VVD


31-10-2006

Antwoorden van Dhr. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Hoekzema en Ketting (beiden VVD) over het Monitoringsmechanisme van de Europese Commissie.

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Hoekzema en Ketting (beiden VVD) over het Monitoringsmechanisme van de Europese Commissie.

Vraag 1

Is het waar dat de regering van Hongarije enkele jaren incorrecte financiële informatie heeft verstrekt aan de Europese Commissie?

Vraag 2

Is het waar dat dientengevolge de Europese Commissie zich geen getrouw beeld kon vormen van de wijze waarop Hongarije heeft voldaan aan de vereisten van het Groei en Stabiliteitspact?

Antwoord

Hongarije heeft volgens de Europese Commissie geen incorrecte realisatiecijfers verstrekt aan de Commissie. Wel heeft Hongarije in januari een convergentieprogramma ingeleverd dat naar inzicht van de Raad en de Commissie te optimistische schattingscijfers bevatte. De Hongaarse regering heeft, daartoe opgeroepen door de Raad, recent een herzien convergentieprogramma ingeleverd, dat wel realistische schattingscijfers bevat. In 2005 oordeelden de Raad en de Commissie eveneens dat de Hongaarse schattingscijfers te optimistisch waren. Toen leidde dit niet tot de oproep tot het herzien van het convergentieprogramma. De Commissie baseert zich bij de beoordeling van de wijze waarop een lidstaat voldoet aan de eisen van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) niet alleen op de door de lidstaat aangeleverde cijfers, maar ook op eigen cijfers. Op basis van deze cijfers heeft de Commissie zich wel een getrouw beeld kunnen vormen van de mate waarin Hongarije heeft voldaan aan de vereisten van het SGP.

Vraag 3

Als de vorige vragen bevestigend zijn beantwoord, blijkt hier dan uit dat het monitoringsmechanisme van de Europese Commissie heeft gefaald?

Vraag 4

Als dit mechanisme heeft gefaald, kunnen er dan twijfels bestaan ten aanzien van de wijze van monitoring van andere lidstaten? Hoe denkt u deze twijfels te kunnen wegnemen?

Antwoord

Het monitoringsmechanisme heeft naar inzicht van de regering niet gefaald. Op 24 januari 2006 heeft de Raad besloten om Hongarije op te roepen tot het inleveren van een nieuw en beter onderbouwd programma vóór september 2006. Dit is aangegeven in de geannoteerde agenda en het verslag van de Ecofin in januari (TK 21501-07, 511 en TK 21501-07, 512 ) en dit is gesteund door de Nederlandse regering. De Raad en de Commissie beschouwden de financiële informatie in het programma als onvoldoende geloofwaardig. Het oude programma voldeed niet aan de vereisten en de Raad en Commissie wilden hiermee bereiken dat de nieuwe regering, die in het voorjaar van 2006 is aangetreden, zich committeert aan een duidelijke consolidatiestrategie. De Hongaarse regering leverde recent een nieuw convergentieprogramma aan. Het nieuwe programma kent ten opzichte van het vorige programma forse bijstellingen. De Commissie en de Raad beschouwen het huidige programma wel als geloofwaardig, en steunen de hervormingsplannen van de Hongaarse regering.

Vraag 5

Bent u van mening dat Bulgarije en Roemenië uiterst nauwgezet zullen moeten worden gecontroleerd of zij voldoen aan de Kopenhagencriteria en het communautair acquis?

Antwoord

Daar is de regering het mee eens. Strikte toepassing van de Kopenhagencriteria inclusief de overname en implementatie van het acquis staat centraal in het beleid van de regering ten aanzien van de uitbreiding van de EU. In dit kader verwelkomt de regering de recentelijk (voortgangsrapport voor Bulgarije en Roemenië van 26 september jl.) door de Commissie aangekondigde (mogelijke) maatregelen in het kader van de toetreding van beide landen per 1 januari 2007.

De regering verwelkomt de aankondiging van de Commissie om beide landen, op basis van de JBZ-vrijwaringsclausule in het Toetredingsverdrag (Akte, art. 38), bij toetreding te zullen onderwerpen aan een mechanisme van toezicht op het gebied van JBZ, aan de hand van een aantal opgelegde, specifieke `benchmarks' en gekoppeld aan de mogelijkheid tot het treffen van vrijwaringsmaatergelen als blijkt dat deze `benchmarks' niet worden gehaald.

Belangrijk daarbij is dat de Commissie nauwgezet uitvoering geeft aan het mechanisme van toezicht, en bereid is de daaraan gekoppelde mogelijkheden tot het nemen van verdere vrijwaringsmaatregelen, indien nodig, direct in te zetten op het moment dat uit het toezicht blijkt dat de gestelde ijkpunten niet zullen worden gehaald. De regering zal de verdere voortgang tot aan en na toetreding daarom nauwgezet blijven volgen en, indien nodig, de Commissie verzoeken de nodige vrijwaringsmaatregelen te treffen. Het Toetredingsverdrag (Akte, art. 37 en 38) biedt daartoe de mogelijkheid.

De regering verwelkomt ook de vrijwaringsmaatregelen op het gebied van de interne markt, uit hoofde van het acquis, die de Commissie onmiddellijk bij toetreding zal instellen dan wel handhaven. Dit betreft onder andere maatregelen op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart, en de diergezondheid waaronder bijvoorbeeld een exportverbod van varkens in verband met de aanwezigheid van klassieke varkenspest (KVP) in beide landen.

Ook in het kader van de bescherming van het functioneren van de interne markt, heeft de Commissie onlangs het toezicht op de besteding van landbouwfondsen verscherpt. Eerder, deze zomer, was dat ook al gedaan met betrekking tot structuurfondsen.

Vraag 6

Kunt u aangeven of, en zo ja, op welke wijze de controle van de Europese Commissie ten aanzien van Bulgarije en Roemenië moet worden versterkt?

Antwoord

De regering is van mening dat de versterkte controle van de Europese Commissie ten aanzien van Bulgarije en Roemenië, zoals hierboven uiteengezet, afdoende is.