Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Vietsch over cliëntenstops

Kamerstuk, 3-11-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2725099

3 november 2006

Antwoorden van staatssecretaris Ross op de vragen van het Kamerlid Vietsch (CDA) over cliëntenstops (2060701530).

Vraag 1
Wat vindt u van de brief van Icare aan zijn externe relaties van 11 oktober 2006 over de beperking van klantinstroom en van het Manifest van de samenwerkende zorgaanbieders in de regio Zwolle van 12 oktober 2006 inzake het invoeren van cliëntenstops?

Antwoord 1
Ik vind het teleurstellend dat zorgaanbieders reeds op dit tijdstip cliënten opschrikken met aankondigingen over beperkingen in het zorgaanbod. Deze beperkingen zijn ingegeven uitgaande van het geraamde zorgaanbod over heel 2006 afgezet tegen de contractafspraak die is gemaakt met het zorgkantoor. Op het moment van verzending van de brieven was het overleg met het zorgkantoor nog gaande en was bekend dat resterende knelpunten aan de NZa konden worden gemeld.

Vraag 2
Zijn de problemen gemeld bij het door u ingestelde meldpunt en/of bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)? Zo ja, wat is er met de melding gedaan?

Antwoord 2
Inmiddels heeft het zorgkantoor Zwolle een melding gedaan aan de NZa over resterende knelpunten. Op 16 oktober jl. heeft de NZa mij bericht dat zij de aangeleverde knelpunten zal inventariseren. De NZa zal hierbij strikte spelregels hanteren om de echte knelpunten te kunnen identificeren. De NZa heeft de criteria van de knelpuntenprocedure vastgelegd in een circulaire van 20 oktober 2006 (`Circulaire verduidelijking knelpuntprocedure') en deze aan alle zorgkantoren en zorgaanbieders toe gestuurd. In veel gevallen zullen de zorgaanbieders extra informatie dienen aan te leveren om het knelpunt te kunnen onderbouwen. De NZa zal vervolgens het goedgekeurde landelijk beeld van de contracteerruimte 2006 bekend maken. Daarna zal de NZa in overleg met ZN en de zorgkantoren de knelpunten definitief afwikkelen.

Vraag 3
Is in de regio's waar Icare zorg verleent, zoals in Flevoland, voldoende capaciteit beschikbaar bij andere instellingen om de doorgewezen cliënten op te vangen?

Antwoord 3
Bij de aanbieders is momenteel nog contracteerruimte aanwezig. Immers op dit moment is nog ruim 20% van het jaarbudget beschikbaar voor zorgverlening. Daarnaast is sprake van een permanente stroom van cliënten waarbij de zorgverlening wordt beëindigd, waardoor nieuwe cliënten kunnen worden opgevangen. Ook zal het zorgkantoor in overleg met de zorgaanbieders actief moeten blijven kijken naar mogelijkheden om cliënten door andere zorgaanbieders van zorg te laten voorzien. Omdat Icare momenteel de grootste aanbieder in de regio is, zal dit leiden tot verlaging van het marktaandeel van Icare. Ook kleine aanbieders kunnen zo een bijdrage leveren. Bij de verdeling van de EUR 95 mln. heb ik aangeven dat ik dat een goede zaak vind. Naarmate het jaar vordert zal het budget verder worden uitgeput. Indien de cliënten via andere aanbieders zorg ontvangen, zullen de uitgaven van Icare het budget niet overtreffen. Daarnaast is het mogelijk dat extra geld beschikbaar komt vanuit de knelpuntenprocedure of als de RAK wordt aangesproken.

Vraag 4
Spelen bij de bovenstaande cliëntenstops factoren die Zorgverzekeraars Nederland (ZN) noemt in zijn brandbrief van 5 oktober 2006 een rol, zoals:
a. dat er bij sommige aanbieders onnodige wachtlijsten ontstaan omdat ze de spelregels van de AWBZ niet volgen;
b. dat aanbieders die zelf indiceren, onnodig vraag creëren c. dat problemen zijn ontstaan doordat aanbieders meer uren zorg leveren per cliënt,
terwijl er geen toename is geïndiceerd van zorgzwaarte?

Antwoord 4
De door ZN gesignaleerde punten vind ik zorgelijk. Het is niet uitgesloten dat deze aspecten ook bij de zorgaanbieders in de regio Zwolle een rol spelen. Op dit moment heb ik echter onvoldoende informatie om dat te kunnen beoordelen. Ik heb aan de NZa gevraagd specifiek op dergelijke aspecten te letten. In het nader onderzoek van de NZa naar de knelpunten zal dit naar voren komen.

Vraag 5
Welke acties kunt u ondernemen om de genoemde problemen op te lossen en om onrust onder (potentiële) cliënten weg te nemen?

Antwoord 5
Ik acht het vooral van belang dat helderheid bestaat bij de diverse betrokken organisaties over de knelpuntenprocedure. In een brief aan Zorgverzekeraars Nederland van 12 oktober jl. heb ik er op gewezen dat de zorgkantoren zich maximaal moeten inspannen om zowel binnen de regio als in overleg met andere zorgkantoren te komen tot oplossingen. Daarbij dient alle ruimte die niet zal worden aangewend in 2006 te worden ingezet om knelpunten elders weg te nemen. Het is immers bekend dat jaarlijks bij de nacalculatie blijkt dat een deel van de contracteerruimte niet is benut voor zorgleverantie. Richting zorgaanbieders heeft de NZa op mijn verzoek, in de eerder genoemde circulaire, aangegeven wat exact onder een knelpunt wordt verstaan. Daarbij mag van zorgaanbieders overigens worden verwacht dat zij zich terughoudend opstellen ten aanzien van de door ZN gesignaleerde aspecten.

De klant moet centraal worden gesteld en partijen dienen pro-actief samen naar oplossingen te zoeken. Het is zeer ongewenst dat zorgaanbieders in een vroeg stadium richting cliënten al onrust veroorzaken terwijl het overleg nog gaande is. Bij zorgaanbieders is immers bekend dat serieus door de NZa zal worden gekeken naar de aangemelde knelpunten en dat de echte resterende knelpunten door mij zullen worden opgelost.