Gemeente Alphen aan den Rijn
Advies: Stichtingen Welzijn en Zorgwijzer voeren samen Wmo uit
(01 november 2006)
Het college van burgemeester en wethouders wil voor de uitvoering van
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dat de huidige Stichting
Welzijn en de Stichting Zorgwijzer samengaan. Uit onderzoek blijkt
namelijk dat de beide organisaties op dit moment te kwetsbaar zijn om
de Wmo-taken uit te kunnen voeren. Het college legt dit plan voor aan
de besturen van beide organisaties en gemeenteraad, die hierover een
beslissing moet nemen.
Op dit moment voert Stichting Zorgwijzer de Wvg-taken en Stichting
Welzijn de meeste welzijnstaken voor de gemeente uit. Door de
invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning verandert veel,
waaronder de uitvoering. De Wmo biedt nieuwe kansen op een goede
aansluiting van welzijn en zorg. Om die reden onderzocht het college
hoe de uitvoering van de (nieuwe) Wmo-taken het best geregeld kan
worden. De gemeente heeft behoefte aan een sterke, professionele
uitvoeringsorganisatie die een binding heeft met de lokale
samenleving. Maar ook continuïteit, flexibiliteit en bedrijfsmatig
werken zijn belangrijke eisen die gesteld worden aan de
uitvoerings-organisaties.
Onderzoeken
Om de juiste keuze te kunnen maken, heeft het college van b. en w.
twee onderzoeken laten verrichten en een advies laten opstellen:
* Momentum heeft dit voorjaar onderzoek gedaan naar de
bedrijfsvoering van Stichting Welzijn. Uit dit onderzoek bleek dat
de financiële basis te beperkt is;
* Bureau Geerling heeft in aanvulling daarop onderzoek gedaan bij
Stichting Welzijn over de gewenste toekomstige
uitvoeringsorganisatie;
* B&A Groep heeft advies gegeven over de huidige herziening van
taken van Zorgwijzer als gevolg van de inrichting van het
gemeentelijk Wmo-loket.
Uitkomsten
Uit de eerste twee onderzoeken blijkt dat de financiële basis van
Stichting Welzijn te beperkt is, waardoor de gevraagde
professionaliteit uitblijft. Daarnaast is de financiële sturing op de
bedrijfsvoering niet in orde. De stichting is te klein om de taken
goed en efficiënt uit te kunnen voeren en mist cruciale functies,
zoals financieel management, beleidsadvisering, produktontwikkeling en
regie op de uitvoering. Uit het rapport Geerling blijkt ook dat er een
professionaliseringsslag bij de gemeente nodig is. Vanuit een
duidelijke visie op welzijn en zorg moet de gemeente aangegeven welke
prestaties zij verwacht. Die visie is inmiddels vastgesteld, namelijk
het Wmo-beleidskader 'Sterk voor kwetsbaar'.
B&A Groep adviseert de gemeente het eerder genomen besluit om de
subsidierelatie te beëindigen te handhaven. De stichting is kwetsbaar
geworden door het afstoten van taken naar het CIZ (Centraal
Indicatieorgaan Zorg) en de overheveling van taken naar het Wmo-loket.
Ook wordt het advies gegeven dat Zorgwijzer transformeert naar een
nieuwe organisatie met Wmo-zorgtaken (backoffice), waarbij rekening
wordt gehouden met een koppeling met welzijnstaken (Stichting Welzijn)
op termijn. In dit model blijft de continuïteit van de dienstverlening
zoveel mogelijk gewaarborgd, blijven de personele gevolgen minimaal en
de frictiekosten beperkt.
Scenario's:
Er zijn vervolgens drie scenario's voor de toekomst onderzocht:
1. Stichting Welzijn en Zorgwijzer blijven als zelfstandige
organisaties bestaan, waarbij beide organisaties moeten worden
doorontwikkeld;
2. Stichting Welzijn en Zorgwijzer gaan samen in een nieuwe, sterke
en professionele uitvoeringsorganisatie Zorg en Welzijn
(transformatie);
3. Beëindiging van de subsidierelatie met beide stichtingen en
oprichting van een nieuwe Wmo-uitvoeringsorganisatie.
Het college van b. en w. geeft de voorkeur aan het tweede scenario,
het gefaseerd samengaan van beide stichtingen, waarbij eerst de
bedrijfsvoering en de financiële basis van Stichting Welzijn versterkt
worden. De voordelen van dit scenario zijn onder andere een integrale
aanpak van de Wmo-taken en een efficiëntere bedrijfsvoering. Voor de
uitvoering van dit scenario is de medewerking van beide besturen
nodig.
Vervolg
De gemeente gaat eerst gesprekken voeren met de besturen van beide
stichtingen en hen een reactie vragen. Deze reacties kan de
gemeenteraad betrekken bij de besluitvorming over dit voorstel in
december. Deelt de gemeenteraad de voorkeur van het college, dan zal
de gemeente verder overleg gaan voeren met beide stichtingen. Als
beide besturen willen meewerken, gaat in opdracht van de gemeente een
onafhankelijk organisatieadviseur de samenvoeging verder uitwerken en
een bedrijfsplan opstellen. Bij de uitwerking van de plannen blijft de
huidige dienstverlening uiteraard gegarandeerd. Het streven is op 1
juli 2007 met de nieuwe organisatie te starten, maar dit mag niet ten
koste gaan van de vereiste zorgvuldigheid.