Gemeente Utrecht


beantwoording vragen , nr. 124 inzake berichtgeving over invorderen belastingschulden


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
124 Vragen van de heer V. Oldenborg
(vragen binnengekomen op 10 oktober 2006
en antwoorden van het college verzonden op 31 oktober 2006)

Deze week maakte het college bekend dat het is gestart met een grootschalige actie voor de inning van achterstallige belastinggelden (zoals parkeerboetes, OZB en afvalstoffenheffing). De gemeente heeft daarvoor een extern deurwaarderskantoor ingeschakeld, dat ruim 5.000 personen moet bewegen tot betaling over te gaan van de verschuldigde belastinggelden. Uit de media moet Leefbaar Utrecht opmaken dat het betalingsachterstanden betreft uit 2004, en vreemd genoeg is het de gemeente niet bekend om welk bedrag het gaat.
Het bovenstaande leidt tot de volgende vragen:
1. Hoe hebben deze betalingsachterstanden kunnen ontstaan?
Dit is het normale gevolg van het opleggen van belastingaanslagen, een gewone invorderingsactie. Niet iedere Utrechter betaalt zijn belasting op tijd. Er worden jaarlijks dan ook vele duizenden aanmaningen en betalingsherinneringen verzonden. Uiteindelijk blijven jaarlijks tussen de 4.000 en de 6.000 Utrechtse belastingplichtigen in gebreke de woonlastenaanslag op tijd te voldoen, waarna - in de gebruikelijke routine - een dwanginvorderingstraject wordt opgestart. Daarbij komt dan nog het invorderingstraject voor niet- betaalde naheffingsaanslagen parkeerbelastingen (ook enige duizenden dwangbevelen per jaar).
Het betreft aanslagen voor de belastingjaren 2004, 2005 en 2006, waarvan de meeste voor de laatste twee jaren. Er is geen sprake van een abnormale situatie.
2. Waarom werden niet eerder dwang/-invorderingsmaatregelen genomen, niet in de laatste plaats in het belang van de betalingsplichtige i.v.m. het stevig oplopen van de hiermee gemoeide bedragen (rente/boetes)?
Voor de dwangbevelen die nu uit gaan, zijn er in de sfeer van aanmaningen en betalingsherinneringen al eerdere stappen gezet. Dat heeft uiteindelijk niet tot gevolg gehad dat de openstaande belastingschuld voldaan is. Dan is het betekenen van een dwangbevel de laatste stap.
Zie ook de beantwoording onder 1.
3. Is het College het met Leefbaar Utrecht eens, dat dergelijke aantallen grootschalige wanbetalingen demoraliserend werken voor diegenen die wel keurig op tijd hun gemeentelijke belastingen betalen?
Zoals aangegeven: dit zijn normale aantallen die jaarlijks terugkeren. Deze aantallen wijken ook niet af van de aantallen van andere grote gemeenten. Overigens is het zo dat er na de gebruikelijke dwanginvorderingsfase uiteindelijk maar een gering aantal posten open blijft staan dat niet ingevorderd kan worden. Het aantal oninbaarverklaringen op jaarbasis is in Utrecht minimaal. De Utrechtse burger kan er dus op vertrouwen dat de verschuldigde belastinggelden geïnd worden.
4. Om wat voor een totaalbedrag gaat het hier (exact of desnoods bij benadering)?
Het gaat bij benadering om ongeveer 6 ton euro.
5. Wat zijn de aantallen achterstallige betalingen, uitgesplitst naar de soort schulden (belasting WOZ, parkeerboetes, afvalstoffenheffing etc.)?
Het gaat voornamelijk om woonlastenaanslagen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolrecht), te weten ongeveer 1860 stuks, en parkeerbelasting (naheffingsaanslagen), te weten ongeveer 2800 stuks.
6. Gaat het hier duidelijk aanwijsbaar om bepaalde categorieën schuldenaren c.q. is een relatie te leggen met sociale omstandigheden/inkomenspositie?
Bij parkeerbelastingen is dat niet vast te stellen. Voor de woonlastenaanslagen is er geen duidelijk patroon waar te nemen. De dwangbevelen zitten door de gehele stad.
7. Welke maatregelen neemt het college om het per direct onmogelijk te maken dat dergelijke betalingsachterstanden ontstaan?
Daar zijn geen maatregelen voor te treffen. Ervaringsfeit is dat jaarlijks tussen de 4.000 en 6.000 burgers en bedrijven niet op tijd hun belastingschuld voldoen.
De afdeling Gemeentebelastingen doet er - binnen haar wettelijke mogelijkheden - alles aan de verschuldigde belastinggelden te innen.
Ons college gaat ervan uit dat het invoeren van automatische incasso, gekoppeld aan meer betalingstermijnen, het aantal dwanginvorderingen zal beperken. Ons college verwacht deze mogelijkheid in de loop van 2007 te kunnen introduceren.


---- --