KPMG
Lage winstbelasting leidt tot bovengemiddelde economische groei
1 november 2006
Een verlaging van het tarief voor vennootschapsbelasting heeft een
vesterking van de internationale concurrentiepositie en een
bovengemiddelde economische groei tot gevolg.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de tarieven voor
vennootschapsbelasting in 86 landen sinds 1993. Vooral landen als
Ierland, Noorwegen, Zweden en Denemarken hebben de afgelopen jaren als
gevolg van een gunstig winstbelastingregime een hoge economische groei
weten te realiseren. Het voorbeeld bij uitstek is Ierland dat de
afgelopen 15 jaar consistent een politiek heeft gevolgd dat er op
gericht was om buitenlandse investeringen aan te trekken, constateert
Peter Lier, hoofd van de international corporate tax practice van KPMG
Meijburg. Lier: Haar winstbelastingtarief daalde gefaseerd van 40% in
1993 tot 12,5% sinds 2003. In diezelfde periode groeide het Ierse BNP
van 60% van het EU gemiddelde naar 110%, daalde het
werkeloosheidscijfer naar een verwaarloosbaar niveau, toonde de Ierse
economie bovengemiddelde groeicijfers en waren in 2003 de buitenlandse
investeringen in Ierland op vrijwel hetzelfde niveau als die in
Duitsland.
Het onderzoek is volgens Lier een steun in de rug voor de voorgenomen
verlaging van het Nederlandse winstbelastingtarief van 29,6% naar
25,5% per 1 januari volgend jaar. Lier: "Met deze forse daling komt
Nederland onder het huidige gemiddelde te staan van zowel de EU
(25,8%) als van de landen van de OESO (28,1%). Sterker nog, ook onder
het gemiddelde van alle 86 landen die in 2006 door KPMG werden
onderzocht (27,1%).
Voorwaarde is overigens wel dat de huidige tarieven in de andere
landen per saldo niet verder dalen. Verdere dalingen zijn echter zeker
niet uit te sluiten. Het onderzoek toont een gemiddelde daling van
bijna 29% (van 38% naar 27.1%) in de afgelopen 14 jaar. In diezelfde
periode daalde het Nederlandse belastingtarief met iets meer dan 27%
als rekening wordt gehouden met de voorgenomen tariefverlaging per 1
januari 2007. Hoewel sprake is van een race to the bottom draagt
Nederland daarin niet meer dan gemiddeld bij. Het verwijt van dat
Nederland met zijn voorgenomen tariefsverlaging als aanjager van deze
race zou fungeren is dus niet terecht.
De uitzondering is de Verenigde Staten dat hoge economische
groeicijfers weet te realiseren bij een consistent hoog
winstbelastingtarief van ongeveer 40%. "De reden daarvoor ligt in de
omvang en kracht van de Amerikaanse economie", zegt Lier. Maar ook in
Amerika is het gevolg van belastingreducerende maatregelen zichtbaar.
Zo leidde de American Jobs Creation Act of 2004, waardoor in 2005 de
repatriëring van buitenlandse winsten éénmalig kon plaatsvinden tegen
een verlaagd tarief van 5,3%, tot een gezamenlijk bedrag van 300
miljard dollar aan winstuitkeringen.
Overigens is het tarief voor winstbelasting volgens Lier niet
allesbepalend. Voor het nemen van een vestigingsplaatsbesluit blijkt
duidelijkheid en consistentie bij de uitleg van de regels een nog
belangrijkere factor dan de hoogte van de belastingtarieven. Daarom
moet ook geïnvesteerd moeten worden in zaken hun waarde in dit opzicht
hebben bewezen. In het bijzonder moet daarbij worden gedacht aan het
rulingbeleid (het geven van zekerheid en duidelijkheid door de
belastingdienst vooraf), het elimineren van onduidelijke en onnodig
complexe regelgeving en een pragmatische, oplossingsgerichte
instelling."
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
© 2006 KPMG Holding N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability
company and a member firm of the KPMG network of independent member
firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All
rights reserved.