Ministerie van Buitenlandse Zaken
Persbericht ministerraad
27 oktober 2006
NEDERLAND WORDT PARTIJ BIJ VERDRAG TOT INTENSIVERING BESTRIJDING TERRORISME
De ministerraad heeft op voorstel van minister Bot van Buitenlandse Zaken
ingestemd met het wetsvoorstel om Nederland deel te laten nemen aan het
verdrag over de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van
terrorismebestrijding, criminaliteit en illegale migratie.
Het verdrag heeft tot doel de informatie-uitwisseling en samenwerking
tussen de verdragspartners te verbeteren. Het betreft bijvoorbeeld de
toegang tot DNA-databanken en kentekenregisters van andere
verdragspartijen. Ook informatie op het gebied van illegale migratie,
bijvoorbeeld bij geplande repatriëringsmaatregelen, moet worden gedeeld.
Het verdrag bevat tevens een regeling voor de inzet van vluchtbegeleiders.
Op deze manier kan de operationele samenwerking tussen de betrokken landen
worden verbeterd en de bestrijding van terrorisme, grensoverschrijdende
criminaliteit en illegale migratie worden versterkt.
De volgende landen worden naast Nederland partij bij het verdrag: België,
Duitsland, Spanje, Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk. Het verdrag werd
gesloten op 27 mei 2005 te Prüm, Duitsland. Het verdrag bouwt voort op
eerdere afspraken, zoals het akkoord van Schengen en afspraken tussen
Nederland en Duitsland op het gebied van grensoverschrijdende politiële
samenwerking. Het is de bedoeling dat op termijn het verdrag in het
juridische raamwerk van de Europese Unie wordt opgenomen.
De intensivering van de operationele samenwerking is belangrijk omdat
landsgrenzen steeds minder een obstakel vormen bij deze vormen van
criminaliteit. Al vanaf 2003 zijn deze landen met elkaar in gesprek om
intensiever met elkaar te gaan samenwerken. Het verdrag staat overigens
open voor andere EU-lidstaten om zich erbij aan te sluiten. Het verdrag pas
van kracht na goedkeuring door de Staten-Generaal.
RVD, 27.10.2006
Ministerie van Algemene Zaken