Hoger beroep OM tegen vonnis kampvuur-incident
31 oktober 2006
Het Openbaar Ministerie in Alkmaar heeft hoger beroep aangetekend
tegen het vonnis van de rechtbank waarbij een docent van het Jan
Arentsz College is vrijgesproken. De docent was door het Openbaar
Ministerie gedagvaard op verdenking van het veroorzaken van zwaar
lichamelijk letsel door schuld tijdens het ontsteken van een kampvuur.
Er was 180 uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van
vier maanden geëist. Het hoger beroep is ingesteld omdat het Openbaar
Ministerie zich niet kan vinden in de uitleg die de rechtbank heeft
gegeven aan het juridische begrip schuld.
De docent heeft op 16 juni j.l. tijdens een klassenfeest op het strand
bij Castricum wasbenzine op een smeulend kampvuur gesprenkeld. Daarbij
ontstond een steekvlam waardoor drie leerlingen brandwonden hebben
opgelopen. De rechtbank geeft in het vonnis aan dat er sprake is
geweest van een uitzonderlijk ongeval waarbij de docent niet had
kunnen voorzien dat er een grote horizontale vlam zou optreden. De
gevolgen van het ongeval zijn daarom aan de docent niet toe te
rekenen, aldus de rechtbank.
Naar mening van het Openbaar Ministerie geeft de rechtbank met dit
vonnis aan het juridische begrip schuld een andere invulling dan tot
nu toe in de jurisprudentie gebruikelijk is geweest. Of deze invulling
de juiste is, acht het Openbaar Ministerie een vraag die tenminste ook
door een hogere rechter moet worden beantwoord.
Het is nog niet bekend wanneer het hoger beroep bij het Hof in
Amsterdam zal plaatsvinden.
Verklaar jargon
---
Openbaar Ministerie