Voorschrijfbevoegdheid van verpleegkundigen
De minister van VWS is het eens met veel randvoorwaarden die de KNMG stelt aan het voorschrijven van geneesmiddelen door verpleegkundigen. Hij wil echter niet alleen verpleegkundig specialisten die bevoegdheid kunnen geven, maar ook andere groepen verpleegkundigen. Wel is hij met ons eens dat zolang een landelijk kader ontbreekt en duidelijke identificatie niet mogelijk is, het niet verantwoord is om andere verpleegkundigen voorschrijfbevoegdheid toe te kennen.
Dat blijkt uit het antwoord van de minister op een verzoek van de SP-fractie om een reactie op een brief die de KNMG eind augustus stuurde waarin zij uitvoerig commentaar geeft op het wetsvoorstel Geneesmiddelenwet. Via dat wetsvoorstel werd bij amendement de nieuwe voorschrijfbevoegdheid van verpleegkundigen geïntroduceerd. Een kopie van de KNMG-brief kunt u
De minister schept in zijn antwoord aan de Kamer ook duidelijkheid over de reikwijdte van de voorschrijfbevoegdheid: hoewel het om een voorbehouden handeling gaat, is deze niet overdraagbaar. Ook is hij met ons eens dat een functionaris (in casu de arts) niet eindverantwoordelijk kan worden gehouden voor een zelfstandige bevoegdheid van een ander (in dit geval de verpleegkundige).
Zorgelijk is dat de minister vindt dat de voorwaarden zoals die in de Wet BIG zullen worden gesteld aan het voorschrijven door verpleegkundigen, niet hoeven te gelden voor verpleegkundig specialisten. De voorwaarden luiden dat
a. een arts, tandarts of verloskundige een diagnose heeft gesteld;
b. wordt voorgeschreven op basis van medische protocollen en standaarden en
c. binnen de beperkingen zoals die bij ministeriele regeling nader zullen worden gesteld (zie art. 36 lid 14 Wet BIG).
Voor het voorschrijven door verpleegkundig specialisten gelden als zij handelen binnen hun wettelijk vast te leggen deskundigheidsgebied - als het aan de minister ligt - straks geen andere waarborgen of beperkingen dan voor artsen. Bovendien sluit de minister niet uit dat de verpleegkundig specialist straks in specifieke gevallen de regierol krijgt toebedeeld.
De minister wil de bevoegdheid van de verpleegkundig specialist kennelijk volledig los zien van die van de arts en van de in acht te nemen medische context en overwegingen. In een brief aan de Eerste Kamer uit de KNMG haar zorgen hierover. De KNMG vraagt zich af of dit wel te verenigen valt met het (wettelijke) vereiste van verantwoorde zorg in de zin van kwaliteit en continuïteit. Een kopie van deze tweede brief aan de Eerste Kamer kunt u