Nivel


Huisarts komt niet meer voor koorts
2 november 2006

Huisartsen leggen steeds minder vaak visites af. Voor sommige klachten blijkt de kans op een visite echter veel sterker te zijn afgenomen dan voor andere klachten. Voor koorts bijvoorbeeld, komen huisartsen meestal niet meer. Ook kinderen worden veel minder vaak bezocht.

Steeds minder visites
Huisartsen leggen steeds minder visites af. Al eerder rapporteerde het NIVEL in het kader van de tweede nationale studie dat tussen 1987 en 2001 het percentage visites flink afnam. Van alle contacten met de huisarts (zowel telefonisch als face-to-face) was in 1987 ongeveer 17% een huisvisite, in 2001 was dat 9%. Niet alleen in Nederland nam het aantal visites af maar ook in andere Europese landen en in de V.S. Dat komt deels door niet-medische zaken. Zo hebben meer mensen een auto en moeten huisartsen meer doen in dezelfde tijd. Natuurlijk is ook de klacht waarmee iemand belt belangrijk. Huisartsen komen voor sommige klachten eerder dan voor andere.

De ene klacht is de andere niet
Het NIVEL onderzocht voor 246 verschillende gezondheidsproblemen hoe vaak huisartsen een visite aflegden en vergeleek dat percentage van 1987 en 2001 met elkaar. Bij sommige klachten blijkt het aantal visites veel meer te zijn afgenomen dan bij andere. De vijf klachten waarbij het aantal visites het sterkst was afgenomen waren (als percentage van alle face-to-face-contacten):


* Koorts, van 53% naar 18%

* Tonsillitus / angina, van 36% naar 3%

* Hartinfarct (vooral follow-up contacten), van 68% naar 35%
* Osteoporose, van 48% naar 18%

* Hersenschudding, van 44% naar 15%
Vaak blijkt er een goede (medische) reden te zijn waarom bij bepaalde klachten een sterke afname in visites is. Koorts is daarvan een goed voorbeeld; vond men vroeger nog dat je met koorts vooral in bed moest blijven, tegenwoordig zijn artsen het er over eens dat het geen kwaad kan om even over straat te gaan.

Vooral kinderen krijgen minder visites
Ook de leeftijd van de patiënt maakt verschil. Voor kinderen is de kans dat de huisarts een visite aflegt het sterkst afgenomen. In 1987 ging in 20% van de face-to-face contacten met kinderen tot 5 jaar de huisarts nog op visite, in 2001 is dat nog maar 3%. Het overgrote deel van de visites wordt nog altijd afgelegd bij de ouderen, maar ook daar is een forse afname.

Is de afname in visites een probleem?
Soms kan het voor patiënten lastig zijn om naar de praktijk te komen, bijvoorbeeld omdat men geen auto heeft of liever niet met een ziek kind over straat gaat. Uit de studie blijkt echter dat medische afwegingen nog altijd een belangrijke rol spelen in de beslissing om al dan niet een visite af te leggen.

Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd op basis van gegevens uit huisartsregistratiesystemen van 103 praktijken in 1987 en 80 praktijken in 2001. De gegevens werden verzameld in het kader van de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. De analyses hebben betrekking op ruim 320.000 contacten (zowel overdag als 's nachts) en meer dan 73.000 patiënten.