MINISTERRAAD: Buitenlands talent makkelijker nederlandse .....
Rvd/dg
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
6 oktober 2006
BUITENLANDS TALENT MAKKELIJKER NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT OP
Buitenlandse artsen die in Nederland een opleiding volgen tot specialist en
wetenschappelijk onderzoekers kunnen vanaf 1 november 2006 gemakkelijker in Nederland aan
het werk. Daarnaast wordt het voor niet-Europese studenten eenvoudiger om stage te lopen
in Nederland. Werkgevers hoeven voor deze groepen geen tewerkstellingsvergunning meer aan
te vragen. Het kabinet heeft daar op voorstel van staatssecretaris Van Hoof van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd. Het versoepelen van de toelating is bedoeld om de
Nederlandse kenniseconomie te versterken en het groeiende tekort aan hoogopgeleide
werknemers aan te vullen.
Werkgevers moeten normaal gesproken een tewerkstellingsvergunning aanvragen als ze een
werknemer willen aannemen die niet afkomstig is uit de Europese Unie, Noorwegen, IJsland
of Liechtenstein. De Centrale Organisatie Werk en Inkomen, die de vergunningen afgeeft,
controleert dan eerst of de werkgever genoeg moeite heeft gedaan om een werknemer uit de
EU aan te trekken. Dit moet verdringing van Nederlandse werknemers en werknemers uit de
EU-landen voorkomen.
Om buitenlandse artsen in opleiding tot specialist (bijvoorbeeld huisarts,
verpleeghuisarts sociaal geneeskundige of arts voor verstandelijk gehandicapten)
gemakkelijker toe te laten op de arbeidsmarkt, vallen ze voortaan onder de reeds
bestaande Kennismigrantenregeling. Deze regeling behelst dat hoogopgeleide vreemdelingen
via een snelle procedure bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst voor vijf jaar in
Nederland kunnen werken. Werkgevers hoeven voor hen geen tewerkstellingsvergunning aan te
vragen. Kennismigranten onder de dertig moeten minimaal 33.363 euro bruto per jaar
verdienen en als ze ouder zijn, moet hun salaris hoger zijn dan 45.495 euro. Dit
looncriterium vervalt voortaan voor universitair docenten en postdocs.
Voor (niet-Europese) studenten die aan een Nederlandse onderwijsinstelling studeren wordt
het gemakkelijker om de voor hun studie noodzakelijke stage te lopen. Nu hebben ze vaak
problemen met het vinden van een stageplek omdat werkgevers voor hen een
tewerkstellingsvergunning moeten aanvragen. Dat kost tijd en levert administratieve
rompslomp op. Door de vergunningplicht af te schaffen komt daar een einde aan.
De Tweede Kamer heeft eind vorig jaar aan het kabinet gevraagd om het voor werkgevers
makkelijker te maken mensen uit een van de bovengenoemde groepen aan te nemen. Daarvoor
is een wijziging van het Besluit Uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen nodig.
RVD, 06.10.2006