Onderzoek naar zelfstandige bestuursorganen
De algemene rekenkamer
Toezicht ministers op RWT's is aanzienlijk verbeterd
Informatie aan Tweede Kamer over zelfstandige instellingen met wettelijke taak nog niet
optimaal geregeld
Het toezicht van ministers op zelfstandige instellingen met wettelijke taken (RWT's, zie
kader) is de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd.
Ook verantwoorden RWT's zich beter. Ministers voldoen in hun toezicht op en hun
verantwoording over RWT's aan de Tweede Kamer vrijwel geheel aan de regels. De huidige
regelgeving zorgt er echter niet voor dat de Tweede Kamer voldoende systematisch inzicht
krijgt in de geldstromen van deze organisaties en in de wijze waarop ministers er
toezicht op houden. Dit stelt de Algemene Rekenkamer in het rapport Verantwoording en
toezicht bij rechtspersonen met een wettelijke taak, deel 5.
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar RWT's
Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) zijn zelfstandige organisaties die
wettelijke taken uitvoeren en met publiek geld worden gefinancierd, zoals universiteiten,
politieregio's, de NOS, het Kadaster, het UWV, Staatsbosbeheer, TNO en de AFM. Iedere
burger heeft te maken met de diensten en producten van RWT's. Jaarlijks gaat er veel geld
om bij de RWT's (ongeveer 120 miljard euro). Begin jaren negentig dreigde de overheid de
greep te verliezen op deze organisaties. De Algemene Rekenkamer onderzoekt sindsdien of
en zo ja hoe ministeries toezicht houden op het functioneren van RWT's, hoe RWT's zich
verantwoorden aan de ministers en hoe ministers zich op hun beurt aan de Staten-Generaal
verantwoorden. (zie ook: www.rekenkamer.nl/toezicht) Deel 5 is het laatste onderzoek van
deze reeks waarvan het eerste deel in 2000 verscheen.
Keuzes in toezicht ministers op RWT's niet transparant
De Algemene Rekenkamer constateert dat ministers beter moeten aangeven welke eisen zij
stellen aan zaken als de toegankelijkheid van de dienstverlening van de RWT, de kosten
voor de burger of het integriteitsbeleid van de instelling. Het kabinet deelt deze
conclusies niet. Het kabinet benadrukt dat RWT's zelfstandige organisaties zijn en
streeft daarom geen gedetailleerd inzicht na in het functioneren ervan. Wel vindt het
kabinet dat de minister bij onder de maat functioneren van RWT's moet kunnen ingrijpen.
De Algemene Rekenkamer is echter van mening dat ministers de Tweede Kamer de zekerheid
moeten kunnen bieden dat RWT's bijvoorbeeld geen te hoge tarieven rekenen, dat ze integer
te werk gaan en dat ze misbruik en oneigenlijk gebruik van regels voorkomen.
Verantwoording ministers over RWT's aan de Tweede Kamer moet verbeteren
De Algemene Rekenkamer is van mening dat de Tweede Kamer nog niet het gewenste inzicht
krijgt in wat er bij de RWT's gebeurt en hoe de ministers toezicht houden op de RWT's.
Met de huidige regels geven de jaarverslagen van ministeries de Tweede Kamer onvoldoende
informatie over het totaalbedrag aan premies dat RWT's ter beschikking staat en de
tarieven die ze rekenen voor hun diensten en producten. Voorts geven de jaarverslagen om
diezelfde reden onvoldoende inzicht in het toezicht van ministers op het functioneren van
de RWT's. De Algemene Rekenkamer is van mening dat zonder deze informatie parlementaire
controle op vervulling van de wettelijke taak en het functioneren van de RWT's niet goed
mogelijk is.
Het kabinet is het niet eens met de Algemene Rekenkamer. Het geeft aan dat de ministers
met hun 'uitzonderingsrapportages' (dat wil zeggen: alleen iets melden als er iets mis
is) de Tweede Kamer voldoende op de hoogte houden van het functioneren van de RWT's.
Bovendien hoeft verantwoording over RWT's volgens het kabinet niet alleen te verlopen via
het departementale jaarverslag. Wel wil het kabinet streven naar meer samenhang in de
verantwoordingsdocumenten die nu naar de Kamer worden gestuurd. De Algemene Rekenkamer
geeft aan dat de minister bij een uitzonderingsrapportage duidelijk moet maken wat
'normaal' is (welke eisen hij of zij aan het functioneren van de RWT stelt) en wanneer er
sprake is van een 'uitzondering' op de regel.
Kansen en risico's voor goed bestuur
De Algemene Rekenkamer publiceert op 26 oktober ook een achtergrondstudie met de titel
'Goed bestuur tussen publiek en privaat'. In deze studie presenteert zij een instrument
om de variëteit aan organisaties tussen publiek en privaat te beschrijven: het
'publiek-privaat profiel'. Daarnaast brengt zij kansen en risico's voor goed bestuur in
beeld. Europa is bijvoorbeeld een van die kansen. Het is van belang dat organisaties
weten welke kansen de Europese wet- en regelgeving biedt, zoals de mogelijkheid van
subsidies. Maar ze moeten ook weten wat de consequenties zijn van het niet voldoen aan
Europese wet- en regelgeving, zoals boetes. Een risico is de stapeling van codes voor
goed bestuur, waardoor de positieve effecten van deregulering deels teniet worden gedaan.
De studie laat zien dat het onduidelijk is of instellingen codes naleven.
Een samenvatting per ministerie is te vinden op www.rekenkamer.nl.