Inspectie Verkeer en Waterstaat
2 november 2006: Slechte zichtbaarheid door hevige sneeuwval oorzaak door
rood sein rijden
De slechte zichtbaarheid van zogeheten lichtgeleiderseinen door zware
sneeuwval was de oorzaak van vier afzonderlijke stoptonend sein
passages op 3 maart 2006. Dit concludeert de Inspectie Verkeer en
Waterstaat op basis van haar onderzoek naar de voorvallen, die
plaatsvonden bij Gouda, Rotterdam en Dordrecht.
De lichtgeleiderseinen waren door hevige sneeuwval dichtgesneeuwd en
daardoor niet of nauwelijks zichtbaar. Lichtgeleiderseinen zijn seinen
waarbij de lichtbron niet in het sein is geplaatst, maar waarbij licht
door middel van een glasvezelkabel over een afstand getransporteerd
wordt. Omdat zonlicht geen invloed heeft op de zichtbaarheid hebben de
lichtgeleiderseinen geen zonnekappen. De kans bestaat daardoor echter
wel dat de seinen dicht kunnen sneeuwen. Spoorbeheerder ProRail pakt
naar aanleiding van deze voorvallen het plaatsen van kappen met
verhoogde prioriteit op.
In de ochtend van 3 maart hadden diverse machinisten aan de
treindienstleiders van ProRail gemeld dat verschillende seinen, ook de
betrokken seinen, slecht te zien waren door de sneeuw. ProRail gaf
geen waarschuwingen uit aan machinisten en legde geen beperkingen op
aan het treinverkeer. Het handboek voor treindienstleiders geeft
namelijk geen handreiking over de handelwijze bij door sneeuwval
slecht zichtbare seinen. Wel werd de treindienst te Gouda na de tweede
roodsein passage voor enkele uren gestaakt.
De inspectie verwacht van ProRail dat zij nog dit jaar het handboek
voor treindienstleiders aanpast en een duidelijke werkwijze aangeeft
hoe te handelen bij slecht zichtbare seinen.
Bestanden bij dit artikel
Onderzoeksrapport voorval maart 2006
2-11-2006 Inspectie Verkeer en Waterstaat. Privacy statement