Ministerie van Algemene Zaken

Toespraak minister-president mr.dr. J.P. Balkenende, jaarcongres Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging, Rosmalen, 25 oktober 2006

Dames en heren,

Ondernemen is in. Steeds meer mensen ontdekken het gat in de markt en beginnen een eigen bedrijf. In 2005 kwamen er 40.000 nieuwe bedrijven bij. Dit jaar zullen dat er nog meer zijn.

Ik ben daar blij om. Ik ben blij dat steeds meer mensen het lef hebben om de stap naar het ondernemerschap te maken. Ondernemers zijn de motor van de BV Nederland. Gaat het goed met ondernemers, dan gaat het goed met ons land.

En het gaat gelukkig veel beter met Nederland. Ook in deze regio zit de spirit er weer in. Zeker bij ondernemers. Zoals bij Jan van Hulst van Metaalwarenfabriek Phoenix in Eindhoven. Zijn boodschap is veelzeggend: "Niet somberen over bedreigingen uit Oost-Europa en het Verre Oosten, maar de kansen pakken die er liggen." Hij voegt daar nog een rake waarneming aan toe: "Creativiteit en kennis bij elkaar zorgt voor innovatie. En daar ligt de toekomst voor Nederland."

Goed ondernemerschap gaat hand in hand met innovatie. Innoveren zonder te ondernemen lukt nog wel. Maar ondernemen zonder innovatie gaat niet. U hebt hier beide elementen in de vingers. Dat bewijst alleen al de derde plaats die de regio Eindhoven inneemt op het European Innovation Scoreboard. Een verdienstelijke plek na Stockholm en Helsinki, maar vóór München en Barcelona. Ik heb zelf de High Tech Campus nu een aantal malen bezocht en iedere keer ben ik weer onder de indruk van de dynamiek, de creativiteit en het enthousiasme dat ik daar zie.

De afgelopen vier jaar zijn we doordrongen geraakt van de noodzaak om te innoveren. Het Innovatieplatform heeft daar als aanjager een goede rol vervuld. Natuurlijk kan het altijd meer en beter. Maar je kunt niet verwachten dat je in vier jaar tijd de meeste innovatieve economie van de wereld wordt. Zoiets kost tijd, doorzettingsvermogen en een lange adem. Dat heeft een land als Finland wel bewezen. Daar kostte het zo'n 10 tot 15 jaar. We zijn wèl op de goede weg. Zo staat Nederland weer in de top 10 op de ranglijst van het World Economic Forum die het concurrentievermogen van landen vergelijkt. In 2002 stonden we op 15, nu op plaats 9. We doen weer mee.
Van een heel andere orde, maar ook een positief teken aan de wand is de vierde plaats die Nederland inneemt op de Human Capital Index van The Lisbon Council, een onafhankelijke Europese denktank. Deze lijst laat zien hoe Europese landen erin slagen hun inwoners op te leiden en ze in te zetten op de arbeidsmarkt. Over het belang van menselijke kapitaal voor de innovatiekracht van een bedrijf hoef ik u niets te vertellen.

Nederland zit in de lift, maar we zijn er nog niet. We moeten door. Maar wel in het besef dat de daadwerkelijke innovatie niet door de overheid, maar door het bedrijfsleven moet worden opgepakt. Zeker: de overheid moet ruimte scheppen, stimuleren en drempels verlagen. En dat hebben we de afgelopen jaren ook gedaan. Maar ondernemers moeten innoveren. En wat dat betreft zit het hier in Brabant wel goed.

Wat te denken van het bedrijf Diligent Energy Systems. Zij verdienen hun brood met een giftige noot uit Afrika. Geen geit waagt zich eraan, maar je kunt er wel bio-diesel uit persen. Duurzaamheid en innovatie in één.

Schoonheid, functionaliteit en innovatie zie je terug in de City-L van Netras Mobile Systems uit Helmond. Een kleine bestelwagen zonder achteras. Hierdoor kan de complete laadbak tussen de achterwielen op de grond gezet worden. Het verplaatsen van losse containers gebeurt zo sneller en slimmer. Als auto- én innovatieliefhebber bloei ik natuurlijk helemaal op bij dit soort vondsten.

Slimmer werken leidt ook bij DAF Trucks tot betere resultaten. Bij DAF zijn de arbeidskosten gereduceerd door bijvoorbeeld de loopafstanden voor het productiepersoneel met 50 procent te verkorten. Resultaat: de tijd die nodig is om een truck te bouwen is met 25 procent gedaald. Ook dat is innovatie.

Via de City-L en de DAF Trucks is het maar een kleine stap naar het onderwerp dat hoog op uw agenda staat. Investeren in infrastructuur staat stevig op nummer twee in uw prioriteiten-top-10. Dat is begrijpelijk, als je bedenkt dat 80 procent van de goederenstromen van en naar de Randstad over Brabantse wegen gaat.

Ruimte voor verkeer en vervoer is cruciaal voor de regio Zuid-Nederland. Gelukkig is er de afgelopen periode vooruitgang geboekt. Niet in de laatste plaats door het goede samenspel tussen minister Peijs en gedeputeerde Janse de Jonge.
Ik noem maar even de doortrekking van de A4 door West-Brabant. Vier jaar geleden stond ik in Breda en beloofde dat dit laatste stukje A4 er zou komen. En in 2010 ligt hij er. Ik noem ook de verbreding van het Wilhelminakanaal in Tilburg en de omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch.

De samenwerking tussen provincie, bedrijfsleven en Rijk heeft op veel terreinen zijn vruchten afgeworpen. Maar ik besef dat we er nog niet zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de bereikbaarheid van Eindhoven. Volgens mij zijn u en ik het wat Eindhoven betreft over drie dingen eens: Het is een probleem.
Het kost veel geld.
Er moet snel duidelijkheid komen.

De opgave is fors. Maar als ik zie wat we afgelopen jaren samen voor deze regio hebben kunnen doen, dan heb ik er alle vertrouwen in dat we er ook hier samen uitkomen.

Dames en heren,

"Het kabinet heeft een begin gemaakt met de vereenvoudiging van de regelgeving in ons land. Burgers en bedrijven hebben recht op een overheid die sober is in haar regelgeving, strikt waar het moet, maar niet alomvattend en bureaucratisch. Een overheid die zich onthoudt van wat door anderen minstens zo goed gedaan kan worden."

Deze woorden sprak Hare Majesteit de Koningin in de Troonrede. De Troonrede van 1983.

Beheersen van regelzucht is een taai proces. Maar dit kabinet heeft echt doorgepakt. We hebben gezegd: een kwart eraf. Dus: 4 miljard euro.

En dat gaan we halen. De helft is al gerealiseerd. De rest volgt in 2007. Het leeuwendeel van de vermindering van administratie lasten komt terecht bij het MKB.

Ik begrijp dat veel ondernemers nog niet voldoende vooruitgang zien. Sommige maatregelen hebben nu eenmaal tijd nodig. Maar de effecten worden gestaag zichtbaar. U gaat het merken!

Na een kwart eeuw praten over minder regels in dit land, hebben we nu eindelijk de trend weten om te buigen. Het is nu zaak de trend voort te zetten. Ik wil nog minder regels, nog minder bureaucratie en nog minder administratieve lasten. Er is nog genoeg te doen.

Er is nog genoeg te doen. In Nederland, maar zeker ook in Brabant en Zeeland. Eén ding staat voor mij in ieder geval vast. We zullen het sámen moeten doen. Overheid, burgers, bedrijfsleven, kennisinstellingen, noem maar op. Het motto van uw vereniging lijkt mij voor de komende jaren daarom een prima richtsnoer: Samen bereikt ú meer! Samen bereiken wij meer!