Gemeente Utrecht


Vragen nr. 126 inzake bedreigde wijkagent .

2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
126 Vragen van de heer drs. C.A. Geldof
(vragen binnengekomen op 11 oktober 2006
en antwoorden van het college verzonden op 31 oktober 2006)


Na vele bezoeken aan koffiehuizen blijkt recent de PvdA-leider Bos zich achter gesloten deuren te hebben verstaan met een aantal wijkagenten in Utrecht, zo schreef althans het AD / UN op 6 oktober jongstleden.

In dit gesprek is naar voren gekomen dat in 2004 een Utrechtse wijkagent zijn functie heeft moeten neerleggen nadat hij was bedreigd in de buurt waar hij werkte.

De VVD is met de PvdA-leider van oordeel dat het dodelijk is voor de goedwillende bewoners in een wijk als de politie zwicht voor buurtterreur.

Dit leidt voor de VVD tot de volgende vragen:

1. Is het College op de hoogte van het artikel in het AD / UN van 6 oktober?

Ja, het college is op de hoogte van het artikel van 6 oktober 2006.

2. Komt het vaker voor dat agenten op een zodanige wijze worden bedreigd dat zij overwegen om hun functie neer te leggen dan wel daadwerkelijk hun functie neerleggen?

In de afgelopen 3 jaar is dit in de gehele politieregio Utrecht niet meer voorgekomen.
Uitgangspunt is dat een wijkagent niet van zijn functie wordt gehaald. In dit geval is in overleg met de wijkagent gekozen voor een andere werkplek.

3. Wat was de aard en inhoud van de bedreigingen die de betrokken agent heeft doen besluiten zijn functie neer te leggen?


In de betreffende situatie hadden de bedreigingen vooral betrekking op de privésfeer van de wijkagent.


4. Is aan de bedreigingen uitvoering gegeven, dan wel een begin van uitvoering? Indien ja, kunt u dit nader toelichten?

Neen, de bedreigingen zijn niet uitgevoerd en er is ook geen begin van uitvoering geweest.

5. Was de informatie die dhr. Bos van de wijkagenten heeft vernomen indertijd bij de burgemeester bekend, in haar functie als korpsbeheerder van de politie Utrecht? Zo nee, waarom niet?


Het incident dat plaatsvond in het jaar 2002, is destijds niet bij aan de burgemeester gemeld. Gezien het tijdsverloop is door de politie niet meer te achterhalen waarom de burgemeester niet over werd geinformeerd.


6. Wat was ten tijde van het voorval het beleid ten aanzien van het omgaan met dergelijke bedreigingen?


Ten tijde van het incident was er geen sprake van specifiek beleid inzake het geval van 'bedreiging van politieambtenaren'. De districtsleiding heeft op dat moment, gelet op de omstandigheden, gekozen voor de oplossing om betrokkene tijdelijk in een andere functie te plaatsen. Sinds enkele jaren is hierop beleid ontwikkeld.

7. Wat voor actie is vanwege de korpsbeheerder en / of de politie en / of het Openbaar Ministerie indertijd ondernomen in de richting van degenen die de bedreigingen hebben geuit?


In het jaar 2004 was er op een bepaald moment sprake van een situatie waarbij een politieagent uit hetzelfde district aangifte deed van een tegen hem gepleegd strafbaar feit. Ter ondersteuning van deze zaak heeft de bedoelde wijkagent op dat moment aangifte gedaan van de bedreigingen uit het jaar 2002. Tijdens het ingestelde onderzoek werd één van de verdachten aangehouden.


8. Tot welke resultaten heeft / hebben deze actie(s) geleid?

De betreffende verdachte werd door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf.

9. Heeft het voorval geleid tot het formuleren van nader beleid en zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe luidt dat nieuwe beleid?


Sinds enkele jaren hanteert de Politie Regio Utrecht het Geweldsprotocol. Gezien de toename van geweld tegen hulpverleners heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met de minister van Justitie, besloten dit beleid aan te scherpen en de strafmaat te verhogen. De minister van BZK heeft zich in de cao verplicht om voor 1 januari 2007 een landelijke regeling te maken op het gebied van geweld tegen politiemensen, inclusief de bedreigingen.

Inzake het optreden in het geval van bedreigingen tegen politiemensen is inmiddels een bijlage ontwikkeld die bij het protocol van de Regiopoltie Utrecht zal worden gevoegd. De betreffende richtlijn bevindt zich in de besluitvormingsfase en zal binnenkort operationeel worden.


10. Waarom is tot op heden over dit ernstige voorval, waarbij het lijkt of van overheidszijde voor buurtterreur is gezwicht, geen informatie verstrekt aan de Raad?

Zoals eerder is vermeld heeft het incident zich voorgedaan in het jaar 2002. De betreffende wijkagent heeft na het incident tijdelijk andere werkzaamheden verricht maar is inmiddels al weer enige tijd werkzaam als wijkagent bij de politie Utrecht. Zie het antwoord op vraag 5.


---- --