Gemeenteraadsfractie D66 Utrecht

Persbericht

www.d66utrecht.nl
Utrecht, 1 november 2006

D66: Toekomst perspectief voor 400 Utrechtse asielzoekers ­ toch nog een 'generaal pardon'

D66 is blij met antwoorden van het College over asielzoekers

D66 is blij met de antwoorden van het College van B & W op onze schriftelijke vragen inzake afgehandelde asieldossiers. De gemeente gaat komende tijd haar best doen voor de 400 Utrechtse asielzoekers. De vraag van D66 'Is het College bereid om contact te zoeken met de andere Grote Steden (G4) om gezamenlijk druk uit te oefenen om te komen tot een generaal pardon, zoals de PvdA ook al voorstelt?' heeft het College met 'ja' beantwoordt!

D66 en PvdA fracties hebben recentelijk schriftelijke vragen aan het College gesteld over de toekomst perspectieven van de Utrechtse uitgeprocedeerde asielzoekers. Op 31 oktober 2006 zijn deze vragen beantwoord. D66-fractievoorzitter Alice van Rooij vertelt: 'Ik ben zeer verheugd met de antwoorden! Het gaat tenslotte om mensen die net als iedereen menswaardige behandeling verdienen en eindelijk duidelijkheid zouden moeten krijgen.'

Van Rooij: 'Op 1 oktober 2006 liep de termijn af waarop minister Verdonk van vreemdelingenzaken alle asieldossier afgehandeld zou moeten hebben. Bij een fors aantal dossiers blijkt dit nog niet het geval te zijn. In Utrecht gaat het om 400 asielzoekers die onder de oude regeling vallen. D66 heeft het ernstige vermoeden dat ook elders in het land zich nog mensen bevinden die onder de oude regeling vallen en waarvan het dossier nog niet volledig is behandeld. Zij hebben nog geen uitsluitsel over hun status. Naar de mening van D66 is het reëel te vermoeden dat een deel van deze asielzoekers alsnog een afwijzing krijgt. Het gaat hierbij om mensen die al jaren in ons land verblijven, en ook geen werkelijke mogelijkheid op terugkeer naar het eigen land hebben. De praktijk leert dat deze mensen dan in de illegaliteit terechtkomen, daarin zoeken ze vaak de grote steden en dus ook Utrecht op.'

Dit levert dan naar de mening van D66 niet alleen meer menselijk drama op, ook zal een groter beroep worden gedaan op de Utrechtse voorzieningen die voor deze doelgroep in het leven geroepen zijn. Dit zal ook zeker extra kosten met zich mee brengen. D66 is van mening dat het hier om een typisch grote steden probleem gaat, wat het meest effectief in G4-verband dient te worden aangepakt.'

Het Utrechtse College overweegt om indien de minister onverhoopt niet zou besluiten tot een generaal pardon, de extra kosten bij de minister te declareren. Op die manier wordt helder welke gevolgen het beleid van de minister heeft voor de gemeente Utrecht. Ook wordt hopelijk een financiële bijdrage van de minister verkregen zodat wij deze asielzoekers in noodopvang op humane wijze kunnen opvangen. In het verleden heeft het College al een claim te hoogte van ¤198.000 ingediend bij het Rijk voor de kosten van asielzoekers in de noodopvang, die alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen. Door de minister van V&I is slechts ¤6.000,- van deze claim gehonoreerd.


Noot voor de redactie,