23 oktober 2006
Overlast door HOUDEN VAN DIEREN beëindigd
Uit controles is gebleken dat de man die een verbod was opgelegd tot het houden van dieren, zich aan zijn belofte houdt om zelf de dieren te verwijderen. Toezichthouders van de gemeente hebben geconstateerd dat er nu geen sprake meer is van (stank)overlast. Hierdoor hoeft de gemeente geen bestuursdwang toe te passen.
De rechter wees op 13 oktober jl. het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af. De man had dit verzoek ingediend omdat hij het niet eens was met het door B&W opgelegde verbod tot het houden van zoogdieren en vogels op zijn woonadres.
Aanleiding was de overlast die werd veroorzaakt doordat een groot aantal dieren in de tuin van zijn rijtjeshuis werd gehouden. Nadat waarschuwingen niet tot voldoende verbeteringen in de toestand hadden geleid, heeft het college van B&W besloten de man een verbod tot het houden van dieren op te leggen.
Tijdens de zitting op 13 oktober is naar voren gekomen, dat dit volledige verbod weliswaar wat ruim geformuleerd is, maar dat dit bij de behandeling van het ingediende bezwaarschrift nog kan worden aangepast of genuanceerd.
In afwachting van de behandeling van het bezwaarschrift door de gemeente is het de man toegestaan een kat, die hij al veertien jaar heeft, en twee kerkuiltjes te behouden.
2006.202 LS
---- --
Gemeente Weert