Gemeente Breda

Buitenruimteverordening Binnenstad gewijzigd en vereenvoudigd

Op 24 maart 2005 is de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 in werking getreden.

Hierin zijn regels opgenomen voor het plaatsen van terrassen en uitstallingen in de historische binnenstad. De eerste Buitenruimteverordening dateert uit 1995. Na evaluatie van die verordening, zijn de regels voor het plaatsen van terrassen en uitstallingen reeds vereenvoudigd in de Buitenruimteverordering Binnenstad Breda 2005. Het college van burgemeester en wethouders heeft de regels nu nog verder vereenvoudigd.

De belangrijkste wijziging is dat de vergunningsplicht voor het plaatsen van uitstallingen zoals bankjes, bloembakken, handelswaar en reclameborden geschrapt is. In plaats daarvan moeten ondernemers voldoen aan de algemene regels die in de Buitenruimteverordening worden opgenomen. Daarnaast wordt het gebied waarvoor de Buitenruimteverordening Binnenstad geldt uitgebreid in verband met de komst van de haven en de stadsrivier de Nieuwe Mark.

Uitstallingen

Niet-commerciële uitstallingen, te weten bankjes, bloembakken en andere objecten ter verfraaiing en commerciële uitstallingen, te weten handelswaar, één speeltoestel en één losstaand reclamebord, mogen zonder vergunning op, aan of boven de weg worden geplaatst. Daarbij moet wel worden voldaan aan een aantal algemene voorwaarden en beperkingen, bijvoorbeeld voor wat betreft soort, uitstraling en afmeting van de uitstallingen.

Uitbreiding van het gebied

In verband met de komst van de Nieuwe Mark wordt het gebied waarvoor de Buitenruimteverordening geldt uitgebreid. De kade aan de binnenstadszijde van de Nieuwe Mark, vanaf de Kraanstraat tot aan de Waterstraat, wordt aan het gebied toegevoegd. De regels van de Buitenruimteverordening betreffende terrassen en uitstallingen worden hiermee ook voor dit gebied van toepassing. Voor gebieden die niet onder de Buitenruimteverordening vallen blijven de regels van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004 van toepassing.

De algemene regels voor het plaatsen van uitstallingen maken het voor ondernemers eenvoudiger om uitstallingen te plaatsen omdat hiervoor geen vergunning meer nodig is. Wel moet nog steeds precariobelasting worden betaald voor het plaatsen van objecten op gemeentegrond, tenzij voor de objecten een vrijstelling geldt. Ook blijft de gemeente toezicht houden en handhavend optreden om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd en om hinderlijke situaties en aantasting van het historische stadsbeeld tegen te gaan.

Breda, 2 november 2006