Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamervragen Kant over het Kinderhuis Reek

Kamerstuk, 25-10-2006

Antwoorden van staatssecretaris Ross op Kamervragen van het Kamerlid Kant over het kinderhuis Reek (2060701430)

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het Kinderhuis Reek zijn landelijke functie voor de behandeling van autistische kinderen dreigt te verliezen?

Antwoord 1
Onder de Wet op de jeugdzorg zijn de provincies en grootstedelijke regio's (hierna: provincies) verantwoordelijk voor uitvoering van de jeugdzorg. De provincies bepalen met welke aanbieders zij een subsidierelatie aangaan. Met het oog op deze
verantwoordelijkheidsverdeling is het niet aan mij om te bepalen bij welke instellingen zorg moet worden ingekocht.

Vraag 2
Erkent u dat, gezien de bijzondere expertise, ook kinderen van buiten Noord-Brabant de mogelijkheden moeten hebben hun behandeling in Kinderhuis Reek te ondergaan?

Antwoord 2
Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, is het aan de provincies om ervoor te zorgen dat er voldoende jeugdzorg van de juiste soort aanwezig is om aan de vraag ernaar te kunnen voldoen. De provincies bepalen aan welke zorg behoefte bestaat en gaan een subsidierelatie aan met díe zorgaanbieder die hierin het beste kan voorzien. Dit kan ook een zorgaanbieder buiten hun eigen provincie zijn. Alle provincies kunnen dus plaatsen inkopen in Kinderhuis Reek. Daarnaast hebben provincies en grootstedelijke regio's onderling een bestuurlijke afspraak gemaakt om provincie-overschrijdende zorg te bevorderen. Deze afspraak houdt in dat iedere zorgaanbieder maximaal 10% van zijn capaciteit in kan zetten voor hulp aan een jeugdige die geen inwoner is van de provincie die deze capaciteit financiert.

Vraag 3
Welke mogelijkheden ziet u om dit mogelijk te maken en bent u hiertoe bereid?

Antwoord 3
Zoals ik hierboven heb aangegeven, is dit reeds mogelijk.

Vraag 4
Wilt u deze vragen vóór het algemeen overleg Jeugdzorg op 26 oktober aanstaande beantwoorden?

Antwoord 4
Ja, bij deze.