Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2006/3208
datum : 30-10-2006
onderwerp : Handelwijze Staatsbosbeheer
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Slob (ChristenUnie) over de handelwijze van Staatsbosbeheer (ingezonden 13 oktober 2006).


1
Bent u bekend met de voorgenomen kap van vijfhonderd douglassparren langs de Eperweg, de provinciale weg N795 tussen Nunspeet en Epe?1 Is het u bekend dat de gemeente Nunspeet het niet eens is met deze voorgenomen kap door Staatsbosbeheer en de provincie Gelderland?

Ja.


2 en 3
Klopt het dat de provincie Gelderland summier en Staatsbosbeheer in het geheel niet gecommuniceerd hebben met de gemeente Nunspeet over deze voorgenomen kap van vijfhonderd bomen? Hoe beoordeelt u deze gang van zaken?
Klopt het dat Staatsbosbeheer in het kader van de Boswet geen melding hoeft te maken bij omwonenden en betrokkenen van een voorgenomen kap van bomen? Klopt het dat Staatsbosbeheer niet alleen bomen kapt zonder overleg met gemeenten, maar ook wegen en paden zonder overleg afsluit? Klopt het dat Staatsbosbeheer niet open staat voor overleg met en inspraak van omwonenden en betrokkenen waar het gaat om voornoemde zaken?2 Hoe waardeert u de handelwijze van Staatsbosbeheer in dezen?

Ik heb navraag gedaan bij Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer heeft mij gemeld dat het voorafgaand aan de werkzaamheden geen persbericht heeft uitgedaan. Staatsbosbeheer stelt een persbericht op als er sprake is van directe confrontatie met de kap, overlast in wandel- en fietsgebieden en/of in de nabijheid van uitloopgebieden nabij het dorp.
Naar inschatting van Staatsbosbeheer was daarvan hier geen sprake. Staatsbosbeheer erkent een inschattingsfout te hebben gemaakt.

Zoals ik in mijn antwoord op eerdere Kamervragen over bezwaarmogelijkheden tegen kap door Staatsbosbeheer heb gemeld, heeft Staatsbosbeheer een ontheffing van de kennisgevings- en herplantplicht in de Boswet. Dit doet niets af aan de verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer om te zorgen voor goede communicatie met diverse betrokkenen. Zoals uit mijn antwoorden op eerdere Kamervragen over bomenkap door Staatsbosbeheer blijkt, besteedt Staatsbosbeheer hier ook veel aandacht aan.

4 en 5
Onderkent u dat gemeenten door de handelwijze van Staatsbosbeheer in verlegenheid kunnen worden gebracht, omdat zij door burgers worden aangesproken op het gedrag van de overheid, terwijl zij geen enkele invloed hebben op de handelwijze van Staatsbosbeheer? Onderkent u dat het daarom van groot belang is dat de onderscheiden overheidsorganen goed samenwerken?
Op welke wijze controleert u het sinds 1998 verzelfstandigde Staatsbosbeheer? In hoeverre heeft u invloed op de handelwijze van het verzelfstandigde Staatsbosbeheer, oftewel welke controle- en aansturingsinstrumenten heeft u met betrekking tot Staatsbosbeheer? Bent u bereid zich in te spannen voor een transparanter Staatsbosbeheer dat open staat voor overleg en inspraak van omwonenden en betrokkenen? Wat gaat u doen om dit doel te bereiken?

Als minister controleer ik Staatsbosbeheer op continuïteit van de bedrijfsvoering en het realiseren van beleidsdoelen. Ik heb hiervoor diverse formele instrumenten tot mijn beschikking, zoals de opdrachtverstrekking en de goedkeuring van het jaarverslag van Staatsbosbeheer. Daarnaast bestaan er uiteraard diverse formele en informele contacten tussen mijn departement en Staatsbosbeheer, waarin ook de dagelijkse gang van zaken aan de orde komt.

Staatsbosbeheer is zelf verantwoordelijk voor het communicatie- en voorlichtingsbeleid en voor de wijze waarop het dit overleg organiseert met burgers en bestuursorganen. Staatsbosbeheer investeert daarbij veel in de interactie met het publiek en de bevolking. Want, naast gecontroleerd te worden door mij als minister, staat Staatsbosbeheer ook geregeld in de publieke schijnwerpers. Als deze publieke schijnwerpers op een organisatie gericht staan, dan komen tekortkomingen aan het licht. De kritiek die burgers en bestuursorganen incidenteel uiten op de werkwijze van Staatsbosbeheer heeft invloed op de manier waarop Staatsbosbeheer vergelijkbare zaken in de toekomst aanpakt.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

1. De Stentor, 27 september 2006

2. Zie ook de casus Nederhemert-Zuid, waar het lid Krähe (PvdA) vragen over heeft gesteld (2050617880, vergaderjaar 2005-2006) en de casus Ooijpolder, waar het lid Van Velzen (SP) vragen over heeft gesteld (2060700970, vergaderjaar 2006-2007)