Gemeente Utrecht
beantwoording vragen nr. 123 inzake afgehandelde asieldossiers.
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
123 Vragen van mevrouw A. van Rooij
(vragen binnengekomen op 4 oktober 2006
en antwoorden van het college verzonden op 31 oktober 2006)
Op 1 oktober liep de termijn af waarop minister Verdonk van vreemdelingenzaken alle asieldossier afgehandeld zou hebben.
Zoals ook al uit schriftelijke vragen van de PvdA blijkt lijkt dit voor een fors aantal dossiers nog niet het geval te zijn. In het AZC in Utrecht zijn blijkens deze vragen nog een aantal asielzoekers aanwezig die onder de oude regeling vallen.
D66 heeft het ernstige vermoeden dat ook elders in het land zich ook nog mensen bevinden die onder de oude regeling vallen en waarvan het dossier nog niet volledig is behandeld. Zij hebben dus ook nog geen uitsluitsel over hun status.
Naar de mening van D66 is het reëel te vermoeden dat een deel van hen alsnog een afwijzing krijgt. Het gaat hierbij om mensen die al jaren in ons land verblijven, en ook geen werkelijke mogelijkheid op terugkeer naar het eigen land hebben.
De praktijk leert dat deze mensen dan in de illegaliteit terechtkomen, daarin vaak de grote steden en dus ook Utrecht opzoeken.
Dit levert dan naar de mening van D66 niet alleen meer menselijk drama op, ook zal een groter beroep worden gedaan op de Utrechtse voorzieningen die voor deze doelgroep in het leven geroepen zijn. Dit zal ook zeker extra kosten met zich mee brengen.
D66 is van mening dat het hier om een typisch grote steden probleem gaat, wat het meest effectief in G4 verband dient te worden aangepakt.
Dit brengt D66 tot de volgende vragen:
1. Is het college bereid om contact te zoeken met de andere Grote Steden (G4) om gezamenlijk druk uit te oefenen om te komen tot een generaal pardon, zoals ook de PvdA ook al voorstelt?
* Ja
2. Is het college bereid om indien de minister onverhoopt niet zou besluiten tot een generaal pardon, de extra kosten bij de minister te declareren?
Op die manier wordt helder welke gevolgen het beleid van de minister heeft voor de gemeente Utrecht. Ook wordt hopelijk een financiële bijdrage van de minister verkregen zodat wij deze 'extra' illegaal gemaakten op humane wijze kunnen opvangen.
Het college heeft al een claim te hoogte van E198.000 ingediend bij het Rijk voor de kosten van asielzoekers in de noodopvang, die alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen. Door de minister van V&I is slechts E6.000,- van deze claim gehonoreerd. Deze claim was gebaseerd op de afspraak tussen toenmalig minister Nawijn en de VNG dat opvangkosten voor asielzoekers die alsnog een verbllijfsvergunning kregen, achteraf vergoed zouden worden met E15,- per dag. Gezien de geringe toekenning van onze claim, heeft Utrecht overlegd met andere gemeenten die ook kosten voor noodopvang van asielzoekers hebben gemaakt. Er wordt nu een gezamenlijke claim voorbereid om deze kosten bij het Rijk te claimen. Dit gaat om kosten van een groep asielzoekers, waarvan de opvang achteraf bezien ook binnen de doelstelling van het Rijksbeleid terecht was.
Dit zijn asielzoekers die alsnog:
a. een verblijfsvergunning hebben gekregen,
b. recht op opvang van het Rijk bleken te hebben
c. zijn teruggekeerd naar land van herkomst.
Wij zullen u nader informeren over deze gezamenlijke claim. De VNG heeft laten weten begrip te hebben voor deze claim "omdat de overheid geen sluitende oplossingen biedt. Gemeenten vangen deze mensen op uit humanitair oogpunt. De minister beloofde een oplossing maar die kwam er niet. Wij hebben begrip voor deze actie" (Trouw, 6 oktober 2006).
---- --