Ministerie bzk
http://www.minbzk.nl
Verbeteren sociale positie stedeling cruciaal
De verschillen tussen kansrijken en kansarmen in de Nederlandse steden nemen de komende tien jaar snel toe. Dit kan leiden tot sociale spanningen. Om steden leefbaar te houden, zijn extra inspanningen noodzakelijk. De hoofdopgave ligt daarbij op de terreinen leren en werken om te voorkomen dat groepen bewoners in steden structureel achterop blijven. Omdat dit een zaak van lange adem is, is het van belang om daarnaast ook te investeren in wonen en veiligheid op de straat en in de buurt. Het nieuwe kabinet staat voor de uitdaging om met een nieuwe aanpak te komen om de problemen in de steden het hoofd te bieden en tegelijkertijd de kansen van steden optimaal te benutten.
Dit staat in het rapport 'Steden van morgen, keuzes van vandaag; over de toekomst van de stad en stedelijk beleid' dat minister Nicolaï voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het rapport is vooral bedoeld als discussiestuk. De minister heeft het rapport daarom ook gestuurd aan alle betrokkenen bij het Grote stedenbeleid.
In Nederland is met het Grote stedenbeleid de laatste twaalf jaar veel gedaan om ook de probleem- en achterstandswijken leefbaar te houden. Dat is voor een groot deel gelukt: mensen voelen zich veiliger in hun wijk en de waardering voor hun leefomgeving is gestegen. De nieuwe opgave is ervoor te zorgen dat iedere stadbewoner kansen heeft om te stijgen op de sociale ladder.
Inzet op de steden blijft daarom hard nodig - ook in de toekomst - maar wel in een nieuwe vorm. In de discussienota 'Steden van morgen, keuzes voor vandaag' zijn drie mogelijke varianten uitgewerkt:
1) Decentralisatie. De steden weten het beste welke problemen er spelen en kunnen die problemen daarom ook het beste zelf aanpakken. Financiering via het gemeentefonds, de gemeenteraad controleert. Geen stedelijk beleid op Rijksniveau.
2) Met charters. Rijk en steden pakken de problemen samen op als gelijkwaardige partners. Ze concentreren zich daarbij op de grootste problemen.
3) Afspraak is afspraak. Deze variant lijkt erg op het huidige grote stedenbeleid zoals dat tot 2009 wordt gevoerd. Het Rijk bepaalt het beleid, de steden voeren de prestatieafspraken uit.
In de toekomst is in ieder geval differentiatie nodig. Waar bijvoorbeeld economisch grote en bloeiende steden als Amsterdam en Rotterdam sturing vanuit het Rijk op hun eigen economisch beleid als onnodig en dus hinderlijk ervaren, hebben kleinere steden die er economisch minder florissant voorstaan juist alle hulp en steun nodig die ze kunnen krijgen. In de toekomst moet er ruimte zijn voor dergelijke verschillen.
Noot voor de redactie (