Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Toespraak bij de viering 30 jaar Grenspark Maas-Schwalm-Nette

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dr. C.P. Veerman, uitgesproken door Directeur-Generaal prof. dr. A.G. van der Zande, bij de viering 30 jaar Grenspark Maas-Schwalm-Nette, Roermond, 2 november 2006

Dames en heren,

Mag ik u allereerst de felicitaties en de groeten van minister Veerman overbrengen? Hij is op het moment in het verre buitenland - Vietnam om precies te zijn - en dus niet in staat om het zesde lustrum van het Grenspark Maas-Schwalm-Nette met u te vieren. U zult het vandaag dus met mij moeten doen.

Ik wil het vandaag vooral met u hebben over het belang van internationale samenwerking op het terrein van natuurbehoud, natuurbeheer en natuurontwikkeling. Want planten en dieren en hun ecosystemen hebben lak aan door mensen getrokken grenzen. De blauwborst, om maar een voorbeeld te noemen, spreekt geen Duits of Nederlands maar beweegt zich vrij door het grensgebied. En daarom moeten we over onze grenzen heenkijken en samenwerken.

Dames en heren!

Het jubilerende Grenspark is een uniek voorbeeld van zo'n samenwerkingsverband, in dit geval tussen Nederland en het Duitse bondsland Nordrhein-Westfalen.

De samenwerking blijft overigens niet beperkt tot regeringsniveau. Allerlei Nederlandse en Westfaalse partijen ondersteunen het Grenspark, ook op het provinciale en lokale plan. En dat is een goede zaak, want de tijd is voorbij dat 'Den Haag' - en, naar ik aanneem, 'Düsseldorf' - zich overal tot in detail mee bemoeide.

Wat niet wegneemt, overigens, dat het Nederlandse ministerie van LNV kort geleden een subsidie voor de komende vier jaar aan het Grenspark heeft toegezegd, net als de landsregering van Nordrhein-Westfalen en de provincie Limburg.

We doen dat met plezier, want het Grenspark laat zien dat je met grensoverschrijdende natuuurontwikkeling zowel nationale als Europese natuurdoelen kunt verwezenlijken. Neem het project Vochtige Ecologische Verbinding MSN, waar we tijdens het symposium vanmiddag uitvoerig over zullen worden geïnformeerd.

Bovendien doet het Grenspark MSN veel aan educatie en voorlichting, één van de speerpunten van het Nederlandse natuurbeleid. Bekendheid en toegankelijkheid, daar gaat het om. En dan heb ik het niet alleen over wandel- en fietsroutes. Minstens zo belangrijk is het project Maas-Swalm-Nette In The Picture. Dat bundelt evenementen van Duitse en Nederlandse natuurbeschermingsorganisaties en vrijwilligers in het park, waarvaan er tegenwoordig zo'n 600 per jaar plaatsvinden. Een heel succesvol project, en beslist het navolgen waard. Misschien iets voor de hele grens tussen Nederland en Nordrhein-Westfalen?

Dames en heren!

Zo'n uitbreiding van de activiteiten zou goed passen in de meermalen uitgesproken wens om tot een verdergaande strategische samenwerking te komen tussen Nordrhein-Westfalen en Nederland. Vorig jaar hebben beide minister-presidenten zich daarvoor uitgesproken; en ik heb begrepen dat de regeringspartijen in Düsseldorf de politieke, economische en culturele samenwerking met andere Europese regio's en landen, met name de buurlanden, hoog in het vaandel heeft staan.

Dat lijkt me logisch. Want Nordrhein-Westfalen en Nederland zijn al in hoge mate verweven, een verwevenheid die zich feitelijk uitstrekt over de zogenaamde 'Eurodelta': het gebied tussen Osnabrück en Brussel, dat de potentie heeft zich te ontwikkelen tot één kolossale metropolitane regio. En u weet, in dat soort omgevingen is de natuur al snel het kind van de rekening.

Daarom pleit ik ervoor om ook het natuurbeleid een prominente plaats te geven in al die grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven. Ik zei het al, de natuur erkent geen menselijke grenzen. Natuurbeleid is dus bij uitstek een grensoverschrijdend fenomeen, dat dringend aandacht en afstemming behoeft.

Geslaagd voorbeeld daarvan is het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark MSN. Dat krijgt vandaag een plaats in de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst als minister Eckhardt Uhlenberg en ik er onze handtekeningen onderzetten.

Het is belangrijk dat er meer van dergelijke initiatieven ontstaan. Want onze beide landen zijn weliswaar sterk verstedelijkt - Nordrhein-Westfalen is zelfs de meest geurbaniseerde deelstaat van Duitsland - maar de oppervlakte aan bossen en agrarische gebied is nog steeds aanzienlijk. Dat moeten we koesteren door de Natura 2000 gebieden en de grensoverschrijdende robuuste verbindingen voortvarend te verwezenlijken.

Dames en heren!

De praktijk wijst uit dat grensoverschrijdend natuurbeleid geen hersenschim is. Ik noem het Klever Treffen, een initiatief van onze medewerker Hans Kampf. Het doel van dat forum is om de grensoverschrijdende ecologische netwerken van Nederland, Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, Rheinland-Pfalz, België en Luxemburg beter op elkaar te laten aansluiten. Ik hoor dat het Grenspark MSN de volgende bijeenkomst in april 2007 in Venlo zal organiseren.

Dan is er het project 'Das Grüne Band/De Groene Band'. Dat wil de aanknopingspunten tussen Nederland en Nordrhein-Westfalen op projectniveau verder uitdiepen. Daar is nu al weer drie jaar geleden een protocol over opgesteld door de ambtsvoorganger van minister Uhlenberg en onze Secretaris-Generaal. Kort samengevat wil dat document, dat ik zie als een startschot voor verdere activiteiten, de grensoverschrijdende samenwerking verstevigen op het terrein van natuur en landschap. Het Openbaar Lichaam is een mooi voorbeeld van zo'n vervolgproject.

Er gebeurt dus al het één en ander, dames en heren. Maar we zijn er volgens mij nog lang niet. Laat me daarom proberen een paar opgaven voor de toekomst te identificeren.

Ik denk ten eerste dat het nodig is de grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten een extra impuls te geven. Dat kan door ze (nog) hoger op de politieke agenda te zetten. Zo krijgen initiatieven voor een verdere samensmelting van de natuurdoelen in het grensgebied een nog grotere kans van slagen.

Ten tweede: we zijn het erover eens dat de Natura 2000 gebieden aan weerszijden van de grens nog onvoldoende met elkaar verbonden zijn om de biodiversiteit op lange termijn te kunnen waarborgen. We moeten er dus goed op toezien dat de robuuste verbindingen echt op elkaar aansluiten.

Ten derde: we moeten de samenwerking met Nordrhein-Westfalen krachtiger ondersteunen, bijvoorbeeld op het terrein van het vermarkten van de groene grensregio ten bate van duurzame recreatie en toerisme. Hier wil ik ook constateren dat het een goede zaak zou zijn als er meer grensoverschrijdende natuurparken à la MSN zouden komen, ook in andere provincies.

Ten vierde moeten we verdergaande afspraken maken over de soortenbescherming. Ik acht dat van wezenlijk belang.

Ik zie ook grote kansen liggen op het terrein van kennis- en ervaringsuitwisseling, met als doel kennisontwikkeling over landschapsreconstructie, natuurontwikkeling, de waterhuishouding, uitbreiding van de recreatiemogelijkheden en de inpassing van groen wonen. Laten we daarbij vooral niet vergeten om kennis van buiten onze organisaties aan te boren.

Dames en heren!

Mijn medewerkers hebben mij voorgesteld aan die kennisontwikkeling bij te dragen door hier college te geven over het Nederlandse natuurbeleid. Ik sla die suggestie in de wind, want dan zou ik hier vanavond nog staan.

Laat ik volstaan met de kernboodschap van dat beleid: Natuur voor mensen, mensen voor natuur. In dichtbevolkte regio's als de onze zijn de natuur en de mensen er voor elkaar; de natuur voor de mensen om van te genieten, om in te recreëren, en om essentiële diensten te leveren. En de mensen voor de natuur om zorgvuldig met haar om te gaan, te beschermen, te beheren en te ontwikkelen.

Ik ben er zeker van dat deze thema's tijdens het symposium uitgebreid aan de orde zullen komen.

Ik wens u een vruchtbare gedachtenwisseling toe en dank u voor uw aandacht.