Gemeenten willen 345 miljoen euro voor jeugdbeleid
Vng
Het jeugdbeleid moet zich afspelen op lokaal en regionaal niveau, dicht bij jeugdigen en
ouders. Dat is de centrale boodschap van de rijkscommissaris voor het jeugdbeleid, Van
Eijck, in zijn advies Kompas voor het nieuwe kabinet. In 2011 moet dat geregeld zijn
onder leiding van een minister Jeugd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is
zeer verheugd met de volmondige erkenning dat het lokale bestuur de aangewezen
bestuurslaag is voor het jeugdbeleid.
Vele gemeenten ontwikkelen, onder leiding van de wethouder jeugd, een vernieuwend
jeugdbeleid, waarin opvang, onderwijs, ontspanning en zorg op een samenhangende manier
worden georganiseerd en aangeboden. Tot nu mist de VNG echter een financiële
paragraaf waarin staat aangegeven hoeveel geld nodig is om de ambities voor de jeugd waar
te maken. Om de gewenste ambities van Operatie Jong op lokaal niveau te realiseren is
jaarlijks 345 miljoen euro extra nodig. Dat blijkt uit een quick scan, die in opdracht
van de VNG is uitgevoerd. Gemeenten geven aan dat zij het rijksbeleid voor de jeugd
vertalen in de zeven activiteiten, waarvoor de extra kosten zijn berekend.
Centra voor jeugd en gezin: 95 miljoen euro
100 % dekkende zorg en adviesteams 145 miljoen euro
Structurele impuls opvoed en opgroei-ondersteuning voor alle gemeenten 58 miljoen euro
Evidence based programmas 15 miljoen euro
Overname door gemeenten van door bureau jeugdzorg afgebouwde taken: 8.7 miljoen euro
Onderhoud Elektronisch kinddossier 13.6 miljoen euro
Digitale verwijsindex 1 miljoen euro
Bestuurlijke regievoering gemeenten: 8.7 miljoen euro
Totaal bedrag 345 miljoen euro
Dit bedrag moet, samen met de bestaande regelingen worden ondergebracht in
één financiële regeling en worden toegevoegd aan het gemeentefonds.
Bundeling van bestaande financieringsstromen tot een structureel budget voor alle
gemeenten is het antwoord op de versnipperde, incidentele en tijdrovende
projectfinanciering, waarmee gemeenten nu te maken hebben.
Van Eijck draagt interessante oplossingen aan voor de knelpunten waar gemeenten nog steeds
tegen aan lopen. Om de onduidelijke bestuurlijke aansturing, verantwoordelijkheid en de
versnipperde regelgeving te kunnen aanpakken is een integrale pedagogische voorziening
voor de opvang en voor- en vroegschoolse-educatie van 0 tot 12 jarigen het antwoord.
De VNG is van mening dat het lokale bestuur de bevoegdheid moet hebben om te komen tot
bindende en afrekenbare afspraken met partners in het onderwijs, zorg en jeugd. Dit is
een harde randvoorwaarde om bestuurlijke verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor Zorg-
en adviesteams en Centra voor jeugd en gezin. Door een geïntegreerde
indicatiestelling neer te leggen bij de Centra voor jeugd en gezin komt de samenwerking
en afstemming tussen partners in het preventieve en in het geïndiceerde domein tot
stand en is 1 kind, 1 plan, 1 bestuurslaag te realiseren.
Den Haag, 2 november 2006