Radboud Universiteit Nijmegen


Persbericht

Pb 06 - 108
Nijmegen, 18 oktober 2006

Nijmeegse wetenschappers laten zien dat het anders moet met Nederland en Europa

Andere en meer actieve Nederlandse inbreng nodig in Europadebat

De afwijzing van de Europese Grondwet door het Nederlandse volk in juni 2005 maakte duidelijk dat er veel mis is met onze relatie met Europa. Veranderingen in de Nederlandse houding en de Europese instituties zijn noodzakelijk. Nijmeegse filosofen en politicologen bieden daarvoor een handreiking in de bundel Na het referendum over Europa: Een weg uit de impasse. De uitgave is geïnitieerd door het Nijmeegs Centrum voor Ethiek.

De publieke discussie over Europa stagneert. De politieke partijen doen weinig om de Nederlandse harten te winnen. In de verkiezingscampagne spelen speculaties over koopkrachtplaatjes vooralsnog een grotere rol dan het grote economische en politieke project dat een kwart van de Nederlandse wetgeving bepaalt. Dat moet en kan veranderen, meent auteur Marcel Becker. "In de kabinetsformatie zullen besluiten moeten worden genomen over de Nederlandse inzet voor Europa. Constitutionele aspecten van de Europese politiek zullen de komende vier jaar opnieuw aan de orde komen."

Met dit boek nemen de Nijmeegse wetenschappers een voorschot op het debat. Het eerste exemplaar wordt maandag 30 oktober op het Ministerie van Justitie aangeboden aan minister Ernst Hirsch Ballin, voormalig lid van de Raad van State.

De debatbijdragen

Consumentisme, actief burgerschap en Turkije hoort bij Europa

Europa begon ooit vanuit idealistische motieven ('nooit meer oorlog') en koos daarvoor economische integratie als weg. Het idealisme verdween echter naar de achtergrond en de Nederlander beschouwt zich steeds meer als een klant, die vanuit een voor-wat-hoort-wat mentaliteit de Europese instituties argwanend beschouwt. Dat leidt tot een 'defensieve en sceptische houding, die strookt met populistische tendensen in de samenleving', zo laat Bas van Stokkom zien.

Dit consumentisme is een verkeerde instelling, zegt Kees Klop. De juridische en economische banden brengen namelijk gemeenschappelijke vragen over politieke kwesties met zich mee. Een markt zonder staat kan niet bestaan. Vrijheden van goederenverkeer dwingen vroeg of laat tot het behartigen van andere beleidsterreinen: milieu, sociaal beleid, justitie. En betrokkenheid daarbij vraagt om actief burgerschap. Wanneer dat alleen vanuit belangenfixatie vorm krijgt, is het 'merkwaardig en waarschijnlijk gevaarlijk', zo werkt Paul van Tongeren uit. Een politieke gemeenschap ontkomt niet aan de discussie over eindtermen, betekenis of rechtvaardigheid. Volgens Marcel Becker is deze discussie binnen Europa nodig als tegenwicht tegen een neoliberale stoomwals, die met de vermarkting van goederen door Europa dendert, en waarbij velen zich onbehaaglijk voelen.

Deze discussie is geen utopie. Europa is al een gemeenschap bijeengehouden door waarden, die bijvoorbeeld blijken uit de strenge toetredingscriteria voor nieuwe landen en die door bijvoorbeeld het Hof van Justitie worden bewaakt. Gerrit Steunebrink stelt zelfs dat 'Turkije in het licht van die waarden, met haar volledig seculiere constitutie, eerder dan de oudste broer van de arabieren het jongste halfbroertje van het Westen' is.

Machtspolitiek - versterking van instituties

De gang van zaken in het Europese bestuur stemt echter niet tot vrolijkheid. In Brussel spelen gevestigde belangen (gesteund door meer dan 5.000 lobbyisten) elkaar de bal toe. De politieke elites van nationale landen laten zich vooral leiden door machtspolitieke overwegingen. Veel wordt beslist in een spel tussen regeringen, dat door prestige en binnenlands politieke belangen al te vaak een conflictueus karakter krijgt, zo tonen Bertjan Verbeek en Kees van Kersbergen aan. Al deze groeperingen maken een principiële fout: zij verantwoorden zich vooral in termen van outputlegitimiteit: op basis van voor iedereen zichtbare resultaten trots zijn op wat er is binnengehaald. In de competitie dreigt het algemeen Europees belang uit het zicht te raken. Bovendien is deze vorm van legitimiteit kwetsbaar. Wanneer er even geen resultaten worden gehaald, ontstaat snel gemor. De fixatie op de output moet worden aangevuld met andere legitimiteitsvormen: mensen moeten ook zien dat besluitvormingsproces op rechtvaardige manier tot stand komt. Mensen zien dan de intrinsieke kracht en rechtvaardigheid van de instituten.

Krachtige centraal bestuur - geen alomvattende superstaat

De scepsis van de burger en de beperkte blik van de bestuurder krijgen alleen een oplossing wanneer Europa durft over te gaan tot krachtige centrale bestuursorganen. Nota bene, een slank maar krachtig Europa is iets anders dan een alomvattende superstaat. Het gaat om duidelijk afgebakende bevoegdheden en competenties, vastgelegd in een afgeslankte maar stevige grondwet. En een sterk Constitutioneel Hof dat meningsverschillen over de taakverdeling kan beslechten. Een dergelijke vorm kan meer autonomie aan deelnemende landen bieden dan de bestuurlijke compromisgedrochten die door het subsidiariteitsbeginsel worden geïnspireerd.

Na het referendum over Europa: Een weg uit de impasse, Marcel Becker, Kees Klop, Bas van Stokkom, Jean-Pierre Wils (red.), Damon, Budel 2006. ISBN

Met medewerking van: Paul van Tongeren, René ten Bos, Bertjan Verbeek, Kees van Kersbergen, Thomas Mertens,. Gerrit Steunenbrink. Een initiatief van het 'Centrum voor Ethiek', Radboud Universiteit Nijmegen,

Noot voor de pers:
Recensie-exemplaren zijn via de uitgever te verkrijgen; Damon uitgeverij, mevrouw M. van der Laar-Peters, Damon@iae.nl, (0495) 499 319, E. info@damon.nl, damon@iae.nl

Aanbieding: maandag 30 oktober 14.00 uur, Ministerie van Justitie. Mediavertegenwoordigers zijn daarbij welkom, na aanmelding bij c.vanbeuningen@Socires.nl

Informatie over het boek is te verkrijgen bij dr. M. Becker: Mbecker@Phil.ru.nl (024) 361 62 26)

Zie ook www.ru.nl/onderzoek en blijf op de hoogte via www.ru.nl/wetenschapsagenda