Rechtbank Utrecht
Co-ouderschapsregeling kan niet eenzijdig worden beëindigd
2 november - De ouders van twee kinderen hebben na hun echtscheiding
een co-ouderschapsregeling afgesproken. In verband met werk van haar
nieuwe partner, is de moeder verhuisd. Bij beschikking van 18 augustus
2006 heeft de rechtbank bepaald dat de moeder moet meewerken aan
(her)inschrijving op de oude scholen en de oude co-ouderschapsregeling
wordt weer van kracht.
De ouders van twee kinderen hebben na hun echtscheiding een
co-ouderschapsregeling afgesproken, waarbij de ouders in elkaars
nabijheid blijven wonen, zodat de kinderen naar dezelfde school kunnen
gaan en hun sociale leven kunnen behouden. De kinderen wonen evenveel
dagen bij de ene ouder als bij de andere ouder.
De moeder wil echter in verband met het werk van haar nieuwe partner
naar een ander deel van het land verhuizen. Aangezien de ouders niet
in onderling overleg tot een oplossing te komen vraagt de moeder de
rechtbank om de omgangsregeling tussen de kinderen en de vader te
wijzigen. Dit verzoek is bij beschikking van 12 april 2006 afgewezen.
De rechtbank heeft daarbij onder meer overwogen dat de voorgenomen
verhuizing ten koste van de gezamenlijke tijd van de kinderen met de
vader zou gaan, terwijl dat niet in het belang van de kinderen zou
zijn en oordeelde dat er geen redenen waren om de
co-ouderschapsregeling te wijzigen.
In de zomer bleek dat de moeder de verhuizing toch had doorgezet en de
kinderen, zonder medeweten en toestemming van de vader had
ingeschreven op scholen nabij de nieuwe woonplaats. De vader heeft
daarop bij verzoekschrift ex artikel 1:253a BW verzocht de moeder tot
nakoming van de co-ouderschapsregeling te brengen, een dwangsom op te
leggen en haar te veroordelen tot (her)inschrijving van de kinderen op
hun oude scholen. Op de zitting heeft de vader ook gevraagd te bepalen
dat de kinderen in het vervolg bij hem wonen.
Bij beschikking van 18 augustus 2006 heeft de rechtbank de
verblijfplaats van de kinderen gewijzigd en bepaald dat de moeder moet
meewerken aan (her)inschrijving op de oude scholen (op straffe van een
dwangsom) en is er een omgangsregeling tussen de moeder en de kinderen
vastgesteld. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij hetgeen de
ouders voor ogen heeft gestaan toen zij een co-ouderschapsregeling
afspraken.
Daarop is een kort geding gevoerd, waarbij de ouders overeenstemming
hebben bereikt: de oude co-ouderschapsregeling wordt weer van kracht,
de moeder gaat weer in haar oude omgeving wonen en de kinderen zullen
hun gewone verblijfplaats weer bij de moeder hebben. De kinderen gaan
ook weer naar hun oude school.
LJ Nummers
AZ1192
AZ1191
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 2 november 2006 Naar boven