24-10-2006
Schriftelijke vragen aan Raad en Commissie over situatie in Polen
Jeanine Hennis-Plasschaert heeft vandaag schriftelijke vragen gesteld
aan zowel de Raad als de Commissie over het wangedrag van de huidige
Poolse regering.
Steeds vaker wordt zij geconfronteerd met verhalen die aantonen dat de
Poolse overheid het niet zo nauw neemt met de verplichtingen die voor
de lidstaten uit Europese wetten en verdragen voortvloeien. Bij de
Raad en Commissie heeft zij om opheldering gevraagd.
Hieronder de vragen.
Schriftelijke vragen Raad:
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Europese
Verdrag van de Rechten van de Mens en het Handvest van de Grondrechten
van de EU verbieden discriminatie op grond van overtuiging,
huidskleur, etnische afkomst, seksualiteit (...). Als lid van de
Europese Unie en als lid van de Raad van Europa onderschrijft Polen
genoemde instrumenten. Onderschrijven betekent het ondersteunen en het
verdedigen van dit gedachtegoed. Daarnaast heeft Polen net als iedere
andere lidstaat de verplichting om te handelen in overeenstemming met
Europese regelgeving, waaronder anti-discriminatie bepalingen. Dat
Polen hier anders over denkt, blijkt uit verschillende berichten die
mij bereiken. De homofobe regering geeft het ene na het andere
discriminerende geluid af. Voorbeelden hiervan zijn: 1) President
Kaczynski die in het geval van een toenemend aantal homoseksuelen "een
verstoring van de relatie tussen man en vrouw en de ondergang van de
mensheid" ziet en 2) Vice-Minister van Onderwijs, Orzechowski die
stelt: "het idee dat twee individuen van gelijke sekse zich met elkaar
kunnen verbinden, is een enorme leugen. Die dingen legaliseren
betekent de vernietiging van onze samenleving". Gelijke geluiden
klinken vanuit lagere publieke Poolse organen. Zo zegt Teresa Lecka,
directrice van het centrum van bijscholing van leraren, dat
homoseksualiteit "indruist tegen de natuur van de mens" en "leidt tot
aftakeling". Zij neemt de bestrijding van de homofobie niet op in haar
takenpakket omdat scholen opdracht hebben "onderscheid
tussen goed en slecht en tussen mooi en lelijk".
Is de Raad met mij van mening dat het gedrag van de Poolse overheid
volstrekt intolerant is en indruist tegen internationaal en Europees
recht? Zo ja, welke maatregelen is de Raad van plan te treffen om
Polen op zijn wangedrag te wijzen?
Schriftelijke vragen Commissie:
Als lid van de Europese Unie heeft Polen net als iedere andere
lidstaat de verplichting om te handelen in overeenstemming met
Europese regelgeving, waaronder anti-discriminatie bepalingen. Zeer
geregeld bereiken mij berichten dat Polen het niet zo nauw neemt met
deze regelgeving. De homofobe regering geeft het ene na het andere
discriminerende geluid af. Voorbeelden hiervan zijn: 1) President
Kaczynski die in het geval van een toenemend aantal homoseksuelen "een
verstoring van de relatie tussen man en vrouw en de ondergang van de
mensheid" ziet en 2) Vice-Minister van Onderwijs, Orzechowski die
stelt: "het idee dat twee individuen van gelijke sekse zich met elkaar
kunnen verbinden, is een enorme leugen. Die dingen legaliseren
betekent de vernietiging van onze samenleving". Gelijke geluiden
klinken vanuit lagere publieke Poolse organen. Zo zegt Teresa Lecka,
directrice van het centrum van bijscholing van leraren, dat
homoseksualiteit "indruist tegen de natuur van de mens" en "leidt tot
aftakeling". Zij neemt de bestrijding van de homofobie niet op in haar
takenpakket omdat scholen opdracht hebben "onderscheid
tussen goed en slecht en tussen mooi en lelijk".
Is de Commissie met mij van mening dat het gedrag van de Poolse
overheid volstrekt intolerant is en indruist tegen verschillende
Europese anti-discriminatie wetten? Zo ja, welke maatregelen is de
Commissie voornemens te nemen om ervoor te zorgen dat Polen stopt met
dit wangedrag?
VVD