Remkes: versterk rijksregie over Randstad
25 oktober 2006
Het volgende kabinet moet de rijksregie over de Randstad op korte termijn versterken, vooruitlopend op mogelijke aanpassingen in de bestuurlijke organisatie in de Randstad. Met het oog op verdergaande decentralisatie van rijkstaken is - om te beginnen in de Randstad en zoveel mogelijk van onderop - een proces van schaalvergroting van gemeenten nodig; de ondergrens ligt in beginsel bij 20.000 inwoners. Om de 'bestuurlijke drukte' te verminderen zouden de deelraden in Amsterdam en Rotterdam moeten verdwijnen.
Dat zijn belangrijke punten uit de verkenning 'De toekomst van het decentrale bestuur, het decentrale bestuur van de toekomst', die minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag heeft gepubliceerd. De verkenning vormt de afronding van de discussie die de minister vóór de zomer is gestart over de toekomst van het middenbestuur in ons land. Belangrijk onderdeel van die discussie is de toekomstige bestuurlijke inrichting van de Randstad, waarover voor het eind van het jaar de commissie Kok met een advies komt. Deze verkenning moet gezien worden als een tussenstand, die bedoeld is als inbreng bij de kabinetsformatie.
Eventuele aanpassingen in de bestuurlijke organisatie moeten ervoor zorgen dat problemen beter kunnen worden opgelost. Omdat de problemen niet overal hetzelfde zijn kan ook de gewenste bestuurlijke inrichting verschillen. Algemene uitgangspunten zijn verder: integraliteit en democratische legitimatie van het bestuur, een heldere bestuurlijke organisatie en minder bestuurlijke drukte.
Scenario's voor de Randstad
De commissie Kok is om advies gevraagd over de relatie tussen de inhoudelijke problemen (vestigingslocaties, verkeer en vervoer, verstedelijking etc.) en de bestuurlijke knelpunten. De minister legt de commissie vier mogelijke scenario's voor de Randstad voor: (1) één grote Randstadprovincie, die ook rijksbevoegdheden krijgt, (2) stadstaten in de stadsregio's Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, met provinciale herindeling in de overige gebieden, gecombineerd met een minister voor Randstadzaken, (3) bestuurlijke autoriteiten voor de noord- en zuidvleugel en (4) geen grote wijzigingen in de decentrale bestuurlijke organisatie, maar versterking van de regie bij het Rijk.
De vierde optie is in de ogen van Remkes altijd nodig: hetzij als tussenstap naar een van de andere opties, hetzij als op zichzelf staande oplossing. Fusies van provincies buiten de Randstad zijn niet nodig, maar eigen initiatieven daartoe verdienen de steun van het Rijk.
Schaalvergroting
Gemeenten vormen de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. Er moeten, aldus minister Remkes, de komende jaren meer rijks- en provinciale taken naar de gemeenten worden gedecentraliseerd. Maar dat stelt wel eisen aan de kwaliteit van de gemeenten. Gemeenten moeten in staat zijn een integrale afweging in eigen huis te maken, kwetsbaarheid van het gemeentelijk apparaat moet worden teruggedrongen en samenwerking moet vanuit toegevoegde waarde worden ingezet in plaats van uit noodzaak. Uit het onderzoek 'Samenwerkend naar zelfstandigheid?' dat gelijktijdig met deze verkenning wordt gepubliceerd, blijkt dat gemeenten zelf deze problemen onderkennen en dat een verdere schaalvergroting tot een minimale omvang van 20.000 tot 50.000 inwoners dan noodzakelijk is. Daarbij hangt het van de regionale context af of de optimale schaal dichter bij de 20.000 of bij de 50.000 inwoners ligt. Minister Remkes kiest voor een aanpak die lijkt op het Deense model: gemeenten krijgen twee jaar de gelegenheid om zelf tot herindeling te komen. Als dat leidt tot een gemeente van in beginsel minimaal 20.000 inwoners zal het Rijk dat steunen. Waar gemeenten niet zelf met initiatieven komen zullen de provincies dat stimuleren. Als de gewenste resultaten uitblijven zal het Rijk uiteindelijk de regie over de herindeling overnemen.
Bestuurlijke drukte
Het terugdringen van de 'bestuurlijke drukte' is een belangrijke ambitie bij de hervorming van het decentrale bestuur. Het verminderen van het aantal gemeenten levert daar een bijdrage aan. Na de schaalvergroting kan ook het grote aantal gemeentelijke samenwerkingsverbanden worden gesaneerd. Samenwerking tussen gemeenten bij uitvoerende taken kan nuttig zijn, maar als beleidstaken worden overgeheveld naar samenwerkingsverbanden doet dat afbreuk aan de publieke verantwoording en democratische controle. Dubbel werk en onnodige afstemming tussen bestuurslagen moeten worden voorkomen.
Onderzoek moet uitwijzen of herschikking van taken nodig is; vervolgens moeten de taken van Rijk, provincies en gemeenten duidelijk worden vastgelegd. Als dat gebeurd is kunnen de zogenaamde Wgr-plus-regio's (de samenwerkingsverbanden rond de grotere steden) op termijn worden afgeschaft. Tot die tijd krijgen ze er geen taken bij.
De deelraden in Amsterdam en Rotterdam hebben geleid tot een forse toename van het aantal bestuurders in die steden, zonder dat de kwaliteit van het bestuur is verbeterd of de burgers meer tevreden zijn over de lokale politiek. Remkes dringt er daarom bij de steden op aan de deelraden te vervangen door een systeem van wijkwethouders, gecombineerd met uitvoerende stadsdeelkantoren. Als de gemeenten dat niet zelf doen, vindt hij dat op dit punt de Gemeentewet moet worden aangepast.
.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties