CDA

oktober 2006 - Persbericht -
Borstkanker hoog op de Europese Agenda

Het Europees Parlement vindt dat in de hele Europese Unie alle vrouwen tussen de 50 en 69 jaar eens in de twee jaar moeten worden gescreend op borstkanker.

Bovendien wordt aanbevolen om ook voor vrouwen vanaf 45 jaar en vrouwen die ouder zijn dan 69 regelmatig te screenen. In Nederland is screening tussen 50 en 69 al een feit, maar in veel andere lidstaten van de EU nog niet.

Europarlementariër Ria Oomen-Ruijten, mede-initiatiefneemster van de resolutie, is tevreden. 'Jaarlijks krijgen 275.000 vrouwen in de Europese Unie borstkanker. Het is de meest voorkomende doodsoorzaak voor vrouwen tussen 35 en 59 jaar. Maar er zijn grote verschillen tussen de verschillende lidstaten. Slechts in tien van de vijfentwintig lidstaten van de EU worden vrouwen regelmatig gecontroleerd. Daarnaast hebben veel, met name nieuwe lidstaten, de EU-richtsnoeren voor de wijze waarop het borstkankeronderzoek plaats moet vinden, niet volledig ten uitvoer gelegd.'

Ria Oomen-Ruijten: 'We vragen dan ook aan de Europese Commissie om zo snel mogelijk een overzicht te maken van het nakomen van de afspraken die zijn gemaakt door de lidstaten. Verder kan er binnen het zevende kaderprogramma onderzoek geïnitieerd worden naar de invloed van milieufactoren en levenswijze aan de ontwikkeling van borstkanker en ook naar het ontwikkelen van een op een serum gebaseerde test voor borstkanker in vroegtijdig stadium (biomarker). Ook moet er binnen dat programma rekening worden gehouden met de verbetering van de normen en protocollen voor de waarborging van de kwaliteit van het borstkankeronderzoek, in het bijzonder van technische aspecten en alternatieven voor de conventionele mammografie, zoals digitale mammografie.'

Ria Oomen-Ruijten vindt ook dat de Commissie aandacht zou moeten besteden aan de herintreding van oud-borstkankerpatiënten op de arbeidsmarkt. Ria Oomen: 'Een vijfde van deze patiënten keert niet terug op de arbeidsmarkt en dat is geen goede zaak.' Verder wordt er voorgesteld dat de Commissie met name in de nieuwe lidstaten en in de kandidaatlanden door middel van het Europees Sociaal Fonds en het pre-toetredingsfonds de financiering van opleidingen voor speciaal geschoolde medisch personeel kan stimuleren.

---