Aftrek ziektekosten vooral veroorzaakt door oneigenlijk gebruik
---
Diverse media hebben op 25 oktober gemeld dat volgens minister Zalm de
'aftrek van ziektekosten de pan uit rijst. Hieronder de reactie van Henk
Weijnen, beleidsmedewerker inkomen bij de Chronisch zieken en Gehandicapten
Raad.
Volgens het Ministerie van Financiën zou de belastingaftrek voor
ziektekosten uit de hand lopen. Dit jaar zullen bijna 3 miljoen huishoudens
ziektekosten aftrekken, waarmee een bedrag van 1,6 miljard is gemoeid. In
het jaar 1990 betrof dit 479.000 huishoudens en kostte dit de schatkist 128
miljoen. De cijfers zijn op zich juist, maar de indruk die door Minister
Zalm deze week in de Tweede Kamer werd gewekt, dat dit vooral het gevolg zou
zijn van de bijzondere regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten,
slaat nergens op. In een artikel in de Volkskrant van 17 oktober maakte
Minister Hoogervorst het nog bonter. Hij schreef dat de verpolitiekte
discussie over chronisch zieken heeft geleid tot een buitenissige
ontwikkeling van de buitengewone lastenaftrek.
De explosieve toename van de buitengewone uitgavenaftrek is vooral
veroorzaakt door de aftrek van premies voor de ziektekostenverzekering. In
1970 is op advies van de Commissie Hofstra een nieuwe drempel voor aftrek
van buitengewone uitgaven ingevoerd. De hoogte van de drempel werd gekoppeld
aan de hoogte van de ziekenfondspremie. De bedoeling ervan was dat de premie
voor de ziektekostenverzekering, die beschouwd kan worden als behorende tot
de normale kosten van levensonderhoud, niet in aanmerking zou komen voor
fiscale aftrek. Door verschillende ontwikkelingen is deze drempel, nu 11,5%
van het verzamelinkomen, al geruime tijd niet meer effectief. Het gevolg
hiervan is dat thans de grootste aftrekpost binnen de buitengewone uitgaven
premies ziektekostenverzekering betreft, maar liefst 60% van de aftrekbare
buitengewone uitgaven. In feite is dit aan te merken als een grootschalige
vorm van oneigenlijk gebruik. Opeenvolgende kabinetten hebben nagelaten dit
oneigenlijk gebruik aan te pakken. Een interdepartementale werkgroep heeft
in een rapport in 2001 beschreven welke groepen met enkel premies
ziektekosten (ver) boven de drempel voor de aftrek van ziektekosten
uitkomen. Dit zijn o.m. werknemers met een inkomen vanaf modaal, vrijwel
alle ouderen, zelfstandigen met een inkomen tot ca. 50.000 en
rijksambtenaren met een inkomen tot ca. 40.000.
Naar aanleiding van dit rapport werd aangekondigd, dat met de komst van een
nieuwe Zorgverzekeringswet dit grote knelpunt van oneigenlijke fiscale
subsidiering van premies ziektekosten aangepakt zou worden. Het huidige
kabinet, verantwoordelijk voor de nieuwe Zorgverzekeringswet, heeft dit
echter nagelaten. Een andere oorzaak van oneigenlijk gebruik is dat veel
mensen als gevolg van andere aftrekposten, zoals premies lijfrenten,
hypotheekrente, zelfstandigenaftrek e.d., de drempel voor de buitengewone
uitgaven aanzienlijk kunnen verlagen. Dit leidt er bijv. toe dat mensen met
een inkomen tot 2 maal modaal dankzij de eigen woningaftrek in aanmerking
komen voor aftrek van (premies) ziektekosten, waarop zij zonder eigen woning
geen aanspraak zouden kunnen maken. Aldus hebben mensen met dergelijke
aftrekposten een dubbel belastingvoordeel: aftrek van hypotheek- of
lijfrente en aftrek van ziektekosten.
De echte als buitengewoon aan te merken ziektekosten die samenhangen met
chronische ziekte en handicap maken slechts 14% uit van de totale aftrekbare
uitgaven. In 2004 was dit nog 18%. In 1985 was dit zelfs 28%. M.a.w de
geweldige toename van aftrek ziektekosten is niet te wijten aan chronisch
zieken en gehandicapten. Per 2004 is wel onder druk van de
belangenorganisaties van gehandicapten en chronisch zieken gedeeltelijk een
einde gemaakt aan een andere vorm van oneigenlijk gebruik van de
ziektekostenaftrek. Tot dan kon iedereen met een inkomen tot en met de
tweede belastingschijf (ca. 30.000) die 2 jaar of langer aftrek ziektekosten
had alle aftrekbare ziektekosten vermenigvuldigen met 50%. Bovendien kwamen
mensen tot 65 jaar dan in aanmerking voor het chronisch zieken forfait, een
extra aftrekpost van thans 795. Deze faciliteiten waren bedoeld voor
chronisch zieken en gehandicapten, maar in de praktijk kon iedereen daarvan
gebruik maken. Vanaf 2004 komen voor inkomens tot modaal alleen specifieke
ziekte-uitgaven die samenhangen met chronische ziekte of handicap in
aanmerking voor de vermenigvuldigingsfactor. Omdat deze operatie een
besparing opleverde werd de vermenigvuldigingsfactor verhoogd tot
aanvankelijk 65% en per 2006 toen de besparing aanzienlijk hoger bleek uit
te vallen - tot 113%. Ook de voorwaarde voor het chronisch zieken forfait
werd gewijzigd: alleen mensen met specifieke uitgaven van tenminste 314
komen thans voor dit forfait in aanmerking. Deze specifieke uitgaven zijn
o.m.: medicijnen, hulpmiddelen en aanpassingen van de woning, kosten
thuiszorg en voor intramurale verpleging en extra vervoerskosten i.v.m.
ziekte of handicap. Helaas heeft het Ministerie van Financiën bij deze
wetswijziging ook de aanschaf van een bril en de aftrekbare kosten voor de
huisapotheek ( 23 per huishoudlid) ondergebracht bij deze specifieke
uitgaven, in afwijking van de voorstellen van de Chronisch zieken en
Gehandicapten Raad. Hiermee is een deel van het oneigenlijk gebruik van de
faciliteiten voor chronisch zieken en gehandicapten blijven bestaan met een
kostenplaatje van 85 miljoen.
Heel wrang is het daarom dat de ministers Zalm en Hoogervorst nu het
voorbeeld van de bril aanhalen, die in bepaalde gevallen (vooral vanwege het
onbedoelde recht op het chronisch zieken forfait) kan leiden tot een hogere
aftrekpost dan de werkelijke aanschafkosten, voor hun bewering dat de aftrek
van ziektekosten de pan uitrijst als gevolg van de aftrek van bijzondere
ziektekosten. Deze zelfde bewindslieden hebben de voorstellen van de
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad om de bril en de huisapotheek niet
meer aan te merken als specifieke uitgaven, die in aanmerking komen voor de
vermenigvuldigingsfactor en voor het chronisch zieken forfait, afgewezen.
(Geplaatst: 26 oktober 2006)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland