : Verslag Landbouw- en Visserijraad van 24-25 oktober 2006 bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Graag informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad van 24 en 25 oktober te Luxemburg.

De Raad discussieerde over een groot aantal landbouw- en visserijonderwerpen. De eerste dag stond met name in het teken van de visserijpunten van de agenda. De Raad heeft ten eerste een politiek akkoord bereikt over de vangstmogelijkheden in de Baltische zee voor 2007. Verder heeft de Raad gediscussieerd over de uitgangspunten voor de besluitvorming in december over de toegestane vangstmogelijkheden voor 2007 en over de jaarlijkse visserijonderhandelingen tussen de EU en Noorwegen. Op verzoek van Frankrijk heeft de Raad onder het punt diversen tenslotte aandacht geschonken aan het beheer van uitgaven in de visserijsector.

De Raad heeft over drie landbouwonderwerpen gediscussieerd: het voorstel voor een verordening voor gedistilleerde dranken, de mededeling over de hervorming van de wijnsector en de voorstellen voor biologische productie en etikettering van biologische producten. Onder het punt diversen heeft de Commissie onder meer informatie gegeven over de ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza, over de stand van zaken op het gebied van vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en een terugkoppeling gegeven van de conferentie van directeuren van EU-betaalorganen. Frankrijk bracht onder diversen nog een extra punt op over staatssteun in de landbouwsector.

Visserijonderwerpen

Vangstmogelijkheden Baltische Zee
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de vangstmogelijkheden en begeleidende maatregelen voor 2007. In verband met de verlaging van de toegestane vangsthoeveelheid voor kabeljauw heeft Polen tegen het eindcompromis gestemd.

Visserijonderhandelingen EU-Noorwegen
De gedachtewisseling spitste zich toe op de wijze waarop een evenwicht gevonden kan worden in het overdragen van vangstmogelijkheden tussen de Gemeenschap en Noorwegen. De opvattingen van de lidstaten liepen daarbij soms ver uiteen. Eveneens kwam het onder gezamenlijk beheer brengen van vier additionele bestanden aan de orde. Mijnerzijds is benadrukt dat de Commissie aan Noorwegen, dat bekend staat als een harde onderhandelingspartner, goed tegenwicht moet bieden. Ik heb geconstateerd dat Nederland de afgelopen jaren te veel heeft bijgedragen in de vorm van overdrachten van blauwe wijting en tong aan Noorwegen. Daarnaast heb ik aangedrongen op een zo hoog mogelijke scholtransfer naar de Gemeenschap. Ik heb tevens aangegeven dat eerst in communautair verband afspraken over het schol- en tongbeheer in de Noordzee moeten worden gemaakt om deze vervolgens te vertalen in de afspraken met Noorwegen.

Commissaris Borg gaf in het debat aan op zoek te zijn naar een evenwichtig akkoord met Noorwegen. Hij stelde tevens dat hij dit jaar in de Raad geen besluitvorming over het schol- en tongbeheer verwacht en de algemene principes voor het scholbeheer derhalve in het akkoord met Noorwegen moeten worden opgenomen.

Visserijmogelijkheden voor 2007
In de gedachtewisseling in de Raad werden de door de Commissie gepresenteerde uitgangspunten in grote lijnen onderschreven, met dien verstande dat door verschillende lidstaten kritische opmerkingen werden gemaakt over de te rigide aanpak van gemengde visserijen. Het initiatief van de Commissie met betrekking tot een stapsgewijze aanpak in aanpassingen van maximale vangsthoeveelheden (Total Allowable Catches - TAC's) - maximaal 15% verschil per jaar - kreeg steun in de Raad. Ik heb benadrukt dat het positief is om in een vroegtijdig stadium over de uitgangspunten voor de TAC/quota-vaststelling te spreken. Kritiek heb ik uitgeoefend over de veronderstelde één op één koppelingen die de Commissie bij het beheer van de gemengde visserijen legt. Zo is er geen één op één relatie tussen de doelsoorten (tong, schol) en de geassocieerde soorten (tarbot, griet, etc), tussen de kabeljauwvisserij en de visserijtakken die kabeljauw bijvangen en evenmin is dit het geval tussen de TAC-ontwikkeling en de toekenning van zeedagen.

Commissaris Borg zei te hopen volgend jaar in een vroegtijdiger stadium in de Raad van gedachten te kunnen wisselen over de uitgangspunten voor de TAC-vaststelling. Hij merkte voorts op dat de situatie van een aantal bestanden dwingt tot drastische TAC-verlagingen.

Landbouwonderwerpen

Gedistilleerde dranken
Ik heb aangegeven dat er de afgelopen maanden veel werk is verzet en ik inmiddels volledig achter het aangepaste compromisvoorstel van de Voorzitter sta. Ik ben blij dat het Voorzitterschap mijn voorstellen voor de definitie en oorsprongbepaling van jenever, vruchtenjenever en bananenlikeur heeft overgenomen. Ik heb aangegeven dat ik mij kan vinden in het voorstel van het Voorzitterschap om de definitie van wodka te beperken tot aardappelen, granen en suikerbietenmelasse. Wodka van andere agrarische grondstoffen moet dan overeenkomstig worden geëtiketteerd.
Zoals ook de Commissaris terecht aangaf, is het belangrijk om oog te houden voor de WTO-aspecten bij dit voorstel. Ook heb ik aangegeven het compromisvoorstel over de comitologieprocedure te kunnen accepteren.

Een grote meerderheid van lidstaten bleek te kunnen instemmen met de voorgestelde definitie van wodka. Enkele lidstaten bleven daar echter tegen gekant, onder meer in verband met zorgen over de WTO-conformiteit. De voorzitter constateerde dat hij een brede consensus voor het voorstel in het debat heeft waargenomen. Daarom wordt het compromis de grondslag voor een algemene benadering in de discussie met het Europees Parlement (EP). De juridische toetsing van het voorstel zal worden voortgezet en ook zal nog verder aan een aantal technisch details worden gewerkt. De Commissaris gaf aan op twee punten nog zorgen te hebben over de voorgestelde algemene benadering. Zij zei te streven naar aanpassingen in de wodkadefinitie en de comitologie.

Hervorming marktordening wijn
De Raad hield voor de derde maal een oriënterend debat over de hervorming van de wijnsector aan de hand van een vraag van het Voorzitterschap over het kwaliteitsbeleid van de wijnbouw en
-productie. Veel lidstaten grepen de gelegenheid aan om bekende standpunten nogmaals onder de aandacht te brengen. Vrijwel alle lidstaten zijn het eens met het voornemen van de Commissie om tot een diepgaande hervorming te komen en oordelen dat het kwaliteitsbeleid daar een belangrijk onderdeel van is. De standpunten van producerende en niet-producerende lidstaten lopen uiteen. Niet-producerende lidstaten stellen dat de wensen van de consument het belangrijkste uitgangspunt moeten vormen bij het definiëren van het kwaliteitsbeleid. Veel producerende lidstaten toonden zich huiverig over te abrupte wijzigingen.

Nederland heeft aangegeven voorstander te zijn van een grondige hervorming van de wijnmarktordening conform de systematiek van de eerdere hervormingen van andere marktordeningen. Goed ondernemerschap moet de basis zijn om de concurrentiekracht van de sector te vergroten. Duidelijkheid voor de consument moet daarbij voorop staan. Bepalingen die producenten verbieden die duidelijkheid te verschaffen, moeten dan ook worden afgeschaft. Voor promotieactiviteiten kan gebruik worden gemaakt van het communautair promotiefonds voor landbouwproducten, zonder een apart promotiefonds voor wijn te creëren. Promotieactiviteiten mogen niet in strijd zijn met inspanningen om alcoholmisbruik tegen te gaan. Nederland heeft ook gepleit voor een beleid dat onomstreden WTO-conform is. Verder heeft Nederland nogmaals aangegeven belang te hechten aan het behouden van de mogelijkheid om wijn te verrijken met suiker. Verscheidene noordelijke en oostelijke producerende lidstaten steunden Nederland daarin. Ook duurzaamheid zou een belangrijke rol moeten spelen. Bij andere sectoren is dat gedaan met behulp van cross compliance. Bij wijn zal naar een vergelijkbare aanpak gezocht moeten worden, zo heeft Nederland betoogd.

De voorzitter heeft de Commissie verzocht om zodra het standpunt van het EP over de Commissiemededeling beschikbaar is, in de eerste helft van 2007 spoedig haar wetgevingsvoorstel voor een hervorming van de wijnmarkt te formuleren.

Biologische landbouw
Nederland gaf aan in te kunnen stemmen met de door het voorzitterschap voorgestelde verplichte koppeling tussen het gebruik van het EU-logo en een aanduiding van de herkomst van het product. Nederland heeft tegelijkertijd aangegeven zeer terughoudend te willen omgaan met verplichte aanduidingen op etiketten, ook in het kader van WTO-regels. Ook mogen dergelijke logo's niet voor verwarring bij de consument zorgen. De meeste lidstaten bleken positief te staan tegenover een verplichte aanduiding van de oorsprong. Verder is een meerderheid voor een vrijwillig gebruik van het EU-logo op producten uit derde landen die voldoen aan de EU-normen, in combinatie met een aanduiding van herkomst. Sommige lidstaten zeiden echter liever helemaal geen EU-logo op geïmporteerde producten zien.

Nederland maakte zich verder sterk voor de mogelijkheid om op producten te kunnen vermelden dat er ook biologische ingrediënten in verwerkt zijn, zonder dat het gehele product biologisch is en daarmee voldoet aan de zogenaamde gouden standaard. Het gebruik van biologische ingrediënten mag dan alleen klein vermeld worden in de ingrediëntenlijst. Het betreft dan wel biologische ingrediënten die gecertificeerd en gecontroleerd moeten zijn, zo betoogde Nederland. Een aantal lidstaten steunt Nederland in deze wens voor ingrediëntenetikettering. Nederland heeft actief gepleit voor duidelijkheid voor de consument en erop gewezen dat ingrediëntenetikettering bijdraagt aan het vergroten van de afzetmogelijkheden voor biologische producten. Tenslotte heeft Nederland benadrukt niet te willen tornen aan de strenge regels voor de gouden standaard voor biologische producten. Alleen deze producten mogen een biologisch logo voeren. De regelgeving moet echter wel ruimte bieden voor ontwikkelingen in sectoren waar biologische productie nog in de kinderschoenen staat, zoals bijvoorbeeld in de horeca en de catering.

Enkele andere lidstaten hebben aangegeven het Nederlandse idee in principe te kunnen volgen, maar beraden zich nog op de voorwaarden voor ingrediëntenetikettering. Andere landen zijn gekant tegen het idee om op eindproducten te vermelden dat er biologische ingrediënten in verwerkt zijn.

De Commissaris was tevreden over de vooruitgang in dit dossier. Zij gaf aan dat zij, als een meerderheid van lidstaten een oorsprongsaanduiding wenst, bereid is om hier serieus met het Voorzitterschap over na te denken. De Commissaris stelde verder voor om naast een duidelijke definitie voor biologische producten ook ingrediëntenetikettering toe te staan als daarvoor een gekwalificeerde meerderheid kon worden gevonden. Zij erkende dat ingrediëntenetikettering een extra stimulans zal zijn voor productie via de verwerking van biologische ingrediënten. De Commissaris volgde hiermee de Nederlandse inzet.

Diversen


1. Beheer uitgaven
Naar aanleiding van de opmerkingen van de Franse delegatie dat betalingen onder het interventieregime voor de visserijmarktordening onmogelijk zijn geworden ingevolge wijziging van de regelgeving, merkte Commissaris Borg op dat naar zijn informatie er feitelijk geen problemen bestaan. Dit op grond van het feit dat geen verzoeken tot betaling voor 1 januari verwacht worden. Tevens deelde hij mee dat de wijziging van de visserijmarktordening per 1 december 2006 in werking treedt.
2. Aviaire influenza
Aan de hand van een schriftelijke mededeling informeerde de Commissie de Raad over de stand van zaken rondom de aviaire influenza in de EU, Roemenië en andere derde landen. De Raad heeft de schriftelijke informatie van de Commissie ter kennisgeving aangenomen.

3. Vereenvoudiging GLB
Commissaris Fischer Boel informeerde de Raad over de recente conferentie over de vereenvoudiging van het GLB. Zij lichtte toe dat de Commissie het GLB via technische aanpassingen wil vereenvoudigen zonder inhoudelijk het beleid te raken. De Commissie zal in december 2006 een voorstel voor één gemeenschappelijke marktordening presenteren, die bepalingen uit de bestaande 21 marktordeningen zal combineren.
4. Conferentie van directeuren van EU-betaalorganen De voorzitter bracht verslag uit van de in Finland gehouden 20e Conferentie van directeuren van EU-betaalorganen. De Raad nam die informatie ter kennisname aan.

5. Staatssteun
Zoals ik u in het Algemeen Overleg van 17 oktober jl. meldde, heb ik er bij de Commissie op aangedrongen dat de Nederlandse zorgen over de mogelijke negatieve effecten van de voorgestelde nieuwe staatssteunrichtsnoeren op het Nederlandse
plattelandsontwikkelingsprogramma worden weggenomen. De Commissie heeft dit in de aanloop naar de Raad voortvarend gedaan en haar voorstellen aangepast. Ik heb daarop het Nederlandse diversenpunt van de agenda laten halen. Dit geldt eveneens voor het diversenpunt over staatssteun dat de Deense delegatie op de agenda had geplaatst.
Frankrijk uitte in de Raad de zorg dat de Commissievoorstellen voor aangescherpte staatssteunrichtsnoeren belemmeringen vormen voor bepaalde investeringssteun voor bedrijven in het agro-food cluster. Frankrijk riep de Commissie op rekening te houden met alle problemen van de lidstaten met de regels voor staatssteun en niet selectief op problemen in te gaan.
De Commissie ging niet inhoudelijk op de interventies van de lidstaten in, maar gaf een procedureel antwoord en verwees naar de vergadering van het adviescomité voor staatssteun op 25 oktober 2006 en zei adequaat te hebben gereageerd op alle problemen die tijdig door de lidstaten naar voren waren gebracht (zoals met het Nederlandse punt inderdaad het geval was).

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bijlage

Op het gebied van landbo uw en visserij zijn de volgende punten als A-punt, dat wil zeggen zonder verdere discussie, door de Raad aangenomen.

* Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake een actieplan van de EU voor de bossen>
* Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 wat betreft de afwijking inzake het wassen van eieren

* Aanneming van een besluit van de Raad inzake een standpunt van de Gemeenschap betreffende Besluit nr. 1/2006 van het bij de Overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, ingestelde Gemengd comité van beheer betreffende de wijziging van de aanhangsels I.C, III.A, III.B en XI bij bijlage IV bij de associatieovereenkomst

* Richtlijn van de Raad betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren en Beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied

* Speciaal verslag nr. 6/2006 over de milieu-aspecten van de ontwikkelingssamenwerking van de Commissie (uitgebracht krachtens artikel 248, lid 4, tweede alinea, EG)

* Beschikking van de Raad tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten die aan het Europees Ontwikkelingsfonds bijdragen (derde tranche van 2006)

* Besluit tot niet-verlenging van de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 930/2004 van de Raad van 1 mei 2004 houdende tijdelijke afwijkingsmaatregelen met betrekking tot de redactie van een Maltese versie van de rechtsbesluiten van de instellingen van de Europese Unie

* Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr.
1207/2001 als gevolg van de invoering van de pan-euro-mediterrane cumulatie van de oorsprong

* Aanneming van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad wat betreft de bepalingen inzake vaartuigen die illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij bedrijven in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan